Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- partiële vrijspraak van het ten laste gelegde ‘gewoonte maken’ onder de feiten 2 en 3;
- bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten onder 1 (primair), 2 en 3;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 200 uren, subsidiair 100 dagen vervangende hechtenis, alsmede een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van 3 jaar en als bijzondere voorwaarden: een meldplicht, ambulante behandeling en het vermijden van kinderporno.
4.Waardering van het bewijs
aanvrienden zou sturen;
enin bezit gehad welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
enin bezit gehad welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
first offenderis. Gelet op de ernst van het delict en het beperkte inzicht van de verdachte in de gevolgen voor de slachtoffers, acht de reclassering het ter voorkoming van delict gedrag in de toekomst wenselijk dat de verdachte deelneemt aan behandeling. Positief is dat er geen sprake lijkt te zijn geweest van een seksueel motief, aangezien de verdachte een normale seksuele ontwikkeling heeft doorgemaakt en niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Tevens is het positief dat de verdachte zich op aanraden van zijn moeder heeft aangemeld voor behandeling bij De Waag.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 91 (eenennegentig) dagen;
150 (honderdvijftig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
75 dagen.