ECLI:NL:RBROT:2023:9031

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 september 2023
Publicatiedatum
28 september 2023
Zaaknummer
C/10/663124 / JE RK 23-1858
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige met gedragsproblemen

Op 21 september 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de minderjarige [voornaam minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2008. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] verlengd voor de duur van een jaar en de machtiging tot uithuisplaatsing voor zes maanden. De zaak werd behandeld in het kader van de jeugdbescherming, waarbij de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) betrokken was. De ouders van [voornaam minderjarige01] zijn belast met het ouderlijk gezag, maar er zijn ernstige zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 september 2023 waren zowel de ouders als vertegenwoordigers van de GI en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige01] een kwetsbare jongen is met gedragsproblemen, waaronder ADHD en ODD, en dat hij zich onttrekt aan de zorg. De kinderrechter oordeelde dat de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is om de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] te beschermen. De GI zal de komende periode coaching en dagbesteding voor [voornaam minderjarige01] regelen, en er zal een IQ-onderzoek en persoonlijkheidsonderzoek plaatsvinden. De behandeling van het resterende deel van het verzoek is aangehouden tot een nader te bepalen zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/663124 / JE RK 23-1858
Datum uitspraak: 21 september 2023
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling en verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen de GI,
over
[minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2008 in [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen [voornaam minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[moeder01],
hierna te noemen de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
[vader01],
hierna te noemen de vader,
wonende in [woonplaats01] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift van de GI van 27 juli 2023 met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 28 juli 2023;
  • het verzoekschrift van de GI van 3 augustus juli 2023, binnengekomen bij de rechtbank op 3 augustus 2023;
- een e-mailbericht van GI met bijlage van 20 september 2023, ingekomen bij de rechtbank op 20 september 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 21 september 2023. De verzoeken zijn gelijktijdig behandeld met de behandeling van de strafzaak in het kader van de leerplicht met parketnummer 10-310044-22.
1.3.
Daarbij waren aanwezig:
- [voornaam minderjarige01] ;
- de vader;
  • de moeder;
  • de officier van justitie;
- een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming, te weten
mw. [naam01] ;
- een tweetal vertegenwoordigers van de GI, te weten mw. [naam02] en
mw. [naam03] ;
- mw. [naam04] , werkzaam bij Prokino, aan wie bijzondere toegang is verleend.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] .
2.2.
[voornaam minderjarige01] verblijft bij Prokino.
2.3.
Bij beschikking van 23 augustus 2022 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] verlengd tot 25 september 2023 en is de behandeling van het verzoek ten aanzien van de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder aangehouden.
2.4.
Bij beschikking van 6 juni 2023 is de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verlengd tot 25 september 2023.

3.De verzoeken

3.1.
Op 27 juli 2023 heeft de GI verzocht de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] te verlengen voor de duur van een jaar en een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder te verlenen voor de duur van zes maanden.
De GI heeft verzocht de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
Op 3 augustus 2023 heeft de GI het verzoek van 27 juli 2023 gerectificeerd, in die zin dat verzocht wordt de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder te verlengen voor de duur van een jaar.
De GI verzoekt de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.De standpunten

