Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift, met producties;
- het verweerschrift, met producties.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 september 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een taxichauffeur, hierna aangeduid als [verzoeker01], die op staande voet was ontslagen door zijn werkgever, RMC Rotterdam B.V. (hierna: RMCR). Het ontslag volgde op een incident dat op 22 februari 2023 had plaatsgevonden, waarbij twee kinderen uit het raam van de taxi hingen die door [verzoeker01] werd bestuurd. De kantonrechter heeft de rechtsgeldigheid van het ontslag beoordeeld aan de hand van de feiten en omstandigheden van de zaak.
De procedure begon met een verzoek van [verzoeker01] om het ontslag te vernietigen, hem toe te laten tot zijn werkzaamheden en om doorbetaling van zijn salaris te vorderen. [verzoeker01] stelde dat er geen dringende reden voor het ontslag was, aangezien er nooit eerder klachten waren geweest en hij het incident goed had opgelost. RMCR daarentegen voerde aan dat het ontslag gerechtvaardigd was vanwege de ernstige risico's die [verzoeker01] had genomen met de kinderen in zijn zorg.
De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was. De rechter concludeerde dat [verzoeker01] niet adequaat had gereageerd op de situatie en dat hij zijn verantwoordelijkheid als chauffeur niet had waargemaakt. Het feit dat hij het incident niet had gemeld en pas na confrontatie met bewijs het incident had erkend, droeg bij aan de beslissing. De rechter wees het verzoek van [verzoeker01] af en veroordeelde hem in de proceskosten.