ECLI:NL:RBROT:2023:8700

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 augustus 2023
Publicatiedatum
18 september 2023
Zaaknummer
C/10/663174 / JE RK 23-1874
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking ondertoezichtstelling van minderjarigen in een onveilige thuissituatie

Op 25 augustus 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [voornaam minderjarige01], [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling vanwege zorgen over de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen. De ouders, [moeder] en [vader], hebben het ouderlijk gezag, maar de kinderen verblijven bij de moeder. De Raad heeft geconstateerd dat de moeder keuzes maakt die niet in het belang van de kinderen zijn en dat er al geruime tijd geen contact is geweest met de vader.

Tijdens de zitting op 25 augustus 2023, die met gesloten deuren plaatsvond, was de moeder niet aanwezig. De vader heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de Raad. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen in een onveilige thuissituatie leven, getuige zijn geweest van conflicten en huiselijk geweld tussen de ouders, en dat hun ontwikkeling ernstig wordt bedreigd. De moeder is onbereikbaar en de kinderen zijn niet op school verschenen.

De kinderrechter heeft geoordeeld dat er voldaan is aan het wettelijke criterium voor ondertoezichtstelling zoals genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderen worden onder toezicht gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West Dordrecht voor de duur van een jaar, met ingang van 25 augustus 2023. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/663174 / JE RK 23-1874
datum uitspraak: 25 augustus 2023

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[minderjarige01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2016 te [geboorteplaats01] [geboorteland01] , hierna te noemen [voornaam minderjarige01] ,

[minderjarige02] ,

geboren op [geboortedatum02] 2018 te [geboorteplaats01] [geboorteland01] , hierna te noemen [voornaam minderjarige02] ,

[minderjarige03] ,

geboren op [geboortedatum03] 2021 te [geboorteplaats02] , hierna te noemen [voornaam minderjarige03] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[moeder01] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats01] ,

[vader01] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats02] ,
advocaat mr. H. van Asperen, te Rotterdam.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de Raad van 28 juli 2023, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- de e-mail met bijlagen van mr. Van Asperen van 7 augustus 2023.
Op 25 augustus 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de Raad, te weten mw. [naam01] ,
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, te weten mw. [naam02] en
mw. [naam03] .
Opgeroepen en niet verschenen is de moeder.
Er is bijzondere toegang verleend aan mw. [naam04] van DwarsDoen.
Aangezien de vader de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Arabisch Soedanese taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van dhr. M. Fayez, tolk in de Arabisch Soedanese taal.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de tolk is beëdigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet beëdigde tolken en vertalers.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] verblijven bij de moeder.

Het verzoek van de Raad

De Raad heeft verzocht om [voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West Dordrecht, gevestigd te Dordrecht, voor een periode van een jaar.
De Raad heeft het verzoek gehandhaafd en als volgt nader toegelicht. Op dit moment is het onduidelijk waar de moeder en de kinderen zijn. De moeder maakt keuzes die niet in het belang zijn van de kinderen. De vader heeft al enige tijd geen contact meer met de kinderen. Een ondertoezichtstelling is nodig om de conflicten tussen de ouders op te lossen en een vaste verblijfplaats te creëren voor de kinderen.

Het standpunt van de belanghebbende

Door en namens de vader is er geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de Raad. De ontwikkelingen van de laatste weken zijn zeer zorgelijk te noemen. De moeder negeert de belangen van de kinderen en stelt haar eigen belang voorop. Er is door de vader aangifte gedaan voor vermissing en onttrekking. De kinderen zijn niet op school verschenen en de telefoon van de moeder is afgesloten. De moeder is onbereikbaar.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. De kinderen leven in een onveilige thuissituatie.
In de periode dat de ouders nog samenwoonden, zijn de kinderen getuige geweest van de conflicten tussen de ouders. Daarbij was sprake van ruzies en van huiselijk geweld. Het lukte de ouders niet om een rustige en stabiele opvoedsituatie te creëren. De kinderen hebben daarnaast last van fysieke klachten zoals buikpijn en een slecht gebit. Een ondertoezichtstelling is nodig om voor de kinderen een veilige situatie te creëren.
Daar is recent de zorg bijgekomen dat het op dit moment niet duidelijk is waar de moeder, [voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] verblijven of wonen. Al wekenlang is er geen contact geweest met de moeder en/of de kinderen. Na het laatste incident is de moeder met de kinderen vertrokken. De kinderen waren vervolgens ook niet aanwezig bij de start van het nieuwe schooljaar. Hiermee maakt de moeder keuzes die niet in het belang zijn van de kinderen.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom [voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] onder toezicht stellen voor de duur van een jaar.
Zodra duidelijk is waar de kinderen verblijven, zal ingezet moeten worden op het creëren van een veilig en stabiele situatie. Daarvoor is van belang dat zij bij één van de ouders verblijven en zij gewoon naar school kunnen gaan. De GI zal moeten bezien welke hulpverlening er voor de kinderen noodzakelijk is, maar vooral ook wat er nodig is om de communicatie tussen de ouders te verbeteren en hun relatie in een rustiger vaarwater te brengen.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [voornaam minderjarige01] , [voornaam minderjarige02] en [voornaam minderjarige03] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West Dordrecht, gevestigd te Dordrecht, met ingang van
25 augustus 2023 tot 25 augustus 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2023 door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. K.F.G. van Leeuwen als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 7 september 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.