ECLI:NL:RBROT:2023:8932

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 september 2023
Publicatiedatum
25 september 2023
Zaaknummer
10516008 CV EXPL 23-14340
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil over garagebox en bevrijdende betaling door een ander

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 15 september 2023, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een huurgeschil over een garagebox. De eiser, [eiser01], had de garagebox verhuurd aan [naam01], maar de huurbetalingen werden maandelijks afgeschreven van de bankrekening van [naam01] totdat deze rekening in februari 2022 werd beëindigd door de bewindvoerder. Een vriend van [naam01], [naam03], heeft vervolgens de huur voor de maanden februari tot en met november 2022 voorgeschoten, in de veronderstelling dat de bewindvoerder hem zou terugbetalen. De bewindvoerder weigerde echter deze terugbetaling, wat leidde tot de eis van [eiser01] dat de bewindvoerder de huur voor oktober 2020 en februari tot en met november 2022 aan hem zou betalen, inclusief rente en kosten, in totaal € 2.245,00.

De bewindvoerder betwistte de eis en stelde dat de huur al was betaald, ongeacht wie de betalingen had gedaan. De kantonrechter oordeelde dat de eis van [eiser01] tot betaling van € 2.245,00 werd afgewezen. De bewindvoerder was bevrijd van de verplichting om de huur te betalen, omdat [naam03] deze verplichting al had nagekomen. De kantonrechter verwees naar artikel 6:30 BW, dat stelt dat een ander dan de schuldenaar een verbintenis kan nakomen. De rechter oordeelde verder dat [eiser01] de bedragen in december 2022 aan [naam03] had terugbetaald, wat voor zijn rekening en risico kwam. De overige argumenten van partijen waren niet relevant voor de beoordeling van de eis.

De kantonrechter wees ook de rente en incassokosten af, omdat deze alleen toewijsbaar zouden zijn als de gevorderde € 2.245,00 was toegewezen. Tot slot werd [eiser01] veroordeeld in de proceskosten, die aan de kant van de bewindvoerder tot dat moment werden vastgesteld op € 50,00.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10516008 CV EXPL 23-14340
datum uitspraak: 15 september 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser01] ,
woonplaats: [woonplaats01] ,
eiser,
gemachtigde: mr. O.J. Boeder,
tegen
Zwanenburg & De Heer B.V., in de hoedanigheid van bewindvoerder van [naam01],
vestigingsplaats: Moerkapelle (gemeente Zuidplas),
gedaagde,
vertegenwoordigd door: [naam02] .
De partijen worden hierna ‘ [eiser01] ’ en ‘de bewindvoerder’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 8 mei 2023, met bijlagen;
  • het antwoord.
1.2.
Op 31 augustus 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Aanwezig waren [naam03] namens [eiser01] en [naam02] namens de bewindvoerder. Ter zitting heeft de bewindvoerder een A4 met foto’s overgelegd.

2.De beoordeling

Wat is er gebeurd?
2.1.
[eiser01] heeft de garagebox aan de [adres01] in [naam04] verhuurd. De huurovereenkomst staat op naam van [naam01] . De huur werd maandelijks afgeschreven van de bankrekening van [naam01] , totdat die bankrekening in februari 2022 werd beëindigd door zijn bewindvoerder. Een vriend van [naam01] , [naam03] , heeft toen de huur voor februari t/m november 2022 maandelijks betaald aan [eiser01] . [naam03] zegt dat hij de huur heeft voorgeschoten in de veronderstelling dat de bewindvoerder hem zou terugbetalen. De bewindvoerder heeft dat geweigerd. [naam03] heeft eerder ook de huur voor oktober 2020 betaald. Hij heeft in december 2022 alle door hem betaalde bedragen als onverschuldigd teruggevraagd aan [eiser01] en die heeft de bedragen aan hem terugbetaald.
Wat is de eis?
2.2.
[eiser01] eist dat de bewindvoerder de huur voor oktober 2020 en februari t/m november 2022 aan hem betaalt, met rente en kosten. Het gaat om € 2.245,00 aan huur.
Wat vindt de gedaagde van de eis?
2.3.
De bewindvoerder is het niet eens met de eis, omdat de huur volgens haar is betaald en het niet relevant is wie dat heeft gedaan. De betalingen zijn ook geaccepteerd door [eiser01] . Er bestaat daarom geen huurachterstand en ook geen vordering op de bewindvoerder van [naam01] . Dat [eiser01] op enig moment eenzijdig ervoor heeft gekozen om een bedrag aan [naam03] te betalen doet daar niets aan af, vindt de bewindvoerder.
Wat is het oordeel van de kantonrechter?
2.4.
De kantonrechter wijst de eis tot betaling van € 2.245,00 af, omdat [eiser01] niets te vorderen heeft van de bewindvoerder van [naam01] . De bewindvoerder is bevrijd van de verplichting om de huur voor oktober 2020 en februari t/m november 2022 te betalen aan [eiser01] , omdat [naam03] die verplichting al is nagekomen. Dat volgens de verhuurder [naam01] huurder is en niet [naam03] , maakt dat niet anders. Op basis van de wet kan namelijk een ander dan de schuldenaar een verbintenis nakomen (artikel 6:30 BW). [naam03] heeft de bedragen daarom niet onverschuldigd betaald aan [eiser01] . Dat [eiser01] de bedragen in december 2022 toch aan [naam03] heeft terugbetaald komt voor zijn rekening en risico. Hij kan dat niet aan de bewindvoerder tegenwerpen.
2.5.
De andere punten die partijen hebben opgeworpen maken het oordeel niet anders, omdat die punten niet relevant zijn voor het beoordelen van de eis.
2.6.
De rente en de incassokosten worden ook afgewezen, omdat die onderdelen van de eis alleen toewijsbaar zijn als de geëiste € 2.245,00 was toegewezen.
2.7.
[eiser01] moet de proceskosten betalen, omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt de proceskosten aan de kant van de bewindvoerder tot vandaag ambtshalve vast op € 50,00 aan reis-, verblijf- en verletkosten.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de eis af;
3.2.
veroordeelt [eiser01] in de proceskosten, die aan de kant van de bewindvoerder tot vandaag worden vastgesteld op € 50,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout en in het openbaar uitgesproken.
34286