2.3Het pand is gelegen in de Afrikaanderwijk, binnen het gebied Feijenoord in Rotterdam-Zuid. Sinds oktober 2014 is er vanuit de politie in Rotterdam-Zuid een Staf Grootschalig Bijzonder Optreden Ondermijning werkzaam. Het doel hiervan is om ondergrondse geldstromen in kaart te brengen om zo crimineel vermogen te onderscheppen en te ontnemen. Daarbij is de wijk Feijenoord sinds 2015 Veiligheidsrisicogebied als gevolg van een hoog aantal geweldsincidenten waarbij gebruik werd gemaakt van (vuur)wapens.
De eigenaar heeft aan de politie verklaard dat hij voor diverse klanten één keer per week naar België rijdt om daar de loten in te leveren en eventuele winsten te incasseren. De klanten betalen hem hun inzet en de winsten neemt hij mee terug naar de winkel en worden daar opgehaald door de klanten. Hij verdient hier geld aan door een bedrag per inzet/lottokaartje te vragen.
3. Naar aanleiding van deze bevindingen heeft de burgemeester op 15 november 2022 zijn voornemen kenbaar gemaakt om het pand te sluiten en verzoeker en [naam derde-partij] in de gelegenheid gesteld hun zienswijze kenbaar te maken. Zij hebben hiervan gebruik gemaakt.
4. De burgemeester heeft naar aanleiding van de bestuurlijke rapportage besloten om het pand te sluiten voor de duur van 3 maanden. Verzoeker is het daar niet mee eens. Hij wil met het verzoek om een voorlopige voorziening bereiken dat het pand weer opengaat, totdat er is beslist op zijn bezwaarschrift.
Is er een spoedeisend belang?
5. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Deze procedure kan alleen worden gevoerd als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar- of beroepschrift. De voorzieningenrechter dient eerst te bezien of er sprake is van een spoedeisend belang, voordat de zaak inhoudelijk kan worden behandeld.
6. Verzoeker voert aan dat dat er sprake is van een acute financiële noodsituatie. Het bedrijf staat er financieel niet rooskleurig voor waardoor de onderneming als gevolg van de sluiting mogelijk al over een maand failliet gaat. Zelfs als de onderneming weer open gaat, zal de onderneming niet meteen volledig operationeel zijn. De kosten lopen tijdens de sluiting door zonder dat er inkomsten zijn. Het bedrag van 30.000 euro dat ten behoeve van de bedrijfsvoering in het pand lag, is in beslag genomen zodat verzoeker daar niet over kan beschikken. Daarnaast is de uitkomst van deze procedure van belang in het kader van de buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst. Als de uitkomst is dat het pand ten onrechte is gesloten, is een buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst niet zonder meer mogelijk.
7. Volgens de burgemeester is er geen sprake van een spoedeisend belang omdat van een acute financiële noodsituatie niet is gebleken. Een aanstaand faillissement is niet met stukken onderbouwd. Niet blijkt dat er rekeningen zijn die op dit moment betaald moeten worden. Bovendien heeft verzoeker geregeld bedragen op zijn eigen rekening gestort: van begin 2022 tot en met 18 juli 2022 was dit een bedrag van € 18.000,-. Daarnaast is de buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst inmiddels een feit. Deze procedure is daar niet op van invloed nu de civiele rechter op basis van het huurrecht zal moeten beoordelen of de ontbinding van de huurovereenkomst kan standhouden.
8. De voorzieningenrechter is van oordeel dat verzoeker een voldoende spoedeisend belang heeft bij deze voorlopige voorziening. Daarbij is van belang dat de winkel drie maanden gesloten zou blijven terwijl de kosten doorlopen en bovendien een bedrag van € 30.000,- in beslag is genomen. Mocht in bezwaar of in een eventuele beroepsprocedure blijken dat de winkel ten onrechte gesloten is, dan is de daardoor veroorzaakte schade niet eenvoudig vast te stellen. Een inhoudelijke beoordeling van het verzoek kan verder van belang zijn voor het kader waarin de huurrechtelijke zaak moet worden beoordeeld.
Verder is van belang dat de burgemeester ter zitting heeft toegelicht dat de zaak ten behoeve van de behandeling van het bezwaarschrift van verzoeker aan een bezwaaradviescommissie zal worden voorgelegd en dat er niet eerder dan in maart zicht is op een hoorzitting ter behandeling van het bezwaarschrift.
Wat vindt de voorzieningenrechter inhoudelijk van deze zaak?
9. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Wat is het beoordelingskader?
10. Artikel 2:35, eerste, van de APV Rotterdam 2012 bepaalt dat de burgemeester, indien zulks naar zijn oordeel in het belang van de openbare orde of ter voorkoming of beperking van overlast of nadelige beïnvloeding van het woon- of leefklimaat is vereist, de gehele of gedeeltelijke sluiting kan bevelen van een voor het publiek openstaand gebouw - niet zijnde een seksinrichting - of een bij dat gebouw behorend erf, een perceel of perceelsgedeelte of enige andere ruimte, niet zijnde een woning die als zodanig in gebruik is.
11. Artikel 2:35, eerste lid, van de APV heeft betrekking op de bevoegdheid tot ingrijpen in het geval dat de dreiging niet acuut is, en overlast, verstoring van de openbare orde of aantasting van woon- en leefklimaat dreigt of aanwezig is.
Mocht de burgemeester overgaan tot sluiting van het pand?
12. De voorzieningenrechter ziet zich voor de vraag gesteld, of de burgemeester op grond van artikel 2:35 van de APV Rotterdam 2012 bevoegd was over te gaan tot sluiting van het pand en of hij van deze bevoegdheid gebruik heeft mogen maken.