Op 25 augustus 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [voornaam minderjarige01], [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling vanwege zorgen over de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen. De ouders, [moeder] en [vader], hebben het ouderlijk gezag, maar de kinderen verblijven bij de moeder. De Raad heeft geconstateerd dat de moeder keuzes maakt die niet in het belang van de kinderen zijn en dat er al geruime tijd geen contact is geweest met de vader.
Tijdens de zitting op 25 augustus 2023, die met gesloten deuren plaatsvond, was de moeder niet aanwezig. De vader heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de Raad. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen in een onveilige thuissituatie leven, getuige zijn geweest van conflicten en huiselijk geweld tussen de ouders, en dat hun ontwikkeling ernstig wordt bedreigd. De moeder is onbereikbaar en de kinderen zijn niet op school verschenen.
De kinderrechter heeft geoordeeld dat er voldaan is aan het wettelijke criterium voor ondertoezichtstelling zoals genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderen worden onder toezicht gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West Dordrecht voor de duur van een jaar, met ingang van 25 augustus 2023. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.