4.1.
De GI heeft ter zitting het verzoek verduidelijkt in die zin dat de GI verzoekt om een verlenging van de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] voor de duur van een jaar en de machtiging uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] te verlengen voor de duur van zes maanden en de behandeling van het resterende deel van het verzoek aan te houden. Ter onderbouwing hiervan is het volgende aangevoerd.
[voornaam minderjarige01] verblijft inmiddels een jaar bij Prokino. Deze plaatsing verloopt zeer zorgelijk. Er zijn veiligheidsafspraken gemaakt. [voornaam minderjarige01] onttrekt zich echter aan de zorg bij Prokino en houdt zich niet aan de afspraken door naar zijn moeder te gaan. De moeder laat [voornaam minderjarige01] telkens in de woning toe. Ook neemt zij niet altijd zoals afgesproken telefonisch contact op met de wijkagent. Er is sprake van geweld door [voornaam minderjarige01] naar zijn moeder.
Een plaatsing bij Horizon is niet van de grond gekomen, omdat [voornaam minderjarige01] hiervoor niet gemotiveerd is. School2care vond de moeder niet passend vanwege haar ervaringen met haar andere zoon. [voornaam minderjarige01] wil inmiddels niet meer met de jeugdbeschermer spreken en heeft bedreigingen naar haar geuit. Daarom hebben zij momenteel uitsluitend telefonisch contact.
Ondanks de zorgen is het de bedoeling dat de plaatsing van [voornaam minderjarige01] bij Prokino wordt voortgezet en dat hulpverlening wordt ingezet. Zo is [voornaam minderjarige01] voor Divercity coaching aangemeld. Volgende week of de week daarop is de financiering hiervoor geregeld. Dan kan deze coaching starten als [voornaam minderjarige01] daarvoor gemotiveerd is. Ook wordt gekeken naar een dagbesteding voor [voornaam minderjarige01] , zijn schoolgang en naar het drugsgebruik waarvan volgens de moeder en de groep bij [voornaam minderjarige01] sprake is. Prokino is bezig met de aanmelding voor scholen. Het afnemen van een intelligentieonderzoek is nodig. Dit onderzoek kan Prokino uitvoeren. Ook is een persoonlijkheidsonderzoek nodig, omdat [voornaam minderjarige01] gedrag laat zien dat zijn broer ook heeft laten zien.
5. De Raad heeft ter zitting het verzoek van de GI ondersteund. Er is bij [voornaam minderjarige01] sprake van ODD en ADHD. Hij is een kwetsbare jongen, die zijn eigen gang gaat en afglijdt. Niets doen is geen optie. De komende periode zal de GI moeilijke beslissingen moeten nemen, waarbij mogelijk gesloten jeugdhulp zal moeten worden overwogen, om te voorkomen dat [voornaam minderjarige01] verder afglijdt en er geen zicht meer op hem zal zijn.
6. De moeder heeft zich ter zitting niet verzet tegen het verzoek van de GI. De moeder heeft grote zorgen over [voornaam minderjarige01] . Het gaat niet goed met hem. Daarom laat de moeder [voornaam minderjarige01] in de woning toe. Dat wil echter niet zeggen dat [voornaam minderjarige01] altijd bij haar is. Hij hangt de hele dag op straat. De moeder heeft geen zicht op hem. Ook als zij [voornaam minderjarige01] niet binnen laat, komt hij in de woning. Hij heeft geen hulp. [voornaam minderjarige01] gaat zijn eigen gang. Hij heeft strakke regels nodig en hij moet naar school gaan.
7. De vader heeft ter zitting verklaard dat hij het niet eens is met het verzoek van de GI. Ook de vader heeft zorgen over [voornaam minderjarige01] . Ondanks de jarenlange ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing is er niets gebeurd en is er geen hulp voor [voornaam minderjarige01] . De vader heeft de leerplicht om hulp gevraagd. De leerplicht heeft echter ook geen oplossing. Als [voornaam minderjarige01] bij de vader wil komen dan mag dat, maar [voornaam minderjarige01] heeft wel regels nodig.
8. Mevrouw [naam04] heeft ter zitting desgevraagd het volgende verklaard. [voornaam minderjarige01] is meer niet dan wel aanwezig op de groep. Soms wordt [voornaam minderjarige01] door de politie naar de groep teruggebracht. Op de groep krijgen de medewerkers nauwelijks contact met [voornaam minderjarige01] . Telefonisch is met hem geen contact te krijgen en op berichten via de app reageert [voornaam minderjarige01] bijna niet. Bij Prokino heeft niemand een band met hem opgebouwd. [voornaam minderjarige01] heeft moeite om aansluiting bij de groep te krijgen. Hij wil niet op zijn kamer slapen. Als [voornaam minderjarige01] niet bij zijn moeder is, is er geen zicht op waar hij verblijft. Wel is duidelijk geworden dat [voornaam minderjarige01] heeft rondgehangen tot aan Frankrijk toe. Het afgelopen weekend is het vermoeden ontstaan van handelen in drugs door [voornaam minderjarige01] . Een collega op de groep heeft gezien dat [voornaam minderjarige01] onrustig naar buiten is gegaan, dat er een scooter langs is gekomen en dat er iets wits is overgedragen. Toen [voornaam minderjarige01] vervolgens is teruggekomen op de groep, heeft de collega hem gevraagd of het gelukt is om drugs te verkopen. [voornaam minderjarige01] heeft zijn zakken niet willen legen toen de collega daarom heeft gevraagd. Ook heeft [voornaam minderjarige01] geen openheid van zaken gegeven. Er is geen zicht op hem. Prokino kan [voornaam minderjarige01] niet de zorg bieden die hij nodig heeft. Het door de GI beoogde traject zou passend kunnen zijn, maar de vraag is of [voornaam minderjarige01] daarvoor openstaat.

