In de zaak met betrekking tot de minderjarige [kind01], geboren op [geboortedatum01] 2018, heeft de kinderrechter op 14 september 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de zorgregeling. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [kind01] verlengd voor de duur van zes maanden, tot 23 maart 2024, en de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De kinderrechter oordeelde dat de communicatie tussen de ouders moeizaam verloopt, wat leidt tot spanningen voor [kind01]. De betrokkenheid van een jeugdbeschermer blijft noodzakelijk om de communicatie te verbeteren en de ontwikkeling van [kind01] te volgen. De kinderrechter heeft het verzoek tot het vaststellen van een zorgregeling aangehouden, omdat er onvoldoende zicht is op de thuissituatie van de moeder en er een aanvullend onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming moet plaatsvinden. De Raad heeft niet tijdig de beschikking van de vorige zitting ontvangen, waardoor er geen aanvullend onderzoek heeft kunnen plaatsvinden. De kinderrechter heeft de Raad verzocht om dit onderzoek te verrichten en de resultaten voor de pro forma datum van 1 maart 2024 aan de rechtbank te overleggen. De moeder heeft verzocht om uitbreiding van de zorgregeling, maar de kinderrechter heeft besloten dat de huidige regeling moet blijven bestaan totdat er meer duidelijkheid is over de thuissituatie van de moeder en de mogelijkheden voor uitbreiding van de zorgregeling.