Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 178 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 120 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, en tot een taakstraf van 124 uren (te vervangen door 62 dagen hechtenis).
4.Ontvankelijkheid officier van justitie
De rechtbank is van oordeel dat het uiteindelijk aan de zittingsrechter is om te beoordelen of hierin reden is gelegen om te oordelen dat sprake is van een vormfout als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering en, zo dat al het geval mocht zijn, welke consequenties daaraan verbonden zouden moeten worden.”
5.Waardering van het bewijs
op1 juni 2023 te Hendrik-Ido-Ambacht opzettelijk aanwezig heeft gehad 998,6 gram cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
6.Strafbaarheid feit
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
een gedeelte, groot 62 (tweeënzestig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;