Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 180 uur, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis, alsmede een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, met een proeftijd van 2 jaar en met de bijzondere voorwaarden als genoemd in het reclasseringsadvies .
4.Waardering van het bewijs
deandere feitelijkheden hebben bestaan uit het
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van vier (4) maanden;
180 (honderd en tachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
honderd tweeënzeventig (172) urente verrichten taakstraf resteert;
86 dagen;
[slachtoffer01], te betalen een bedrag van
€ 2.000,-(zegge: tweeduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
10 mei 2022tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[slachtoffer01]te betalen
€ 2.000,-(hoofdsom,
zegge: tweeduizend)euro, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
10 mei 2022tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
30 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;