ECLI:NL:RBROT:2023:8359

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 september 2023
Publicatiedatum
13 september 2023
Zaaknummer
10/186757-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het verwerven en in bezit hebben van kinderporno en ontuchtige handelingen met minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 september 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het verwerven en in bezit hebben van kinderporno en het plegen van ontuchtige handelingen met minderjarigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal en het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De feiten zijn gepleegd in de periode van 14 mei 2019 tot en met 14 februari 2020. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandeling. De verdachte is vrijgesproken van een tweede ten laste gelegd feit, omdat de rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van kinderporno in die specifieke situatie. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers meegewogen in de strafmaat. De verdachte heeft een autismespectrumstoornis, wat in mindering is gebracht op de strafbaarheid. De rechtbank heeft ook vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij schadevergoedingen zijn opgelegd.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/186757-21
Datum uitspraak: 13 september 2023
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01],
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in [detentieadres01]
,
raadsman mr. C.P. Timmers, advocaat te Middelharnis.

1..Onderzoek op de terechtzittingen

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 6 juli en 30 augustus 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W.B.J. ten Have heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met daarbij als bijzondere voorwaarden: een meldplicht, ambulante behandeling en het vermijden van kinderporno;
  • de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering direct uitvoerbaar te verklaren;
  • onttrekking aan het verkeer van de op de lijst van in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen Samsung telefoon en de externe harde schijf SanDisk.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak feit 2
4.1.1.
Standpunt officier van justitie en verdediging
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden en baseert zich daarbij op de bewijsmiddelen in het dossier en de verklaring van de verdachte op de terechtzitting. De verdachte had sinds maart 2019 een relatie met [naam01] (hierna: [naam01]), die op dat moment zestien jaar was, en zij en de verdachte hebben over en weer seksvideo’s gestuurd. De verdachte heeft het ontvangen materiaal van [naam01] bewaard.
4.1.2.
Beoordeling
Op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting stelt de rechtbank vast dat de verdachte sinds maart 2019 een liefdesrelatie had met [naam01] en dat zij op dat moment respectievelijk achttien en zestien jaar oud waren. Tijdens de relatie hebben zij over en weer met elkaars toestemming naaktmateriaal verstuurd van zichzelf en heeft de verdachte het materiaal van [naam01] bewaard met haar instemming.
Naar het oordeel van de rechtbank is in dit geval geen sprake van kinderporno. Er was sprake van vrijwillig contact tussen de verdachte en [naam01], ook met betrekking tot het sturen van de seksvideo’s. Hoewel [naam01] ten tijde van het ten laste gelegde minderjarig was, verschilden zij en de verdachte in geringe mate in leeftijd en bevonden zij zich in dezelfde levensfase. Daarbij was sprake van een gelijkwaardige en affectieve relatie tussen de verdachte en [naam01]. De rechtbank is op grond van deze feiten en omstandigheden van oordeel dat de handelingen tussen de verdachte en [naam01] passen binnen normale seksuele handelingen die jongeren op deze leeftijd verrichten. Anders gezegd, de rechtbank is van oordeel dat het in bezit hebben van de seksvideo’s onder deze omstandigheden niet kan worden aangemerkt als in strijd met de sociaal-ethische norm. Het voorgaande brengt de rechtbank tot de slotsom dat de verdachte van dit feit zal worden vrijgesproken.
4.1.3.
Conclusie
Het onder 2 ten laste gelegde feit is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
De onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten zijn door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Bewijswaardering feiten 4 en 5
4.3.1.
Standpunt verdediging
De verdachte heeft – ook op de zitting – verklaard dat hij zich de gesprekken met [naam02] (hierna: [naam02]) niet kan herinneren. De verdediging heeft aangegeven dat de verdachte niet wil weglopen voor dit feit en heeft zich voorts gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3.2.
Beoordeling
Vaststaande feiten
Uit het dossier volgt dat [naam02] – toentertijd twaalf jaar oud – contact heeft gehad via Instagram met een jongen met de accountnaam (Instagram handle) [accountnaam01] die 19 jaar oud en Turks of Marokkaans zou zijn.
In de telefoon van [naam02] zijn drie foto’s en zeven filmpjes aangetroffen, waarop [naam02] naakt staat afgebeeld. In het dossier bevinden zich tevens chatgesprekken, waaruit blijkt dat degene achter voornoemd Instagram-account aan [naam02] vraagt om foto’s en filmpjes te sturen van specifieke lichaamsdelen en opdrachten geeft over te verrichten seksuele handelingen. Uit onderzoek aan de telefoon van de verdachte blijkt dat na een zoekslag op de naam ‘[naam02]’ het Instagram-account van [naam02] gevonden wordt als tweede contact.
