ECLI:NL:RBROT:2023:9088

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 augustus 2023
Publicatiedatum
2 oktober 2023
Zaaknummer
10/314400-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak mensenhandel en ontucht, bewezenverklaring bezit kinderporno en witwassen met gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 augustus 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1967, die werd beschuldigd van mensenhandel, ontucht, bezit van kinderporno en witwassen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten van mensenhandel en ontucht, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan deze strafbare feiten. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de aangeefster niet voldoende steunbewijs hadden en dat er twijfels bestonden over de juistheid van de verklaringen van zowel de verdachte als de aangeefster. Het in dubio pro reo-beginsel leidde tot vrijspraak van deze feiten.

De rechtbank heeft echter wel bewezen verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit van kinderporno. Dit feit werd door de verdachte erkend en de rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 31 oktober 2022 tot en met 19 maart 2023 meerdere filmpjes met kinderporno in zijn bezit had. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte deze filmpjes had verspreid via Telegram. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 107 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht en ambulante behandeling bij De Waag.

Wat betreft het witwassen heeft de rechtbank geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat het geld afkomstig was uit een misdrijf. De verdachte had een verklaring gegeven over de herkomst van het geld, die voldoende aanknopingspunten bood voor nader onderzoek, maar het Openbaar Ministerie had dit onderzoek nagelaten. Hierdoor kon niet worden bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan witwassen. De rechtbank heeft de in beslag genomen telefoons onttrokken aan het verkeer, omdat daarop kinderpornografisch materiaal was aangetroffen. De benadeelde partij, die zich had gevoegd in de zaak, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat de verdachte was vrijgesproken van de feiten waarop de vordering was gebaseerd.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/314400-22
Datum uitspraak: 24 augustus 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1967,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] ( [postcode01] ) te [woonplaats01] ,
raadsvrouw mr. M.G.J. Plat, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 10 augustus 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering nadere omschrijving tenlastelegging, waarbij de oorspronkelijke opgave van de feiten als bedoeld in artikel 261, derde lid van het Wetboek van Strafvordering op vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de nader omschreven tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. T.J. Lindhout heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1, 3 en 4 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling bij De Waag, het vermijden van kinderporno en een contactverbod met aangeefster [slachtoffer01] (hierna: aangeefster).

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak feit 1: mensenhandel
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel van aangeefster, zoals neergelegd in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), door haar als minderjarige prostitutiewerkzaamheden te laten verrichten (sub 5) en daaruit voordeel heeft getrokken (sub 8). Het oogmerk van (seksuele) uitbuiting blijkt niet uit het dossier, zodat de verdachte daarvan partieel moet worden vrijgesproken.
Op basis van het dossier kan worden bewezen dat aangeefster in de ten laste gelegde periode heeft deelgenomen aan meerdere door de verdachte georganiseerde gangbangs. Er is geen reden om te twijfelen aan de verklaringen van aangeefster, nu deze open, gedetailleerd en consistent zijn. Daarentegen is de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig.
4.1.2.
Beoordeling door de rechtbank
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de strafbare gedragingen zoals neergelegd in artikel 273f lid 1, sub 2, 5 en 8 Sr. De strekking van deze strafbaarstelling is de bescherming van minderjarigen. Om die reden ontbreekt daarin ook de eis van het uitoefenen van dwang. De minderjarigheid vormt een geobjectiveerd bestanddeel. Of de verdachte wel of niet op de hoogte was van de minderjarigheid is daarvoor derhalve niet relevant.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat hetgeen ten laste is gelegd onder feit 1, sub 1 niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
Het in artikel 273f, eerste lid, aanhef en onder 5, respectievelijk 8 Sr bepaalde ziet op het brengen van een minderjarige in de prostitutie, respectievelijk het voordeel trekken uit de prostitutie door een minderjarige.
Om te beoordelen of er sprake is van een strafbare gedraging in de zin van sub 5 dan wel sub 8 dient in de eerste plaats te worden vastgesteld of aangeefster heeft deelgenomen aan door de verdachte georganiseerde gangbangs.
