ECLI:NL:RBROT:2023:8366

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 september 2023
Publicatiedatum
13 september 2023
Zaaknummer
10-317735-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van een straatroof met geweld tegen een minderjarige

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 1 september 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van een straatroof met geweld. De feiten vonden plaats op 17 oktober 2021, toen de verdachte samen met medeverdachten een 13-jarig slachtoffer beroofde van zijn tas in het centrum van Rotterdam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, het slachtoffer heeft bedreigd en met geweld heeft gedwongen om zijn tas af te geven. De verdachte heeft tijdens de rechtszitting betoogd dat hij niet als medepleger kan worden aangemerkt, maar de rechtbank heeft deze verklaring verworpen op basis van camerabeelden en getuigenverklaringen die zijn betrokkenheid bevestigen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de diefstal, ondanks dat hij de tas niet zelf heeft gestolen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, waarvan 30 uren voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden, waaronder deelname aan een reclasseringstraject. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die ten tijde van het feit net 18 jaar oud was. De rechtbank heeft besloten om geen gevangenisstraf op te leggen, maar een taakstraf passend te achten, mede gezien de leeftijd van de verdachte en het tijdsverloop sinds het feit.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10-317735-21
Datum uitspraak: 1 september 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
raadsman mr. J.W. Vedder, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 18 augustus 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H.J. du Croix heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 80 uren met aftrek van voorarrest, waarvan 30 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal melden bij de reclassering, een zinvolle dagbesteding in de vorm van werk en/of opleiding zal hebben en zal deelnemen aan het Intensief Forensische Aanpak (IFA) traject van Levvel.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
Standpunt verdediging
De verdediging heeft betoogd dat de verdachte vrijgesproken dient te worden omdat hij niet kan worden aangemerkt als medepleger van het feit. De verdachte heeft geen bijdrage geleverd aan de diefstal van de tas van de aangever, maar hij probeerde hem juist te helpen. Voorts kan geen link worden gelegd tussen de in de tenlastelegging genoemde geweldshandelingen en de door een medeverdachte gepleegde diefstal. Op basis van het dossier kan niet met de vereiste mate van zekerheid worden vastgesteld dat het achtervolgen, beetpakken en dwingen om mee te lopen van de aangever ziet op het vergemakkelijken, verzekeren of voorbereiden van diefstal.
Beoordeling
In de namiddag van 17 oktober 2021 is de aangever [aangever01] in het centrum van Rotterdam van zijn tas beroofd. De aangever heeft verklaard dat hij op straat door een groepje jongens werd lastiggevallen, waarbij werd geduwd, hij werd bedreigd en de tas door een van de jongens over zijn hoofd is getrokken. De aangifte wordt deels ondersteund door camerabeelden waarop valt te zien dat de aangever door meerdere jongens wordt achtervolgd, tegen een gevel wordt gedrukt en wordt vastgepakt bij zijn kleding.
De verdachte was onderdeel van de groep die gezamenlijk op de aangever is afgelopen en hem van zijn tas heeft beroofd. De verklaring van de verdachte dat hij slechts heeft geprobeerd de aangever te helpen en juist een confrontatie wilde voorkomen, wordt niet ondersteund door de camerabeelden of enige andere bevinding bij het opsporingsonderzoek. De rechtbank acht deze verklaring daarom niet aannemelijk. Nergens blijkt dat de verdachte zich ten tijde van de beroving van de groep heeft gedistantieerd. Bovendien heeft de verdachte een wezenlijke bijdrage geleverd aan de diefstal. Uit de beschrijving van de camerabeelden blijkt dat de aangever door de verdachte is vastgepakt en geduwd. Op basis van de aangifte stelt de rechtbank ook vast dat deze geweldshandelingen in verband staan met de diefstal van de tas. Gelet op het bovenstaande en beoordeeld naar de uiterlijke verschijningsvorm, acht de rechtbank bewezen dat de verdachte de aangever samen met anderen van zijn tas heeft beroofd. Hoewel de verdachte de tas niet zelf heeft gestolen, is zijn bijdrage aan deze straatroof van voldoende gewicht om van medeplegen te kunnen spreken.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 17 oktober 2021 te Rotterdam,
op de openbare weg, te weten op de Lijnbaan en op het
Binnenwegplein,
tezamen en in vereniging met anderen,
een tas, die geheel aan [slachtoffer01] toebehoorde
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en
bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer01] , gepleegd met het oogmerk om
die diefstal gemakkelijk te maken door
- meerdere malen tegen voornoemde [slachtoffer01] te zeggen dat
voornoemde [slachtoffer01] zijn tas moest afgegeven aan verdachte of zijn mededaders
en vervolgens aan voornoemde [slachtoffer01] de dreigende woorden toe te voegen:
"Laat ons geen dingen trekken, want anders gaat het verkeerd aflopen en
