ECLI:NL:RBROT:2023:8460

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 juli 2023
Publicatiedatum
14 september 2023
Zaaknummer
10/095869-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdstrafrecht: Diefstal gevolgd van bedreiging met geweld in vereniging en handelen in strijd met artikel 26 WWM

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 juli 2023 uitspraak gedaan in een jeugdstrafrechtelijke kwestie. De verdachte, geboren in 2007, werd beschuldigd van diefstal van een telefoon, gevolgd door bedreiging met geweld, gepleegd in vereniging met anderen. De feiten vonden plaats op 9 april 2023 in Rotterdam, waar de verdachte samen met medeverdachten een telefoon heeft weggenomen van een slachtoffer, terwijl hij met een mes dreigde. De officier van justitie eiste een taakstraf van 60 uren, met bijzondere voorwaarden, waaronder begeleiding door de jeugdreclassering en een leerstraf van 20 uren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, gezien zijn leeftijd en omstandigheden, een deels voorwaardelijke werkstraf moest krijgen, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de adviezen van de Raad voor de Kinderbescherming en de jeugdreclassering. De verdachte werd schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten, maar de rechtbank sprak hem vrij van andere beschuldigingen. De opgelegde straffen zijn bedoeld om de kans op recidive te verminderen en de verdachte te begeleiden naar een positieve ontwikkeling.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummer: 10/095869-23
Datum uitspraak: 11 juli 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren op [geboortedatum01] 2007 te [geboorteplaats01] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
raadsman mr. G. Ozveren, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 27 juni 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H.J. du Croix heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 60 uren, met aftrek van het voorarrest, subsidiair 30 dagen vervangende jeugddetentie, waarvan 30 uur voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte meewerkt met de begeleiding van de jeugdreclassering, onderwijs volgt volgens het rooster, meewerkt aan de hulpverlening van Stichting JOZ en een contactverbod heeft met de medeverdachten en de slachtoffers;
  • met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: de jeugdreclassering) tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een leerstraf voor de duur van 20 uren, subsidiair 10 dagen vervangende jeugddetentie, te weten Tools4U Regulier.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 9 april 2023 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met anderen, een telefoon, die aan [slachtoffer01] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd gevolgd van
bedreiging met geweld tegen [slachtoffer02] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal bij betrapping op
heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
meermalen, met een mes, stekende bewegingen te maken in de richting van die [slachtoffer02] en een mes, te tonen aan die [slachtoffer02] ;
2.
hij op 9 april 2023 te Rotterdam,
terwijl hij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een
mes, voorhanden heeft gehad;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1. Diefstal gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;

2.Handelen in strijd met artikel 26, vijfde lid, van de Wet wapens en munitie.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straffen

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich op vijftienjarige leeftijd samen met anderen schuldig gemaakt aan een diefstal van een telefoon gevolgd door bedreiging met geweld. De verdachte heeft samen met de medeverdachten het plan bedacht om een telefoon te stelen. Zij hebben via Marktplaats een afspraak gemaakt met de aangeefster om de telefoon te kopen. De verdachte is met de telefoon in zijn handen weggerend. De vriend van de aangeefster is hem achterna gerend. Vervolgens heeft de verdachte een mes naar de vriend van de aangeefster getoond en stekende bewegingen in zijn richting gemaakt.
Met het plegen van dit feit heeft de verdachte er blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor de persoonlijke eigendommen van anderen, en zich, net als zijn medeverdachten, uitsluitend door financieel gewin te laten leiden. De verdachte heeft bij het plegen van dit feit er helemaal niet bij stilgestaan wat hij de slachtoffers aandeed en wat de gevolgen voor hen zouden zijn. Ook veroorzaakt dit feit gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving in het algemeen en bij direct betrokkenen in het bijzonder. De rechtbank neemt dat de verdachte kwalijk.
Daarnaast heeft de verdachte een groot mes voorhanden gehad op de openbare weg. De verdachte had zo een wapen ter beschikking waarmee kan worden gedreigd en aanzienlijk of zelfs dodelijk letsel kan worden toegebracht. Het ongecontroleerde bezit van wapens kan leiden tot het plegen van ernstige geweldsdelicten. Het mes is ook gehanteerd, zoals hiervoor is vastgesteld.