De verdachte heeft verklaard dat hij gangbangs heeft georganiseerd, maar nooit minderjarigen heeft mee laten doen. De verdachte heeft voorafgaand aan een gangbang altijd om een legitimatie gevraagd. Aangeefster kon haar legitimatie niet laten zien en mocht daarom niet meedoen met de gangbangs. Aangeefster heeft verklaard dat zij wel heeft meegedaan aan de gangbangs.
De verklaring van de verdachte staat op dit punt tegenover de verklaring van aangeefster. De rechtbank stelt overigens vast dat beide op bepaalde punten niet consistent hebben verklaard. De vraag is vervolgens of het dossier voldoende steunbewijs bevat voor de verklaring van aangeefster. Buiten de verklaringen bevindt zich in het dossier een chatbericht tussen de verdachte en aangeefster, waarin de verdachte onder andere stuurt: “
Ik hoop snel een keer af te spreken. Wil je wel weer een keer gangbang doen?”. Het woord “weer” uit de zinsnede “
Wil je wel weer een keer gangbang doen?” zou de indruk kunnen doen ontstaan dat eerder zou zijn deelgenomen aan gangbangs door aangeefster. De rechtbank is evenwel van oordeel dat aan dit enkele (woord in het) chatbericht geen doorslaggevende betekenis toekomt voor een bewezenverklaring. Daartoe overweegt de rechtbank dat het een feit van algemene bekendheid is dat er in het appverkeer vaak snel getypt wordt en – zoals ook hier – taalkundig onvolledige zinnen worden gebruikt. Bovendien bevat het dossier naast dit chatbericht geen steunbewijs voor de verklaring van aangeefster dat zij (eerder) heeft deelgenomen aan de
door de verdachtegeorganiseerde gangbangs.
Nu er twijfel bestaat over de volledige juistheid van de afgelegde verklaringen van zowel de verdachte als aangeefster en het dossier buiten het hierboven genoemde chatbericht geen enkel ander steunbewijs bevat, zal de rechtbank de verdachte, gelet op het
in dubio pro reo-beginsel,vrijspreken van de aan hem ten laste gelegde mensenhandel.
4.1.3.
Conclusie
Het onder 1 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.2.
Vrijspraak zonder nadere motivering feit 2: ontucht
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.3.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering feit 3: kinderporno
Het onder 3 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.4.
Vrijspraak feit 4: witwassen
4.4.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen van een bedrag van € 8.250,00. Indien het geld afkomstig is uit gangbangs, is het niet afkomstig van een misdrijf, maar hooguit een overtreding op grond van de APV in verband met onvergunde gangbangs. De verdachte heeft echter verklaard dat dit geld niet uit de gangbangs afkomstig is. Er is derhalve sprake van een onbekend gronddelict. Wel is sprake van een vermoeden van witwassen, gelet op de hoogte van het gestorte bedrag en met name ook dat in de telefoon van de verdachte foto’s zijn aangetroffen van coupures van 100 en 500 euro. Van de verdachte mag in geval van een witwasvermoeden worden verlangd dat hij een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring aflegt. Dit heeft hij echter niet gedaan.
4.4.2.
Beoordeling door de rechtbank
Naar vaste rechtspraak heeft te gelden dat indien de door het Openbaar Ministerie aangedragen feiten en omstandigheden een vermoeden rechtvaardigen dat het niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is, van de verdachte mag worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat het voorwerp niet uit enig misdrijf afkomstig is.
Indien de verdachte de eerdergenoemde verklaring geeft, ligt het vervolgens op de weg van het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar die verklaring. De rechter zal dan mede op basis van de resultaten van dat onderzoek moeten beoordelen of ondanks de verklaring van de verdachte het witwassen bewezen kan worden, op de grond dat (het niet anders kan zijn dan dat) het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Op basis van het dossier staat vast dat er in de periode van 28 januari 2021 tot en met 28 april 2022 zes contante stortingen hebben plaatsgevonden met een totaalbedrag van
€ 8.250,00. De verdachte heeft verklaard dat dit geld niet uit de gangbangs afkomstig is. Verder zijn er in de telefoon van de verdachte foto’s aangetroffen van coupures in 100 en 500 euro, hetgeen in het reguliere betalingsverkeer zeer ongebruikelijke coupures zijn. Deze feiten en omstandigheden rechtvaardigen het vermoeden dat het geld uit enig (onbekend) misdrijf afkomstig is.
