Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekers;
- mevrouw [naam01] , werkzaam bij de Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 31 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot dwangakkoord, ingediend door twee verzoekers die in financiële problemen verkeren. De verzoekers hebben een schuldregeling aangeboden aan hun schuldeisers, waarbij zij een percentage van hun schulden willen aflossen. ING Bank N.V., die een aanzienlijk deel van de schuldenlast vertegenwoordigt, heeft echter geweigerd in te stemmen met deze regeling. De rechtbank heeft de situatie beoordeeld en vastgesteld dat de aangeboden regeling, hoewel lager dan de volledige vordering, het uiterste is wat de verzoekers kunnen bieden. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de saneringsgezinde houding van de verzoekers en het feit dat drie van de vier schuldeisers met de regeling instemmen. De rechtbank oordeelt dat de belangen van de verzoekers en de instemmende schuldeisers zwaarder wegen dan die van ING, die een vordering van 94,4% van de totale schuldenlast heeft. De rechtbank heeft daarom het verzoek om ING te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen en ING veroordeeld in de kosten van de procedure. Tevens is het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel is dat de gedwongen schuldregeling een beter resultaat zal opleveren voor de verzoekers en de instemmende schuldeisers.