ECLI:NL:RBROT:2023:8755
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep bijzondere leenbijstand tijdens detentie
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Eiser, die sinds 17 april 2022 gedetineerd was, had op 3 mei 2022 bijzondere bijstand aangevraagd voor de betaling van zijn huur tijdens zijn detentie. De bijzondere bijstand werd in de vorm van een geldlening toegekend, met een ingangsdatum van 1 augustus 2022. Eiser was onder bewind gesteld, wat betekent dat zijn vermogensrechtelijke belangen beschermd moesten worden. De rechtbank oordeelde dat eiser niet bevoegd was om zonder toestemming van zijn bewindvoerder beroep aan te tekenen. De gemachtigde van eiser gaf aan dat er geen contact was geweest met de bewindvoerder en dat er geen toestemming was voor het voeren van de beroepsprocedure. Aangezien niet was gebleken dat de bewindvoerder toestemming had gegeven, verklaarde de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Zoethout, in aanwezigheid van griffier mr. E. Grondman, en werd openbaar uitgesproken op 21 september 2023.