De verdachte heeft verklaard dat de contante stortingen van zijn partner afkomstig zijn, te weten uit de compensatie welke zij heeft ontvangen op grond van de Toeslagenaffaire. De coupures van 500 euro, aangetroffen op foto’s in zijn telefoon, zijn van een zekere [naam01] , een vriendin van de vriendin van de verdachte. [naam01] is mee geweest op vakantie en heeft om die reden dit geld aan de verdachte gegeven. De verdachte heeft met deze verklaring naar het oordeel van de rechtbank een concrete, min of meer verifieerbare en niet een op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring gegeven over de herkomst van het geld. Deze verklaring over de herkomst van het geld bood ook voldoende aanknopingspunten voor nader onderzoek. Het had dan ook op de weg van het Openbaar Ministerie gelegen om naar die verklaring onderzoek te doen. Nu het Openbaar Ministerie zulks heeft nagelaten, is niet vast komen te staan dat het geld uit enig misdrijf afkomstig is. Dit betekent dat niet kan worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen.
4.4.3.
Conclusie
Het onder 4 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4.5.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
3.
hij,
op één of meer tijdstippen in de periode van 31 oktober 2022 tot en met 19 maart 2023 te Rotterdam en/of Klundert en/of Voorburg, althans in Nederland,
meermalen,
telkens
- afbeeldingen en
- gegevensdragers, te weten twee, mobiele telefoons (merk/type/model
Samsung A50 ( [serienummer01] ) en Samsung S21), bevattende afbeeldingen,
te weten foto’s en filmpjes
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft
verspreid,
in bezit gehad en
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een
communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een vinger, hand, mond, tong en/of penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de penis oraal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een vinger, hand en/of voorwerp oraal en/of vaginaal penetreren van het eigen
lichaam
(bestandsnaam: [naam bestand01] )
en
het met de/een vinger, hand, mond, tong, voorwerp en/of penis betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een vinger, hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of borsten
(bestandsnaam: [naam bestand02] )
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of waarna/waarbij door de (onnatuurlijke) pose het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandsnaam: [naam bestand03] )
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandsnaam: [naam bestand02] ).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
een afbeelding - of een gegevensdrager bevattende een afbeelding - van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, in bezit hebben en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft in de periode van 31 oktober 2022 tot en met 19 maart 2023 in ieder geval drie filmpjes met kinderporno in zijn bezit gehad. De rechtbank merkt op dat de verdachte daarnaast over veel meer afbeeldingen/video’s beschikte, hetgeen blijkt uit het dossier (1 foto en 47 video’s op de telefoons van de verdachte als kinderpornografisch beoordeeld). De filmpjes zijn aangetroffen op de in beslag genomen telefoons van de verdachte. De verdachte heeft bovendien een aantal filmpjes verspreid door deze via Telegram naar iemand toe te sturen.
Artikel 240b Sr is in het leven geroepen om seksueel misbruik van jeugdigen met kracht te kunnen bestrijden. Dit is slechts mogelijk als ook de exploitatie van dergelijk misbruik wordt aangepakt. Het is algemeen bekend dat kinderen door betrokkenheid bij de op de afbeeldingen en video’s voorkomende seksuele gedragingen psychische schade kunnen oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. Door het bezit van kinderpornografische afbeeldingen en door deze bovendien te verspreiden heeft de verdachte actief bijgedragen aan de verwerpelijke praktijk van instandhouding en bevordering van de vraag naar kinderporno.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
20 juli 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd
26 mei 2023. Dit rapport houdt – onder meer – het volgende in:
“Gelet op het tenlastegelegde kan de aanwezigheid van seksuele problematiek op dit moment niet worden uitgesloten. Daar de kans op herhaling niet kan worden uitgesloten adviseert de reclassering bij een veroordeling de volgende bijzondere voorwaarden op te leggen: een meldplicht, ambulante behandeling bij De Waag en het vermijden van kinderporno.”
