ECLI:NL:RBROT:2023:8459

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 juli 2023
Publicatiedatum
14 september 2023
Zaaknummer
02/057129-23 en 10/096386-23 (gevoegd t.t.z.)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdstrafrecht: Diefstal gevolgd van bedreiging met geweld in vereniging en wederrechtelijk verblijven op afgesloten haventerrein

Op 11 juli 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een jeugdstrafzaak tegen een verdachte, geboren in 2007, die zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal gevolgd door bedreiging met geweld in vereniging en wederrechtelijk verblijven op een afgesloten haventerrein. De rechtbank heeft de verdachte, die samen met anderen handelde, veroordeeld tot een jeugddetentie van 46 dagen, gelijk aan de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht, en een voorwaardelijke werkstraf van 50 uur. De feiten vonden plaats op 25 februari 2023 te Nieuwdorp en op 9 april 2023 te Rotterdam. De verdachte heeft op het haventerrein van een havenbedrijf verbleven en heeft samen met medeverdachten een telefoon gestolen, waarbij hij een mes heeft getoond en dreigende bewegingen heeft gemaakt richting de vriend van de aangeefster. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de adviezen van de jeugdreclassering en de Raad voor de Kinderbescherming. De verdachte is een first offender en de rechtbank heeft besloten om geen voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen, maar wel bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke werkstraf te verbinden. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om zich te houden aan een avondklok en zich niet in de havens van Rotterdam te bevinden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummers: 02/057129-23 en 10/096386-23 (gevoegd t.t.z.)
Datum uitspraak: 11 juli 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren op [geboortedatum01] 2007 te [geboorteplaats01] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
raadsvrouw mr. L.A.E. Timmer, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 27 juni 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H.J. du Croix heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder parketnummer 02/057129-23 en het onder parketnummer 10/096386-23 primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 86 dagen met aftrek
  • met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: de jeugdreclassering) tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering parketnummer 02/057129-23
Het onder parketnummer 02/057129-23 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 02/057129-23 ten laste gelegde heeft begaan.
4.2.
Bewijswaardering parketnummer 10/096386-23
Uit de bewijsmiddelen, opgenomen in bijlage II, volgt dat er sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. De verdachte heeft samen met de medeverdachten het plan bedacht om een telefoon te stelen en ze zijn met z’n drieën naar het huis van aangeefster gegaan. De verdachte heeft op de hoek staan wachten en is, toen de medeverdachte aan kwam rennen, met hem mee gerend. Ook was hij erbij toen de medeverdachte met een mes stekende bewegingen heeft gemaakt richting de vriend van de aangeefster. De rollen zijn inwisselbaar geweest en de opbrengst van de telefoon zou worden verdeeld. De rechtbank acht het onder parketnummer 10/096386-23 primair ten laste gelegde, te weten medeplegen van de diefstal gevolgd door bedreiging met geweld, wettig en overtuigend bewezen.
In bijlage III heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/096386-23 primair ten laste gelegde heeft begaan.
4.3.
Bewezenverklaring
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
Parketnummer 02-057129-23
hij op 25 februari 2023 te Nieuwdorp, gemeente Borsele,
tezamen en in vereniging met anderen,
wederrechtelijk heeft verbleven op een in een haven gelegen besloten plaats voor
distributie, opslag en/of overslag van goederen, te weten het terrein van
[naam bedrijf01] terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders zich de
toegang hebben verschaft tot die besloten plaats, door middel van
- braak.
Parketnummer 10-096386-23
hij op 9 april 2023 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met anderen,
een telefoon, die aan [slachtoffer01] , toebehoorde
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd gevolgd van
bedreiging met geweld tegen [slachtoffer02] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal bij betrapping op
heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
meermalen, met een mes, stekende bewegingen te maken in de richting van die [slachtoffer02] en een mes, te tonen aan die [slachtoffer02] .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 02-057129-23
Het wederrechtelijk verblijven op een in een haven gelegen besloten plaats voor distributie, opslag of overslag van goederen en het zich de toegang verschaffen tot een plaats bestemd voor distributie, opslag of overslag van goederen door middel van braak, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Parketnummer 10-096386-23
Diefstal gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft op zestienjarige leeftijd samen met anderen door middel van braak de toegang verschaft tot het afgesloten haventerrein van een havenbedrijf te Nieuwdorp. Het lijkt erop dat het handelen van de verdachte en de medeverdachten erop was gericht om een container open te breken en daar voor de gezondheid schadelijke (verdovende) middelen uit te halen. Een belangrijke aanwijzing hiervoor is dat de verdachten gereedschappen bij zich hadden die geschikt zijn om een container open te breken. Ook is het een feit van algemene bekendheid dat de afgelopen tijd frequent personen worden aangetroffen op de besloten haventerreinen in Zeeland die daar wederrechtelijk verblijven.
