ECLI:NL:RBROT:2023:8754

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 augustus 2023
Publicatiedatum
19 september 2023
Zaaknummer
664092 / HA RK 23-815
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van anonieme rechters in bestuursrechtelijke procedures

Op 29 augustus 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoeker, die zich richtte tegen anonieme rechters in drie bestuursrechtelijke procedures met de kenmerken ROT 23 / 5517, ROT 23 / 5519 en ROT 23 / 5520. De verzoeker had op 11 augustus 2023 beroepschriften ingediend tegen het niet tijdig beslissen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [woonplaats] en het Drechtstedenbestuur. In zijn wrakingsverzoek stelde de verzoeker dat de rechtbank onterecht aannam dat hij misbruik van recht maakte, en dat de anonieme rechters en griffier in strijd met de wet handelden. De rechtbank oordeelde dat het verzoek niet betrekking had op de rechter die met de behandeling van de zaak belast was, aangezien de naam van de rechter niet was genoemd en er geen aanwijzingen waren dat de zaken aan een rechter waren toebedeeld. De rechtbank verklaarde verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek, met toepassing van artikel 8, lid 2, aanhef en onder e van het Wrakingsprotocol rechtbank Rotterdam. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar in aanwezigheid van de griffier J.A. Faaij.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Zaaknummer / rekestnummer: 664092 / HA RK 23-815
Beslissing van 29 augustus 2023
op het verzoek van
[naam verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
strekkende tot wraking van:
de anonieme rechters in de procedures met kenmerken ROT 23 / 5517, ROT 23 / 5519 en ROT 23 / 5520.

1.Het procesverloop en de processtukken

in de procedure met kenmerk ROT 23 / 5517:
1.1.
Verzoeker heeft op 11 augustus 2023 bij deze rechtbank een bestuursrechtelijk beroepschrift ingediend tegen het niet (tijdig) beslissen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [woonplaats] op het verzoek van verzoeker op grond van de Wet open overheid ten aanzien van het beleid rondom postverzending over de afgelopen tien jaren.
1.2.
Bij brief van 15 augustus 2023 heeft de griffier aan verzoeker onder meer meegedeeld:
“…..
Over het beroep met zaaknummer ROT 23 / 5517 WOO deel ik u het volgende mee.
De rechtbank deelt u hierbij mede dat een beroep op betalingsonmacht op voorhand wordt afgewezen omdat de griffier aanneemt dat sprake is van misbruik van recht.
…..”
in de procedure met kenmerk ROT 23 / 5519:
1.3.
Verzoeker heeft op 11 augustus 2023 bij deze rechtbank een bestuursrechtelijk beroepschrift ingediend tegen het niet (tijdig) beslissen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [woonplaats] op het verzoek van verzoeker op grond van de Wet open overheid ten aanzien van het beleid rondom verzoeken op grond van genoemde wet, waaronder bemiddeling en kosten over de afgelopen tien jaren.
1.4.
Bij brief van 15 augustus 2023 heeft de griffier aan verzoeker onder meer meegedeeld:
“…..
Over het beroep met zaaknummer ROT 23 / 5519 WOO deel ik u het volgende mee.
De rechtbank deelt u hierbij mede dat een beroep op betalingsonmacht op voorhand wordt afgewezen omdat de griffier aanneemt dat sprake is van misbruik van recht.
…..”
in de procedure met kenmerk ROT 23 / 5520:
1.5.
Verzoeker heeft op 11 augustus 2023 bij deze rechtbank een bestuursrechtelijk beroepschrift ingediend tegen het niet (tijdig) beslissen door het Drechtstedenbestuur op het bezwaar van verzoeker tegen het besluit van 18 januari 2023, inhoudende buiten behandeling stellen van het verzoek van verzoeker tot rechtsbijstand inzake het griffierecht in een procedure betreffende zijn verzoek tot voorlopig getuigenverhoor.
1.6.
Bij brief van 15 augustus 2023 heeft de griffier aan verzoeker onder meer meegedeeld:
“…..
Over het beroep met zaaknummer ROT 23 / 5520 PW deel ik u het volgende mee.
De rechtbank deelt u hierbij mede dat een beroep op betalingsonmacht op voorhand wordt afgewezen omdat de griffier aanneemt dat sprake is van misbruik van recht.
…..”
in de drie genoemde procedures voorts:
1.7.
Aan de wrakingskamer zijn ter beschikking gesteld de dossiers van de drie hiervoor omschreven procedures.

2.De ontvankelijkheid van het verzoek

2.1.
Wraking is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Bij de beoordeling van een verzoek tot wraking dient voorop te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens verzoeker een vooringenomenheid koestert, althans dat de door verzoeker geuite vrees voor vooringenomenheid van de rechter door objectieve factoren gerechtvaardigd is.
2.2.
Het wrakingsverzoek van verzoeker luidt als volgt:
“Onderwerp: Wraking weer anonieme rechters ROT 23/5517, 5519 en 5520.
Beste heer, mevrouw,
In de zaken ROT 23/5517, 5519 en 5520 heb ik diverse brieven ontvangen waarin staat dat er op voorhand wordt uitgegaan dat ik misbruik van recht maak.
Deze onzin gaat maar door. U heeft de kwestie al verloren. Uw werkwijze is onder meer in strijd met jurisprudentie (ABRvS 3 november 2023, ECLI:NL:RVS:2022:3430), de toegang tot het recht en het recht op een eerlijk proces.
Verder is de anonieme rechter én de anonieme griffier in strijd met de wet: De brieven zijn bovendien niet ondertekend.
Graag een rationele, eerlijke, professionele rechter die wetten en regels respecteert.
Wie is deze nare persoon bij uw rechtbank die zijn/haar onzin bovendien op deze onrechtmatige wijze afschuift op de griffier?
Vriendelijke groet,
[naam verzoeker] ”
2.3.
Uit het verzoek blijkt niet dat dit betrekking heeft op de rechter die met de behandeling van de zaak belast is. De naam van de rechter wordt door verzoeker niet genoemd. Evenmin blijkt uit de stukken in de dossiers dat de zaken inmiddels aan een rechter zijn toebedeeld.
2.4.
Voor een behandeling van het verzoek ter terechtzitting bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt gezien het vorenstaande niet toegekomen.
2.5.
De wrakingskamer zal verzoeker om deze redenen, met toepassing van artikel 8, lid 2, aanhef en onder e van het Wrakingsprotocol rechtbank Rotterdam, niet-ontvankelijk verklaren in het wrakingsverzoek.

3.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking van de anonieme rechter(s) in de procedures met kenmerken ROT 23 / 5517, ROT 23 / 5519 en ROT 23 / 5520.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.C. Santema, voorzitter, mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar en mr. W.J. Roos-van Toor, rechters.
Bij afwezigheid van de voorzitter is deze beslissing door mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2023 in tegenwoordigheid van J.A. Faaij, griffier en door hen ondertekend.
de griffier de oudste rechter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.