- meerdere malentegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer01]
te duwen en
- het lichaam van voornoemde [slachtoffer01] beet te
pakken en vast te houden en vervolgens voornoemde [slachtoffer01] te dwingen om
met verdachte en zijn mededaders mee te lopen en
- een tas van het lichaam van voornoemde [slachtoffer01] te
trekken;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld, gepleegd met het oogmerk op die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft het 13-jarige slachtoffer [slachtoffer01] beroofd door samen met twee medeverdachten achter hem aan te lopen en hem met geweld te beroven van zijn tas. Daarbij hebben zij bovendien de indruk gewekt een mes bij zich te hebben door te zeggen: “Laat ons geen dingen trekken”. Straatroof is een ernstig strafbaar feit, dat vaak grote impact heeft op het leven van slachtoffers en hun gevoel van veiligheid. Dit geldt in deze zaak temeer vanwege de jonge leeftijd van het slachtoffer, waarbij het feit bovendien in vereniging met andere medeverdachten is gepleegd. De verdachte heeft hier op geen enkele manier rekening mee gehouden en had kennelijk slechts oog voor zijn eigen (financiële) belangen. Daarnaast heeft dit feit plaatsgevonden midden op de dag in de openbare ruimte, wat breder binnen de samenleving gevoelens van onrust en onveiligheid kan veroorzaken. De rechtbank rekent dit de verdachte aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 17 juli 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Rapportage
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 2 augustus 2023. Dit rapport houdt het volgende in. De reclassering ziet het sociale netwerk van de verdachte als risicofactor, omdat de verdachte meerdere malen bij de politie in beeld is geweest vanwege omgang met personen met politiecontacten. Ook het ontbreken van een zinvolle dagbesteding, de aanwezigheid van schulden en de afwezigheid van financiële hulpverlening worden gezien als risicofactoren. Het feit dat de verdachte openstaat voor hulpverlening en positieve levensdoelen nastreeft, wordt gezien als beschermende factor. Het is positief te noemen dat de verdachte zich vrijwillig heeft aangemeld voor intensieve forensische begeleiding bij Levvel. De Reclassering adviseert dit traject te formaliseren in het kader van bijzondere voorwaarden, inhoudend een meldplicht, het zoeken van een zinvolle dagbesteding in de vorm van een opleiding of werk, en deelname aan een intensief forensisch aanpak-traject van Levvel.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank zal echter afzien van het opleggen van een gevangenisstraf vanwege het tijdsverloop en de leeftijd van de verdachte, die ten tijde van het bewezen feit net 18 jaar was. Ook neemt de rechtbank zijn relatief ondergeschikte rol, hoewel gekwalificeerd als medeplegen, bij de beroving in aanmerking. In plaats van een gevangenisstraf wordt oplegging van een taakstraf passend geacht, waarbij de rechtbank de eis van de officier van justitie zal volgen.
Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 63 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
80 (tachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
bepaalt dat een gedeelte, groot
30 (dertig) urenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
44 (vierenveertig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
22 (tweeëntwintig) dagen;
verbindt aan het voorwaardelijk strafdeel een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland op het adres Wibautstraat 12 te Amsterdam melden. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
2. de veroordeelde zal een voor de reclassering controleerbare dagbesteding in de vorm van een opleiding en/of werk hebben;
3. de veroordeelde zal deelnemen aan een Intensief Forensische Aanpak (IFA) traject van Levvel;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.M. Stolk, voorzitter,
en mrs. J.M.L. van Mulbregt en mr. M. de Nooij, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. G.C. van de Fliert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 17 oktober 2021 te Rotterdam,
op/aan de openbare weg, te weten op/aan de Lijnbaan en/of op/aan het
Binnenwegplein, althans op/aan een openbare weg,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een tas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer01] , in elk
geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer01] , gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op
heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- meerdere malen, althans eenmaal, tegen voornoemde [slachtoffer01] te zeggen dat
voornoemde [slachtoffer01] zijn tas moest afgegeven aan verdachte en/of zijn mededaders
en/of (vervolgens) aan voornoemde [slachtoffer01] de dreigende woorden toe te voegen:
"Laat ons geen dingen trekken, want anders gaat het verkeerd aflopen", althans
woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer01]
te duwen en/of
- ( met kracht) de schouder en/of het lichaam van voornoemde [slachtoffer01] beet te
pakken en/of vast te houden en/of (vervolgens) voornoemde [slachtoffer01] te dwingen om
met verdachte en/of zijn mededader(s) mee te lopen en/of
- ( met kracht) een tas van het lichaam van voornoemde [slachtoffer01] te rukken en/of te
trekken;