De verdachte heeft met zijn aanwezigheid op het haventerrein en het voorgenomen handelen de bedoeling gehad om in belangrijke mate bij te dragen aan het in Nederland brengen van cocaïne hetgeen een zeer sterk ondermijnend effect heeft op de Nederlandse samenleving.
Havens zijn bovendien van essentieel belang voor het economisch verkeer en het maatschappelijk leven. Vanwege deze belangrijke functie is het van belang dat havens ongestoord kunnen functioneren. Handhaving, toezicht, opsporing en aanhouding vergen veel capaciteit van de toezichthouders en opsporingsdiensten alleen al vanwege de grootschalige inzet van mensen en middelen nadat (een) indringer(s) is/zijn gesignaleerd. Hieraan zijn aanzienlijke kosten verbonden, ook voor de betreffende containerbedrijven.
Vervolgens heeft de verdachte zich tijdens de schorsing van zijn voorarrest samen met anderen schuldig gemaakt aan een diefstal van een telefoon gevolgd door bedreiging met geweld. De verdachte heeft samen met de medeverdachten het plan bedacht om een telefoon te stelen. Zij hebben via Marktplaats een afspraak gemaakt met de aangeefster om de telefoon te kopen. De medeverdachte is met de telefoon in zijn handen weggerend. De verdachte is samen met hem weggerend. De vriend van de aangeefster is hen achterna gerend. Vervolgens heeft de medeverdachte een mes aan de vriend van de aangeefster getoond en stekende bewegingen in zijn richting gemaakt.
Met het plegen van dit feit heeft de verdachte er blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor de persoonlijke eigendommen van anderen, en zich, net als zijn medeverdachten, uitsluitend door financieel gewin laten leiden. De verdachte heeft er bij het plegen van dit feit helemaal niet bij stilgestaan wat hij de slachtoffers aandeed en wat de gevolgen voor hen zouden zijn. Ook veroorzaakt dit feit gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving in het algemeen en bij direct betrokkenen in het bijzonder.
De rechtbank rekent deze feiten de verdachte zwaar aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 31 mei 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
7.3.2.
Rapportages en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting
De jeugdreclasseringschrijft in het rapport over de verdachte van 22 juni 2023 dat de verdachte met zijn moeder en broertjes en zusjes in Rotterdam woont. Er zijn geregeld conflicten in de thuissituatie. Dit heeft volgens de moeder ermee te maken dat de verdachte zelfbepalend gedrag laat zien, niet aan te sturen is en een grote mond geeft als hij wordt aangesproken. De verdachte geeft aan dat hij het gevoel heeft dat hij altijd overal de schuld van krijgt. Er zijn zorgen over de thuissituatie van de verdachte en hulpverlening lijkt hiervoor passend. Daarnaast zou het goed zijn als de verdachte zich gaat inzetten voor het vinden en behouden van een structurele vrijetijdsbesteding. Er zijn grote zorgen over de schoolgang van de verdachte. Vanwege het aanhoudende schoolverzuim en de tweede verdenking, waarbij de medeverdachte een klasgenoot is, heeft de school besloten dat de verdachte niet meer welkom is. Op dit moment wordt naar een passende school gezocht. Hij zou na de zomervakantie kunnen beginnen met een mbo1-opleiding. Er is op dit moment onvoldoende zicht op het sociale netwerk van de verdachte en zijn activiteiten buitenshuis. Om aan de doelen te werken is een jongerencoach van E25 betrokken. Vanuit de hulpverlening komt naar voren dat het opvallend is dat het niet altijd duidelijk is of de verdachte iets niet begrijpt of niet wil begrijpen. Mogelijk is sprake van een licht verstandelijke beperking.
De jeugdreclassering adviseert een onvoorwaardelijke jeugddetentie gelijk aan het voorarrest, een onvoorwaardelijke werkstraf en een voorwaardelijke jeugddetentie, met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte meewerkt aan een dagbesteding in de vorm van onderwijs/stage of een passend traject, meewerkt aan hulpverlening vanuit E25 of een soortgelijke instelling, meewerkt aan een positieve vrijetijdsbesteding, meewerkt aan de elektronische monitoring voor de duur van maximaal zes maanden, zich houdt aan een avondklok voor de duur van maximaal zes maanden en dat de verdachte zich niet zal bevinden in de havens van Rotterdam (Waalhaven, Maashaven), de haven van Vlissingen of de haven van Den Helder.
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad)stelt in het rapport over de verdachte van 26 juni 2023 vast dat de verdachte in een korte periode twee keer in aanraking is gekomen met politie en justitie. Tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis voor het eerste feit is de verdachte begin april 2023 opnieuw opgepakt. De verdachte gaat al een langere tijd niet naar school toe. De moeder heeft geen grip meer op hem. Vanwege de vele ruzies in de thuissituatie verblijft de verdachte nu op een crisisopvang van Enver. De verdachte is een kwetsbare jongen die steeds meer afglijdt vanwege zijn gebrek aan dagbesteding en zelfbepalende gedrag. Hiermee wordt de kans op recidive vergroot, waarvoor het strafrechtelijk kader nodig is. Aan de andere kant zijn er ook zorgen over de algehele ontwikkeling van de verdachte. Hij heeft een gesloten en teruggetrokken houding. De reeds ingezette hulpverlening heeft nog onvoldoende resultaat geboekt. De Raad is van mening dat er langdurige en intensieve hulpverlening in de thuissituatie moet worden ingezet. De Raad heeft daarom besloten het strafonderzoek uit te breiden naar een kinderbeschermingsonderzoek. De jeugdreclassering kan een steunende rol hebben. Ook is het belangrijk dat er breder onderzoek wordt gedaan naar de oorzaak van het gedrag van de verdachte.
De Raad adviseert een onvoorwaardelijke jeugddetentie gelijk aan het voorarrest en een voorwaardelijke jeugddetentie met de bijzondere voorwaarden dat de verdachte meewerkt met de begeleiding door de jeugdreclassering, naar school gaat volgens het rooster, een contactverbod heeft met de medeverdachten en de slachtoffers, een vrijetijdsbesteding heeft in de vorm van sport of een bijbaan, zijn medewerking verleent aan de hulpverlening vanuit E25, ook indien een persoonlijkheidsonderzoek een onderdeel hiervan is, zich zal houden aan een avondklok en zijn medewerking verleent aan elektronische monitoring.
Aanvullend heeft de jeugdreclasseerder ter terechtzitting toegelicht dat er zorgen zijn over de verdachte. Het is lastig om grip op hem te krijgen. Het lukt de verdachte niet om zich aan de schorsingsvoorwaarden te houden. Er zijn zorgen over de beïnvloedbaarheid en kwetsbaarheid van de verdachte. Hij houdt zich aan de avondklok, maar vindt toch een manier om contact te hebben met zijn vrienden, zoals afspreken in de schuur. Samen met de jongerencoach van E25 zal verder gekeken worden welke hulpverlening nodig is.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten en wat de jeugdreclasseerder ter terechtzitting naar voren heeft gebracht.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op wat hierboven is overwogen, komt de rechtbank tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie. Bij de bepaling van de duur van de jeugddetentie heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank houdt ook rekening met de strafverzwarende omstandigheid dat er bij de diefstal is gedreigd met een mes. De rechtbank is van oordeel dat het onvoorwaardelijke deel van de jeugddetentie niet langer moet zijn dan de duur die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Anders dan de officier van justitie heeft geëist, zal de rechtbank afzien van het opleggen van een voorwaardelijke jeugddetentie, omdat de verdachte een first offender is en de bijzondere voorwaarden al vrijheidsbeperkend zijn. In plaats daarvan wordt een voorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf opgelegd.
Mede gelet op de rapportages van de Raad en de jeugdreclassering, waarin bijzondere voorwaarden worden geadviseerd, zal de rechtbank de voorwaardelijke werkstraf opleggen met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er ook toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 138aa en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de onder parketnummers 02/057129-23 en 10/096386-23 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
jeugddetentie voor de duur van 46 (zesenveertig) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de verdachte een taakstraf op, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
50 (vijftig) uren, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 25 (vijfentwintig) dagen;
bepaalt dat deze taakstraf, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt vastgesteld op 2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende een door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- gedurende de proeftijd meewerkt aan een dagbesteding in de vorm van onderwijs of een passend traject, zoals School2Care of Urban Skills, en daar naartoe gaat conform het rooster;
- gedurende de proeftijd een vrijetijdsbesteding heeft in de vorm van sport en/of bijbaan;
- gedurende de proeftijd zijn medewerking verleent aan hulpverlening vanuit CoachE25 of een soortgelijke instelling;
- zijn medewerking verleent aan een persoonlijkheids/intelligentie/psychodiagnostisch onderzoek en (daaruit voortvloeiende) behandeling, indien dit door de jeugdreclassering nodig wordt geacht;
- zich zal houden aan een avondklok voor de maximale duur van zes maanden of zoveel korter als de jeugdreclassering noodzakelijk acht. Deze avondklok houdt in dat de veroordeelde dagelijks om 19:00 uur thuis of in de crisisopvang zal zijn en daar zal blijven tot de volgende ochtend 07:00 uur. Deze tijdstippen van de avondklok kunnen worden versoepeld door de (jeugd)reclassering, in die zin dat de veroordeelde in dat geval ’s avonds later thuis mag komen en ’s ochtends eerder van huis mag;
- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
- [medeverdachte01] , geboren op [geboortedatum02] 2007 te [geboorteplaats01] ;
- [medeverdachte02] , geboren op [geboortedatum03] 2007 te [geboorteplaats01] ;
- [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum04] 1993 te [geboorteplaats02] ;
- [slachtoffer02] , geboren op [geboortedatum05] 1986;
- [naam01] , geboren op [geboortedatum06] 2006 te [geboorteplaats01] ;
- [naam02] , geboren op [geboortedatum07] 2005 te [geboorteplaats01] ;
- [naam03] . geboren op [geboortedatum08] 2005 te [geboorteplaats01] ;
- [naam04] , geboren op [geboortedatum02] 2004 te [geboorteplaats03] ;
- [naam05] , geboren op [geboortedatum09] 1991 te [geboorteplaats04] (Albanië);
zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
- zich niet zal bevinden in de havens van Rotterdam (Waalhaven, Maashaven), de haven van Vlissingen of de haven van Den Helder;
- zijn medewerking verleent aan de elektronische monitoring, voor de maximale duur van zes maanden of zoveel korter als de jeugdreclassering noodzakelijk acht;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht.
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
heft op de bevelen tot voorlopige hechtenis van de verdachte; de voorlopige hechtenis is bij eerdere beslissingen geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. K.J. van den Herik, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. M.P. van der Stroom en C.C. Peterse, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 juli 2023.
De oudste rechter en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging parketnummer 02/057129-23
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 25 februari 2023 te Nieuwdorp, gemeente Borsele,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
wederrechtelijk heeft verbleven op een in een haven gelegen besloten plaats voor
distributie, opslag en/of overslag van goederen, te weten het terrein van
[naam bedrijf01] , terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de
toegang heeft/hebben verschaft tot die besloten plaats, door middel van
- braak,
- inklimming.
Tekst tenlastelegging parketnummer 10/096386-23
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 9 april 2023 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een telefoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer01] , in
elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen [slachtoffer02] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op
heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
meermalen, althans eenmaal, met een mes, althans een scherp en/of puntig
voorwerp, stekende bewegingen te maken in de richting van die [slachtoffer02] en/of
een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, te tonen aan die [slachtoffer02] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte02] en/of een onbekend gebleven mededader op of
omstreeks 9 april 2023 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een telefoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer01] , in
elk geval aan een ander dan aan die [medeverdachte02] en/of zijn
mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of
gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer02] , gepleegd met
het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om,
bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan dat misdrijf
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
door meermalen, althans eenmaal, met een mes, althans een scherp en/of puntig
voorwerp, stekende bewegingen te maken in de richting van die [slachtoffer02] en/of
een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, te tonen aan die [slachtoffer02] ,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 8
april 2023 tot en met 9 april 2023 te Rotterdam opzettelijk behulpzaam is geweest
en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- (voorafgaand aan het misdrijf) via Marktplaats een afspraak te maken met die
en/of
- bij voornoemd misdrijf op de uitkijk te staan.