ECLI:NL:RBROT:2023:9249

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 september 2023
Publicatiedatum
5 oktober 2023
Zaaknummer
10.275275.22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzettelijk zonder registratie in voorraad hebben van bijna 38 kilogram paracetamol en coffeïne met vrijspraak voor voorbereidingshandelingen Opiumwet

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 september 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in Congo-Kinshasa in 1962. De verdachte was aangeklaagd voor het opzettelijk zonder registratie in voorraad hebben van bijna 38 kilogram paracetamol en coffeïne. De officier van justitie vorderde vrijspraak van het primair ten laste gelegde en bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde, met een taakstraf van 180 uren. De rechtbank oordeelde dat het primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend was bewezen, en sprak de verdachte daarvan vrij. Echter, de rechtbank verklaarde het subsidiair ten laste gelegde wel bewezen, op basis van wettige bewijsmiddelen. De verdachte had op 24 oktober 2022 in Dordrecht, samen met anderen, opzettelijk een hoeveelheid van 37.863 gram paracetamol en coffeïne in voorraad gehad zonder de benodigde registratie. Dit feit werd gekwalificeerd als medeplegen van overtreding van artikel 38 van de Geneesmiddelenwet. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die niet eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren, waarvan 90 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank legde ook voorwaarden op voor de uitvoering van de taakstraf, waaronder de mogelijkheid van vervangende hechtenis als de taakstraf niet naar behoren werd verricht.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10.275275.22
Datum uitspraak: 20 september 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] (Congo-Kinshasa) op [geboortedatum01] 1962,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01] [postcode01] [woonplaats01] ,
raadsman mr. W.J. van Bel, advocaat in Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 6 september 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W.B.J. ten Have heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het primair ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 180 uren, te vervangen door 90 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak primair ten laste gelegde
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring subsidiair ten laste gelegde
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 24 oktober 2022 te Dordrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk, zonder registratie, een hoeveelheid van 37.863 gram paracetamol en coffeïne, in voorraad heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 38 van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk begaan.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
Op 24 oktober 2022 zijn er in de auto waarin de verdachte reed twee dozen aangetroffen met daarin een mengsel van paracetamol en coffeïne met een gewicht van bijna 38 kilogram. De verdachte heeft verklaard dat hij op verzoek van een apotheker in Congo-Kinshasa in Nederland paracetamol heeft ingekocht en dat hij dit wilde verschepen naar Congo-Kinshasa ten behoeve van deze apotheker. De verdachte heeft zich hiermee schuldig gemaakt aan het in voorraad hebben van een grote hoeveelheid paracetamol en coffeïne zonder de daartoe benodigde registratie. Artikel 38 lid 1 van de Geneesmiddelenwet beoogt met name de volksgezondheid te beschermen en mede tegen die achtergrond de legale productieketen van geneesmiddelen te versterken en de illegale productie, handel of bezit ervan te verbieden. Voorts heeft het ongecontroleerd in voorraad hebben van geneesmiddelen een ondermijnende werking voor het gezondheidssysteem in Nederland.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 14 augustus 2023 waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit en gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zal de rechtbank een taakstraf van na te noemen duur opleggen. Gelet op de broze gezondheid van de verdachte zal de rechtbank een deel van de voorgenomen taakstraf
voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarde die hierna wordt genoemd. Dit voorwaardelijke strafdeel dient er ook toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 47 van het Wetboek van Strafrecht, artikel 38 van de Geneesmiddelenwet en de artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
bepaalt dat van deze taakstraf een gedeelte, groot
90 (negentig) uren, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
82 (tweeëntachtig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
41 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.M. Stolk, voorzitter,
en mrs. C.H. van Breevoort-de Bruin en H. Wielhouwer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Nagtegaal, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 20 september 2023.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 24 oktober 2022 te Rotterdam en/of te Dordrecht,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit,
bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of vervaardigen van een hoeveelheid heroïne en/of
cocaïne en/of amfetamine, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de
Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van
de Opiumwet,
voor te bereiden en/of te bevorderen,
voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen, te
weten een hoeveelheid van 37.863 gram paracetamol en/of coffeïne
voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en)
of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen
van dat feit;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 24 oktober 2022 te Rotterdam en/of te Dordrecht, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
al dan niet opzettelijk, zonder registratie, een hoeveelheid van 37.863 gram
paracetamol en/of coffeïne, althans een hoeveelheid paracetamol en/of coffeïne, in
elk geval een werkzame stof, in voorraad heeft gehad.