De rechtbank rekent deze feiten de verdachte zwaar aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 31 mei 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
7.3.2.
Rapportages en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad)schrijft in het rapport over de verdachte van 31 mei 2023 dat de verdachte opgroeit in een warm gezin en er duidelijke regels en afspraken zijn thuis. Hij heeft gesolliciteerd als bezorger bij een pizzeria in de buurt en heeft het voetballen weer opgepakt. Op dit moment gaat hij volgens het rooster naar school en start hij binnenkort met zijn stage bij een kledingwinkel. Er worden op dit moment vooral risicofactoren gezien in de domeinen Relaties, Houding en Vaardigheden en Geestelijke gezondheid. Vanuit eerder onderzoek is naar voren gekomen dat er zorgen zijn over het netwerk waarin de verdachte zich bevindt. Hij gaat om met antisociale jongeren en de medeverdachte is een vriend van hem. De moeder kent niet alle vrienden van de verdachte en hij laat niet altijd weten waar en met wie hij is. Zowel de moeder als school hebben aangegeven zich zorgen te maken over de beïnvloedbaarheid van de verdachte.
Na zijn voorgeleiding is de voorlopige hechtenis van de verdachte geschorst met strikte voorwaarden. Hij is ook aangemeld bij Stichting JOZ en krijgt hier begeleiding van een jongerencoach. De jongerencoach heeft verteld dat de verdachte inmiddels schuldbewust is en begrijpt dat de voorwaarden waar hij zich aan moet houden het gevolg zijn van zijn eigen handelen. De verdachte mag in de toekomst aansluiten bij activiteiten die door Stichting JOZ worden georganiseerd. Op deze manier willen zij meer zicht krijgen en houden op met wie hij omgaat en wat hij met hen bespreekt. Het is op dit moment van belang dat de verdachte oefent met moeilijke situaties, vaardigheden aanleert met betrekking tot zijn beïnvloedbaarheid en omgang heeft met pro-sociale contacten.
De omgang met antisociale jongeren in combinatie met zijn beïnvloedbaarheid zorgt ervoor dat de kans op recidive aanwezig is. Gelet op de ten laste gelegde feiten, het feit dat de verdachte een first offender is en hij in zijn schorsingsperiode positieve stappen heeft gemaakt, lijkt toezicht en begeleiding door een jeugdreclasseerder het meest passend.
De Raad adviseert een deels voorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf op te leggen, met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte meewerkt aan het opstellen van een delictanalyse, zich houdt aan een contactverbod met de medeverdachten, onderwijs volgt volgens het rooster en meewerkt aan de begeleiding vanuit Stichting JOZ.
De jeugdreclasseringwijst er in het rapport over de verdachte van 21 juni 2023 op dat de verdachte een first offender is en een bekennende verklaring heeft afgelegd. Het wijkteam en een jongerencoach vanuit Stichting JOZ zijn betrokken. De kans op recidive wordt laag ingeschat. Er zijn beschermende factoren in het leven van de verdachte. Hij houdt zich over het algemeen goed aan de regels binnen school, haalt goede cijfers en is aanwezig op school. De moeder en broer zijn betrokken bij de verdachte en zij hebben onderling een hechte band. De moeder houdt zicht op de verdachte en praat met hem over zijn gedrag. Ook motiveert zij hem in de positieve dingen (zoals schoolgang) en stelt grenzen (zoals op tijd thuis zijn). De moeder heeft onlangs, in overleg met de verdachte, hulpverlening vanuit het wijkteam ingeschakeld, omdat er enige zorgen zijn over zijn schoolverzuim, vriendenkeuze en beïnvloedbaarheid. De verdachte werkt hieraan mee.
Risicofactoren die de kans op herhaling van delict gedrag verhogen zijn ook aanwezig en worden vooral gezien in de domeinen vrije tijd, relaties en vaardigheden. De verdachte is in zijn vrije tijd veel buiten samen met vrienden. Het vermoeden is dat de verdachte contacten heeft met antisociale vrienden en dat beïnvloeding door hen een grote rol heeft gespeeld in de huidige verdenking. De verdachte wil weinig informatie geven over met wie hij omgaat, wie zijn vrienden zijn en wie er mogelijk nog meer bij het delict betrokken waren.