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de aard en ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur daarvan heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Uit de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) volgt dat enkel voor het in bezit hebben van kinderporno een taakstraf van 240 uren en een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan een groot deel voorwaardelijk, als uitgangspunt geldt. Voor het verspreiden van kinderporno geldt volgens deze oriëntatiepunten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één jaar als uitgangspunt. Nu de verdachte enkel op 5 november 2022 kinderporno heeft verspreid, zal de rechtbank aansluiting zoeken bij het oriëntatiepunt dat geldt voor het in bezit hebben van kinderporno. Anderzijds houdt de rechtbank ook rekening met het feit dat de verdachte meer kinderporno in zijn bezit heeft gehad dan enkel de vier ten laste gelegde video’s.
Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank ziet, gelet op het feit dat de verdachte reeds 73 dagen in voorlopige hechtenis heeft gezeten, geen aanleiding om naast de gevangenisstraf nog een taakstraf op te leggen. Het onvoorwaardelijke deel van de op te leggen gevangenisstraf zal derhalve gelijk gesteld worden aan de duur die de verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De officier van justitie heeft verzocht om naast de bijzondere voorwaarden die door de reclassering zijn geadviseerd ook een contactverbod met aangeefster op te nemen als bijzondere voorwaarde. Nu de verdachte wordt vrijgesproken van het onder 1 en 2 ten laste gelegde, zal dit contactverbod niet worden opgelegd.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen telefoons (Samsung [serienummer01] en Samsung S21) te onttrekken aan het verkeer.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen met betrekking tot de inbeslaggenomen telefoons.
8.3.
Beoordeling door de rechtbank
De in beslag genomen telefoons (Samsung [serienummer01] en Samsung S21) zullen worden onttrokken aan het verkeer, nu zich op deze gegevensdragers kinderpornografisch materiaal bevindt.

9.Vordering benadeelde partij

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [slachtoffer01] , ter zake van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 14.000, -
(€ 10.000, - voor feit 1 en € 4.000, - voor feit 2) aan immateriële schade.
9.1.
Beoordeling door de rechtbank
De benadeelde partij [slachtoffer01] zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte wordt vrijgesproken van het onder 1 en 2 ten laste gelegde.
Nu de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
9.2.
Conclusie
De benadeelde partij [slachtoffer01] wordt niet-ontvankelijk verklaard in de vordering.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c en 240b van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
107 (honderdzeven) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich binnen de hem opgelegde termijn melden bij Reclassering Nederland en blijft zich hierna melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
2. de veroordeelde zal zich laten behandelen door polikliniek De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering verantwoord vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
3. de veroordeelde zal zich op welke wijze dan ook onthouden van:
a) het op digitale wijze met een seksuele intentie communiceren met minderjarigen;
b) gedragingen die zijn gericht op deelname aan internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
c) gedragingen die zijn gericht op deelname aan internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
d) het aanwezig hebben of gebruiken van wisprogramma’s op zijn/haar digitale apparatuur;
de veroordeelde dient aan de controles hierop (zoals hieronder beschreven) mee te werken tijdens een huisbezoek;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
het toezicht op de onder 3 vermelde voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers in gebruik bij de veroordeelde. Deze controles vinden op de volgende wijze plaats:
  • de controle van de onder 3 b) en c) gestelde voorwaarden mag slechts op zodanige wijze worden uitgevoerd dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van digitale bestanden (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan);
  • een specialist (niet zijnde een opsporingsambtenaar) mag de reclassering technische ondersteuning bieden ten behoeve van de controles;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
1. Telefoon: Samsung [serienummer01] (goedcode: B.01.01.001)
2. Telefoon: Samsung S21 (goedcode: B.01.01.010)
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer01] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Brand, voorzitter,
en mrs. W.J.M. Diekman en L.R. Bhalla, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Blom – den Haan, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst nader omschreven tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij,
