ECLI:NL:RBROT:2023:8816

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 augustus 2023
Publicatiedatum
21 september 2023
Zaaknummer
10-106726-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mishandeling en openlijk geweld tijdens rellen in Rotterdam

Op 21 augustus 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die betrokken was bij de rellen op de Coolsingel te Rotterdam op 19 november 2021. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden voor mishandeling en openlijk in vereniging geweld plegen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een politiefunctionaris heeft mishandeld door een 'flying kick' te geven en openlijk geweld heeft gepleegd tegen politievoertuigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de eendaadse samenloop van mishandeling en openlijk in vereniging geweld plegen. De straffen zijn opgelegd op basis van de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waarbij rekening is gehouden met het advies van de reclassering. De verdachte moet zich houden aan bijzondere voorwaarden, waaronder een verbod op het gebruik van alcohol en drugs, en zal zich moeten melden bij een reclasseringsinstelling. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde feit, maar heeft de subsidiaire tenlasteleggingen bewezen verklaard. De uitspraak is gedaan in tegenspraak en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10-106726-22
Datum uitspraak: 21 augustus 2023
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres01] , [postcode01] te [plaats01] ,
raadsman mr. H.J. Andel, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 21 augustus 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. K.P. Mandos heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 1 primair ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 uur met aftrek van voorarrest (te vervangen door 120 dagen hechtenis) en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, zal deelnemen aan een gedragsinterventie en zich zal onthouden van het gebruik van alcohol en drugs.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering (poging zware mishandeling)
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering (mishandeling en openlijk geweld)
De verdachte heeft het onder 1 subsidiair en onder 2 ten laste gelegde bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Bewezenverklaring
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 19 november 2021 te Rotterdam, een ambtenaar, een politiefunctionaris onder nummer [nummer01] , werkzaam als brigadier bij de Eenheid Rotterdam, gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening heeft mishandeld door een flying kick te geven tegen een heup en een hand van die politiefunctionaris onder nummer [nummer01] ;
2.
hij op 19 november 2021 te Rotterdam, openlijk, te weten, op de Coolsingel in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon te weten een politiefunctionaris onder nummer [nummer01] , werkzaam als brigadier bij de Eenheid Rotterdam en goederen te weten één of meerdere ME-voertuigen en/of politievoertuigen door - een flying kick te geven tegen een heup en een hand, van die politiefunctionaris en- te trappen tegen een politievoertuig en
- een verkeersbord met paal te gooien tegen een politievoertuig en
- met een kinderfiets te slaan tegen het politievoertuig met kenteken [kenteken01] en te slaan door het raam van voornoemd politievoertuig en- met voornoemde kinderfiets een gooiende beweging te maken naar voornoemd politievoertuig
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de redengevende inhoud van het voorgaande en op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
de eendaadse samenloop van:
mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straffen

