Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 juli 2023, met producties;
- de e-mail van [gedaagde01] van 7 augustus 2023, met producties;
- de pleitnotities van [gedaagde01] .
2.De feiten
€ 1.470,01 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag.
3.Het geschil
- [gedaagde01] te veroordelen tot het terugboeken van de vanaf 19 december 2022 tot
- [gedaagde01] te veroordelen aan [eiseres01] te betalen het achterstallige loon van € 5.880,04 bruto over de periode 1 februari 2023 tot 1 juni 2023, vermeerderd met al het overige dat [gedaagde01] verschuldigd is;
- [gedaagde01] te veroordelen aan [eiseres01] te betalen het loon van € 1.470,01 bruto per maand (te vermeerderen met de overige aanspraken) vanaf 1 juni 2023 en zolang de arbeidsovereenkomst niet op een rechtsgeldige wijze wordt beëindigd, vermeerderd met al het overige dat [gedaagde01] verschuldigd is;
- [gedaagde01] te veroordelen aan [eiseres01] te betalen de wettelijke verhoging over voornoemde bedragen oplopend tot 50% en de wettelijke rente;
- [gedaagde01] te veroordelen aan [eiseres01] te betalen een bedrag van € 750,- aan buitengerechtelijke incassokosten;
- [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4.De beoordeling
1 februari 2023, nu niet in geschil is dat [gedaagde01] dat loon (volledig) onbetaald heeft gelaten. Ditzelfde geldt voor de vakantietoeslag. Mr. Bijl heeft tijdens de mondelinge behandeling desgevraagd meegedeeld dat de loonvordering niet nog uit andere posten bestaat.