De jeugdreclassering adviseert de leerstraf Tools4U Regulier. De verdachte lijkt onvoldoende in staat om ‘nee’ te zeggen en de gevolgen van zijn gedrag te overzien. Met deze leerstraf kan hij zijn vaardigheden op dit gebied vergroten. De jongerencoach zal zich gedurende de leerstraf meer op de achtergrond houden en de begeleiding tegen het einde van de leerstraf weer oppakken. Ook het wijkteam zal betrokken blijven. Daarnaast wordt een voorwaardelijke werkstraf geadviseerd met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zal meewerken aan de begeleiding van de jeugdreclassering, een contactverbod heeft de medeverdachten en de slachtoffers, meewerkt aan Stichting JOZ en het wijkteam en onderwijs volgt volgens rooster.
Aanvullend heeft de jeugdreclasseerder ter terechtzitting naar voren gebracht dat er onlangs een delictanalyse met de verdachte is gemaakt. Het gaat goed met de verdachte bij de moeder thuis. De moeder had al hulpverlening ingezet via het wijkteam en Stichting JOZ.
De rechtbank heeft acht geslagen op de rapportages en wat door de jeugdreclasseerder ter terechtzitting naar voren is gebracht.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op wat hierboven is overwogen, komt de rechtbank tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten zal de rechtbank een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, van na te noemen duur opleggen. Bij de bepaling van de duur van de werkstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank houdt ook rekening met de strafverzwarende omstandigheid dat de verdachte na de diefstal heeft gedreigd met een mes.
Mede gelet op de rapportages van de Raad en de jeugdreclassering, waarin bijzondere voorwaarden worden geadviseerd, zal de rechtbank de werkstraf deels voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er ook toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Daarnaast zal de rechtbank aan de verdachte een taakstraf bestaande uit de geadviseerde leerstraf opleggen, te weten Tools4U. De rechtbank acht het van belang dat de verdachte met deze leerstraf sociale en cognitieve vaardigheden aanleert om de kans op recidive te verminderen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 77a, 77g, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg en 312 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 54 van de Wet wapens en munitie.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit een
leerstrafvoor de duur van
20 (twintig) uren,waarbij de verdachte dient deel te nemen aan het leerproject Tools4U Regulier van de Raad voor de Kinderbescherming;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de leerstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 10 (tien) dagen;
legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren,waarbij de Raad voor de Kinderbescherming dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde werkstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
52 (tweeënvijftig) uren werkstrafresteren;
bepaalt dat een gedeelte van de taakstraf groot
30 (dertig) uren, subsidiair 15 dagen vervangende jeugddetentie, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde het onvoorwaardelijk deel van de werkstraf, te weten 22 (tweeëntwintig) uren, niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 11 (elf) dagen;
verbindt aan het voorwaardelijk deel een proeftijd, die wordt vastgesteld op 2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende een door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- gedurende de proeftijd onderwijs zal volgen volgens het rooster;
- gedurende de proeftijd zal meewerken aan hulpverlening en begeleiding van Stichting JOZ en het wijkteam, zolang de jeugdreclassering dit nodig acht;
- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
- [medeverdachte01] , geboren op [geboortedatum02] 2007 te [geboorteplaats01] ;
- [medeverdachte02] , geboren op [geboortedatum03] 2007 te [geboorteplaats01] ;
- [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum04] 1993 te [geboorteplaats02] ;
- [slachtoffer02] , geboren op [geboortedatum05] 1986;
zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissing geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. K.J. van den Herik, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. M.P. van der Stroom en C.C. Peterse, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 juli 2023.
De oudste rechter en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 9 april 2023 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een telefoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer01] , in
elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen [slachtoffer02] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op
heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
meermalen, althans eenmaal, met een mes, althans een scherp en/of puntig
voorwerp, stekende bewegingen te maken in de richting van die [slachtoffer02] en/of
een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, te tonen aan die [slachtoffer02] ;
2.
hij op of omstreeks 9 april 2023 te Rotterdam,
terwijl hij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een
mes,
voorhanden heeft gehad.