Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 februari 2023 in de zaak tussen
[naam eiser], uit [plaatsnaam], eiser
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
Ook uitgaande van deze afstand is de rechtbank van oordeel dat het college eiser ten onrechte niet als belanghebbende heeft aangemerkt. Het verkeersbesluit heeft betrekking op een besloten en in omvang beperkt hofje dat (voornamelijk) wordt gebruikt door de omwonenden van wie achtertuin aan het hofje grenst. In het licht van de bezwaren van eiser die zien op het gebruikmaken van de voorzieningen van het hofje, zoals parkeerplaatsen, een veilige omgeving rond speelvoorzieningen en het niveau van beschikbaarheid, acht de rechtbank de afstand van de woning tot de laadpaal in dit geval niet van belang. Of de laadpaal zich in het hofje op 20 meter of 80 meter van zijn woning bevindt, maakt voor eiser immers geen verschil. De rechtbank is verder van oordeel dat in hetgeen eiser heeft aangevoerd een voldoende persoonlijk belang is gelegen. Dit belang van eiser, als aanwonende van het hofje, onderscheidt zich in voldoende mate van het belang van andere willekeurige weggebruikers. De mogelijke gevolgen van het besluit voor eiser acht de rechtbank mede bij gebreke van objectieve gegevens daarover van voldoende betekenis. Nu het college geen onderzoek heeft gedaan naar parkeerdruk en feitelijke beschikbaarheid van parkeerplaatsen kan het college aan eiser in het kader van de ontvankelijkheid van zijn bezwaar niet tegenwerpen dat hij geen gevolgen ondervindt.
Verzoek om een voorlopige voorziening
Conclusie en gevolgen
(4 x uurloon van € 52,80) overweegt de rechtbank dat de verletkosten kosten zijn van tijdverzuim door vrijaf te moeten nemen voor het bijwonen van een zitting en de heen- en terugreis. Gelet op de duur van zowel het onderzoek ter zitting als de heen- en terugreis acht de rechtbank een verlet van in totaal 3 uur voor het bijwonen van de zitting en de heen- en terugreis van eiser aannemelijk. De rechtbank ziet aanleiding de door de eiser verzochte verletkosten van € 158,40 vanwege drie uur verlof en reiskosten (OV) van € 7,50 te vergoeden.
Beslissing
- Wijst af het verzoek om bij voorlopige voorziening te gelasten dat het primaire besluit wordt geschorst hangende de beslissing op bezwaar.