9.De beoordeling

9.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
9.2.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige01] nog steeds ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. [voornaam minderjarige01] is een kwetsbare jongen met een belast verleden. Hij is slachtoffer van kindermishandeling en getuige geweest van de relatieproblemen tussen zijn ouders. [voornaam minderjarige01] heeft kind-eigen problematiek. Er is bij hem ADHD en ODD vastgesteld. [voornaam minderjarige01] laat gedragsproblemen zien en verzuimt van school.
Sinds eind november 2022 verblijft [voornaam minderjarige01] vanwege de zorgen op een leefgroep van Prokino. Deze plaatsing verloopt zorgelijk. [voornaam minderjarige01] laat zelfbepalend gedrag zien, gebruikt middelen en is weinig op de groep aanwezig. Tegen de afspraken in komt [voornaam minderjarige01] thuis bij zijn ouders. Hij laat bij zijn moeder thuis nog steeds agressief gedrag zien. Als [voornaam minderjarige01] niet op de groep is of bij zijn ouders is, is er geen zicht op waar hij verblijft. [voornaam minderjarige01] geeft geen openheid van zaken over waar hij verblijft en over zijn activiteiten. Hij heeft geen aansluiting op de groep en accepteert geen hulpverlening. Nu de ouders nog niet zelfstandig in staat zijn de bedreigde ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] af te wenden en [voornaam minderjarige01] zich aan de zorg onttrekt, blijft ook de komende periode hulpverlening in het gedwongen kader noodzakelijk.
9.3.
De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] verlengen voor de duur van een jaar (artikel 1:260, eerste lid, BW).
9.4.
Ook is de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] noodzakelijk in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, BW).
9.5.
Ondanks het zorgelijke verloop van de plaatsing van [voornaam minderjarige01] bij Prokino is het de bedoeling van de GI dat zijn verblijf bij Prokino wordt voortgezet. De komende periode zal de GI Diversity coaching inzetten en zal een dagbesteding voor [voornaam minderjarige01] worden geregeld, waarbij wordt gedacht aan School2care. Ook wil de GI bij [voornaam minderjarige01] een IQ-onderzoek en een nieuw persoonlijkheidsonderzoek laten afnemen.
9.6.
Op verzoek van de GI zal de kinderrechter de machtiging uithuisplaatsing voor de duur van zes maanden verlengen en de behandeling van het resterende deel van het verzoek aanhouden tot een nog nader te bepalen zitting.
9.7.
De GI wordt verzocht om twee weken voor de nog nader te bepalen zittingsdatum een briefrapportage (met afschrift aan de belanghebbenden) te overleggen over de stand van zaken en gemotiveerd aan te geven of het resterende deel van het verzoek al dan niet wordt gehandhaafd.

10.De beslissing

De kinderrechter:
10.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] tot 25 september 2024;
10.2.
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 25 maart 2024;
10.3.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
10.4.
en alvorens verder te beslissen:
10.5.
bepaalt dat de behandeling van de zaak voor het overige verzochte wordt aangehouden tot een nog nader te bepalen zittingsdatum.
10.6.
verzoekt de GI uiterlijk twee weken voor de nog nader te bepalen zittingsdatum de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen, met afschrift aan de belanghebbenden.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2023 door mr. G.M. Paling, kinderrechter, in aanwezigheid van D. van der Aa als griffier, en op schrift gesteld op 28 september 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.