Op 29 augustus 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de invoer van ruim 7000 kilogram cocaïne in Nederland. De verdachte, geboren in Groot-Brittannië en ten tijde van de zitting preventief gedetineerd, had een coördinerende rol in de drugshandel en had mede geïnvesteerd in de partij cocaïne. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen opzettelijk cocaïne heeft binnengebracht in de Nederlandse territoriale wateren op 19 februari 2021. De cocaïne was aangetroffen in containers die door de Belgische douane werden onderzocht. De verdachte was geïdentificeerd via Sky-chatberichten, waarin hij nauw betrokkenheid bij de invoer van de cocaïne aantoonde.
De rechtbank heeft de gemaakte procesafspraken tussen het Openbaar Ministerie en de verdachte in acht genomen, waarbij de verdachte afstand deed van zijn verdedigingsrechten. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 7 jaar, wat de rechtbank passend achtte gezien de ernst van het feit en de rol van de verdachte in de drugshandel. De rechtbank benadrukte dat de verdachte zich bewust was van de gevolgen van de procesafspraken, ondanks dat hij de Nederlandse taal niet machtig was. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaren, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.
De rechtbank heeft ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, maar omdat hij niet over deze omstandigheden wilde verklaren, kon hier geen rekening mee worden gehouden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, en de rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.