Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Beschuldiging in de tenlastelegging
3.Beslissingen over het bewijs
enverwerken, van een hoeveelheid heroïne , een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, , voor te bereiden en/of te bevorderen, stoffen, , te weten een hoeveelheid van 37.863 gram paracetamol en coffeïne voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit.
4.Verboden gedragingen en strafbaarheid
Kwalificatie
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet
medeplegen van het om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
5.Strafmotivering
Uit onderzoek van de reclassering komen enige instabiliteit en risicofactoren naar voren op de leefgebieden. De verdachte heeft geen passende “eigen” huisvesting en het ontbreekt hem aan een structurele dagbesteding en daarbij horend vast inkomen. Daarnaast worden delict gerelateerde risicofactoren gezien in zijn (criminele) sociale netwerk, financiën en gokverleden.
De reclassering adviseert een deels voorwaardelijke straf op te leggen met de bijzondere voorwaarden van een meldplicht bij de reclassering, een gedragsinterventie cognitieve vaardigheden en dagbesteding.
6.In beslag genomen voorwerpen
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissingen
gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden;
5 (vijf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd,tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
- verklaart onttrokken aan het verkeer: 4 blokken heroïne (goedcode: [beslagnummer01] ).