Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift, ontvangen op 7 juni 2023, met bijlagen;
- de boedelbeschrijving, ontvangen op 3 juli 2023;
- de brief van [verzoeker01] van 21 juli 2023.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker01], die optreedt als vereffenaar in de nalatenschap van de heer [naam01]. Het verzoek betreft de vaststelling van het loon van de vereffenaar, dat door de kantonrechter moet worden vastgesteld op basis van artikel 4:206 BW. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het loon nog niet definitief kan worden vastgesteld, omdat de vereffening van de nalatenschap nog niet is afgerond. De vereffenaar heeft aangegeven dat er nog geen uitdelingslijst is opgemaakt en dat het erfgenamenonderzoek nog in behandeling is bij de notaris.
De kantonrechter heeft verder overwogen dat de urenverantwoording van de vereffenaar ook autokosten en tolkosten bevat, die niet tot het loon kunnen worden gerekend. Deze kosten dienen als boedelschulden te worden beschouwd en hoeven niet voorafgaand aan de vaststelling door de kantonrechter te worden goedgekeurd. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de vereffenaar geen belang heeft bij het verzoek, aangezien de vereffening nog niet is voltooid en er geen reden is om een voorschot op het loon vast te stellen.
De kantonrechter heeft de vereffenaar ook geïnformeerd over de mogelijkheid dat, indien de nalatenschap met een positief saldo eindigt, er geen rekening en verantwoording aan de kantonrechter hoeft te worden afgelegd. De vereffenaar moet echter wel rekening en verantwoording afleggen aan de erfgenamen. De kantonrechter heeft het verzoek van [verzoeker01] afgewezen, zonder proceskostenveroordeling, omdat het een eenzijdig verzoek betreft.