op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 16
september 2022 te Rotterdam en/of elders in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander, genaamd [slachtoffer01] (geboren [geboortedatum02] 2004) (werknaam [werknaam01] en/of [werknaam02] en/of [werknaam03] en/of een of meer onbekend gebleven (werk)namen)
(telkens)
1) heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van
seksuele uitbuiting van die [slachtoffer01]
(artikel 273 f lid 1 sub 2°)
en/of
2) ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die [slachtoffer01] enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer01] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen
(artikel 273 f lid 1 sub 5°)
en/of
3) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die [slachtoffer01] met en/of voor een derde tegen betaling (artikel 273 f lid 1 sub 8°),
terwijl die [slachtoffer01] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, en waarbij "enige
handeling(en)" (zoals genoemd onder 2)) (onder meer) hebben/heeft bestaan uit:
- het aanmaken en/of beheren van een advertentie op www.sexjobs.nl voor deelname aan
gangbangs en/of prostitutiewerkzaamheden en/of
- het organiseren van gangbangs en/of het maken van (prijs)afspraken met die [slachtoffer01] om deel te nemen aan de gangbangs en/of
- het geven van uitleg en/of instructie aan die [slachtoffer01] met betrekking tot de door die [slachtoffer01] te verrichten prostitutiewerkzaamheden en/of gangbangs en/of
- het maken van afspraken met die [slachtoffer01] over de te verrichten seksuele handelingen met (prostitutie)klant(en) en/of verdachte en/of
- het onderhouden van contacten met en/of het maken van afspraken met (potentiële)
(prostitutie)klant(en) voor die [slachtoffer01] en/of het maken van afspraken met die (potentiële)
klant(en) over de gangbangs en/of over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en/of de
daarvoor te betalen bedragen en/of
- het ter beschikking stellen van condooms voor die [slachtoffer01] en/of de (prostitutie)klanten en/of
- het ter beschikking stellen van een woning voor de gangbangs en/of de
prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer01] ;
2.
hij,
in de periode van 1 januari 2021 tot en met 16 september 2022, te Rotterdam, althans in
Nederland,
meermalen, althans eenmaal, ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum02] 2004,
die zich beschikbaar stelde tot het verrichten van een of meer seksuele handelingen met een derde tegen betaling en die de leeftijd van zestien jaren maar nog niet de leeftijd van achttien jaren had bereikt,
welke ontuchtige handeling(en) bestond(en) uit:
het (meermalen) brengen en/of houden van zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of de mond van die [slachtoffer01] ;
3.
hij,
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 31 oktober 2022 tot en met 19 maart 2023 te Rotterdam en/of Klundert en/of Voorburg, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
telkens
- afbeeldingen en/of
- gegevensdragers, te weten twee, althans één of meer, mobiele telefoons (merk/type/model
Samsung A50 ( [serienummer01] ) en/of Samsung S21), bevattende afbeeldingen,
te weten foto’s en/of filmpjes
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft
verspreid,
aangeboden,
openlijk tentoongesteld,
vervaardigd,
verworven,
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een
communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een vinger, hand, mond, tong en/of penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de penis oraal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger, hand en/of voorwerp oraal en/of vaginaal penetreren van het eigen
lichaam
(bestandsnaam: [naam bestand01] )
en/of
het met de/een vinger, hand, mond, tong, voorwerp en/of penis betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger, hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of borsten
(bestandsnaam: [naam bestand02] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of waarna/waarbij door de (onnatuurlijke) pose het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandsnaam: [naam bestand03] )
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandsnaam: [naam bestand02] )
4.
hij,
op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode 28 januari 2021 tot en met 6 december 2022, te Rotterdam en/of Klundert en/of Voorburg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
(van) een of meerdere geldbedragen met een totaalwaarde van ongeveer 9.260,00 euro, althans een of meer voorwerpen en/of enig geldbedrag
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en)
was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den) en/of
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet,
en/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans
redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk en/of
middellijk, geheel en/of gedeeltelijk - afkomstig was/waren uit enig en/of eigen misdrijf.