Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
Penitentiaire Inrichting [naam PI] , locatie [detentielocatie] ,
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
Daar komt bij dat uit enkelbandgegevens van de medeverdachte [medeverdachte 1] (later geïdentificeerd als NN01) is gebleken dat hij ten tijde van de beroving en afpersing op de plaats delict aanwezig was en dat hij zich direct daarna achtereenvolgens naar het adres van de medeverdachte [medeverdachte 2] en naar het toenmalige verblijfsadres van de verdachte heeft begeven. Uit het dossier komt bovendien naar voren dat NN03 en NN04, die achtereenvolgens zijn geïdentificeerd als de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , bekenden zijn van de verdachte in die zin dat zij al eerder medeverdachten van hem zijn geweest in een andere strafzaak. Tot slot is de weggenomen telefoon van de aangever gebruikt in combinatie met een telefoonnummer dat gekoppeld is aan de verdachte. Toen de verdachte op 24 januari 2023 werd aangehouden, is de telefoon van de aangever ook in de woning van de verdachte aangetroffen. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij deze telefoon van iemand heeft gekocht die hij toevallig op straat tegenkwam. Deze verklaring van de verdachte is niet aannemelijk geworden, gelet op het feit dat die verklaring niet is onderbouwd.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
15 augustus 2023, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten, waarvoor aan hem onder meer in 2018 een PIJ-maatregel van twee jaar is opgelegd die nadien nog twee keer is verlengd.
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vordering benadeelde partij
€ 7.802,78 vermeerderd met de wettelijke rente. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 1:
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer] te betalen
€ 7.802,78 (zegge: zevenduizend achthonderdtwee euro en achtenzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 november 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 7.802,78niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van
70 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;