Op 5 september 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in twee zaken betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige01]. De vader, vertegenwoordigd door mr. N. Schuerman, had primair verzocht om een voorlopige ondertoezichtstelling voor de duur van drie maanden en om de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond te gelasten advies uit te brengen over de hoofdverblijfplaats van [voornaam minderjarige01]. Subsidiair vroeg de vader om een raadsonderzoek. De Raad voor de Kinderbescherming, vertegenwoordigd door mw. [naam01], verzocht om een ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Tijdens de zitting bleek dat de ouders niet in staat waren om op een veilige en constructieve manier met elkaar te communiceren, wat ernstige zorgen opriep over de opvoedsituatie van [voornaam minderjarige01]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ontwikkelingsbedreiging voor [voornaam minderjarige01] en heeft besloten om de ondertoezichtstelling voor een jaar uit te spreken, terwijl het verzoek van de vader werd afgewezen omdat hij dit introk. De kinderrechter heeft de beschikking mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden.