In deze zaak, die op 8 september 2023 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een kort geding tussen een man en een vrouw, waarbij de man de vrouw en het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) verzoekt om de voorgenomen openbare verkoop van zijn voertuig, een Mercedes-Benz E 200 D, te verbieden. De man stelt dat hij afhankelijk is van de auto voor zijn levensonderhoud en dat de alimentatieplicht die hem is opgelegd, niet meer kan worden nagekomen. De vrouw en het LBIO hebben een executoriale titel en zijn bevoegd om tot tenuitvoerlegging over te gaan, maar de man betwist dat er geen misbruik van bevoegdheid is. De voorzieningenrechter oordeelt dat er voorlopig sprake is van misbruik van bevoegdheid, omdat de man in een noodtoestand verkeert en de alimentatieplicht mogelijk op nihil gesteld zal worden. De rechter verbiedt de openbare verkoop van de auto, maar heft het beslag niet op. De man moet binnen twee weken een bodemprocedure starten over de alimentatieplicht. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.