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
Op 19 november 2021 hebben er rellen plaatsgevonden in het centrum van Rotterdam. De verdachte heeft hieraan deelgenomen door achter een politieagent aan te rennen en hem een hoge schop (‘flying kick’) te geven, te trappen tegen een politievoertuig, een paal (met een verkeersbord) als een speer tegen een ME-bus te gooien en een kinderfiets tegen en door het raam van een politiebus te gooien. De verdachte heeft met dit gedrag de openbare orde geschonden en bovendien politieagenten fysiek bedreigd terwijl zij hun werk uitoefenden ter bescherming van burgers. Deze rellen hebben grote impact gehad op de politiemensen en andere hulpverleners die hierbij betrokken zijn geweest. Zo hebben betrokken politieagenten verklaard dat zij het buitensporige geweld als zeer bedreigend hebben ervaren. Zij zagen zich, bij het uitoefenen van hun publieke taak tot handhaving van de openbare orde, geconfronteerd met een grote opgefokte mensenmassa en zijn ernstig in het nauw gedreven, waarbij zij zelfs genoodzaakt waren om (waarschuwings-)schoten te lossen. Dergelijke zeer beangstigende ervaringen laten ook bij politiemensen en hun familieleden hun sporen na. De grote schaal en het gewelddadige karakter van de rellen hebben daarnaast de samenleving diep geschokt.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 19 juli 2023, waaruit blijkt dat de verdachte in de afgelopen vijf jaar niet is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportage
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 31 augustus 2022.
De reclassering adviseert – kort weergegeven – aan de verdachte bijzondere voorwaarden op te leggen, waaronder een meldplicht, een gedragsinterventie cognitieve vaardigheden en een drugs- en alcoholverbod (en, bij overtreding van dit verbod, het meewerken aan een ambulante behandeling).
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank zal echter afzien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Hierbij heeft de rechtbank acht geslagen op de hiertoe strekkende eis van de officier van justitie, het feit dat de verdachte niet voor soortgelijke feiten in aanraking is gekomen met justitie, het lange tijdsverloop sinds het ten laste gelegde en het gegeven dat de verdachte ook sindsdien niet in aanraking is gekomen met justitie.
Ook het advies van de reclassering, waarin een voorwaardelijk strafdeel wordt geadviseerd, wordt hierin meegewogen. Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. De rechtbank acht hierbij de door de reclassering geadviseerde COVA-training niet opportuun. Hiernaast zal de rechtbank niet de (voorwaardelijke) ambulante behandelverplichting opleggen, nu ook hiertoe op dit moment geen aanleiding is. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Gelet op voorgaande, zal de rechtbank een taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 55, 57, 141, 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich melden bij een nader aan te wijzen reclasseringsinstelling, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
2. de veroordeelde zal zich onthouden van het gebruik van verdovende middelen (drugs) en alcohol, onder de verplichting ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan urineonderzoek en/of ademonderzoek, gedurende de proeftijd of zoveel korter als de reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
232 (tweehonderdtweeëndertig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
116 (honderdzestien) dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. I. Bouter en D.F. Smulders, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.J. Voogel-van Buuren, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 21 augustus 2023.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 19 november 2021 te Rotterdam, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een politiefunctionaris onder nummer [nummer01] , werkzaam als brigadier bij de Eenheid Rotterdam, gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
-een flying kick heeft gegeven, althans heeft getrapt/geschopt, tegen een heup en/of
een hand, althans één of meer vinger(s) van die politiefunctionaris en/of
-een trappende beweging heeft gemaakt naar, althans in de richting van, die voornoemde politiefunctionaris (terwijl die politiefunctionaris op hoge snelheid over de Coolsingel rende), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 19 november 2021 te Rotterdam, althans in Nederland, een ambtenaar, een politiefunctionaris onder nummer [nummer01] , werkzaam als brigadier bij de Eenheid Rotterdam, gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening heeft mishandeld door een flying kick te geven, althans te trappen/schoppen, tegen een heup en/of een hand, althans één of meer vinger(s), van die politiefunctionaris onder nummer [nummer01] ;
2.
hij op of omstreeks 19 november 2021 te Rotterdam, althans in Nederland, openlijk, te weten, op de Coolsingel, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon te weten een politiefunctionaris onder nummer [nummer01] , werkzaam als brigadier bij de Eenheid Rotterdam en/of één of meer goed(eren) te weten één of meerdere een ME-voertuig(en) en/of politievoertuig(en) door meermalen, althans eenmaal,
- een flying kick te geven, althans te trappen/schoppen, tegen een heup en/of een hand, althans één of meer vinger(s), van die politiefunctionaris en/of
-een trappende beweging te maken, naar, althans in de richting van, die politiefunctionaris en/of
- te trappen/schoppen tegen een politievoertuig en/of
- een verkeersbord met paal/stang, althans een hard voorwerp, te gooien tegen een politievoertuig en/of
- met een (kinder)fiets, althans een hard voorwerp, te slaan tegen het politievoertuig met kenteken [kenteken01] en/of te slaan door het raam van voornoemd politievoertuig en/of
- met voornoemde (kinder)fiets, althans een hard voorwerp, een gooiende beweging te maken naar en/of in de richting van voornoemd politievoertuig en/of voornoemde (kinder)fiets te gooien op de grond.