Op 21 september 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker in een bestuursrechtelijke procedure tegen de heffingsambtenaar van het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling. Het verzoeker stelde dat de rechter, mr. G.C.W. van der Feltz, niet onpartijdig was tijdens de zitting van 6 juli 2023. Verzoeker voerde aan dat de rechter zich op een manier had geuit die de indruk wekte van partijdigheid en dat de regie van de zitting niet correct was gevoerd. De wrakingskamer oordeelde dat de omstandigheden die verzoeker aanvoerde geen aanwijzing gaven voor een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid. De rechter had de bevoegdheid om te beslissen over het al dan niet toelaten van nieuwe stukken en zijn oordeel over het belang van verzoeker was een rechterlijk oordeel, dat niet ter discussie stond in de wrakingsprocedure. De wrakingskamer concludeerde dat de door verzoeker aangevoerde gronden niet voldoende waren om aan te nemen dat de rechter niet onpartijdig was. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd unaniem genomen door de rechters, waaronder de voorzitter mr. A.M.H. Geerars.