De verdachte heeft – ook op de zitting – verklaard dat het profiel [accountnaam01] zijn Instagram handle betreft en dat hij daarvan gebruikmaakte.
Plegen van ontuchtige handelingen (feit 4)
De rechtbank stelt allereerst voorop dat van het plegen van ontuchtige handelingen met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren als bedoeld in artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht ook sprake kan zijn als geen lichamelijke aanraking tussen de dader en het slachtoffer heeft plaatsgevonden. Of in een zodanig geval de gedraging of gedragingen van de verdachte – al dan niet in hun onderlinge samenhang bezien – het plegen van ontuchtige handelingen met het slachtoffer opleveren, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij komt in het bijzonder betekenis toe aan het antwoord op de vraag of en zo ja, in hoeverre tussen de verdachte en het slachtoffer enige voor het plegen of dulden van ontucht relevante interactie heeft plaatsgevonden. Hierbij dient de rechtbank mede in aanmerking te nemen of en op welke wijze de verdachte enige concrete bemoeienis heeft gehad met de wijze waarop het slachtoffer de verzoeken van de verdachte uitvoerde (ECLI:NL:HR:2020:1675).
Vaststaat dat in de periode van begin februari tot en met 14 februari 2020 veel contact is geweest via Instagram tussen de verdachte en [naam02]. Verdachte heeft die interactie geplaatst in de context van het account [accountnaam01] op Instagram. Verdachte heeft [naam02] op enig moment verzocht om via Instagram naaktfoto’s en -filmpjes naar hem toe te sturen en verlangt daarmee iets van haar. Hierna maakte zij seksfoto’s en -video’s van haarzelf en deelde deze met hem. De rechtbank is van oordeel dat, alle feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien, de interactie tussen de verdachte en [naam02] dusdanig is geweest dat, ondanks het gebrek aan lichamelijke aanraking tussen de verdachte en [naam02], onmiskenbaar sprake is van het plegen van ontuchtige handelingen met [naam02]. De rechtbank acht het onder 4 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
Kinderpornografisch materiaal (feit 5)
Uit het dossier blijkt dat de focus op voornoemde afbeeldingen is gericht op de geslachtsdelen van [naam02] en kennelijk gericht op het seksueel prikkelen van de kijker, in dit geval de verdachte.
4.3.3.
Conclusie
Op basis van al het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de verdachte in de periode van 1 februari 2020 tot en met 14 februari 2020 kinderpornografisch materiaal van [naam02] heeft verworven en in bezit heeft gehad.
4.4.
Bewezenverklaring
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 1, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in de periode van 14 mei 2019 tot en met 01 juli 2020 te Schiedam , afbeeldingen - en gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer01], geboren op [geboortedatum02], is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
-het tonen van haar ontblote borsten en vagina en billen;
3.
hij op 28 september 2019 te Schiedam, afbeeldingen - en gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer02], geboren op [geboortedatum03], is betrokken , heeft verworven
enin bezit heeft gehad welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
-het (geheel of gedeeltelijk naakt) met een stijve penis op zijn rug liggen, waarbij op de afbeelding ook zijn anus is te zien;
4.
hij in de periode van 01 februari 2020 tot en met 14 februari 2020 te Schiedam en te Alkmaar, met [slachtoffer03], geboren op [geboortedatum04] 2007, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het met haar vingers spreiden van haar vagina;
5.
hij in de periode van 1 februari 2020 tot en met 14 februari 2020 te Schiedam, afbeeldingen - en gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer03], geboren op [geboortedatum04] 2007, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven
enin bezit heeft gehad welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
-het brengen van een vinger in haar vagina en
-het houden en bewegen van haar hand bij haar vagina en
-het spreiden van haar vagina met haar vingers.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd.
De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de redengevende inhoud van het voorgaande en op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
feit 1:
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben;
feit 3:
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben;
feit 4:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen;
feit 5:
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met een meisje van twaalf jaar oud en het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen van haar en andere minderjarigen. Verdachte heeft met de bewezen verklaarde handelingen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers, hetgeen in zijn algemeenheid als (zeer) ingrijpend en traumatisch wordt ervaren. De slachtoffers waren toen twaalf, veertien en vijftien jaar oud. Kinderen van deze jonge leeftijd bevinden zich nog in de fase van hun (psycho-)seksuele ontwikkeling en de verdachte heeft met zijn handelen bewerkstelligd dat een normale seksuele ontwikkeling bemoeilijkt is. De ervaring leert dat seksueel misbruik van kinderen kan leiden tot (grote) psychische schade, waaronder verstoring van de seksuele ontwikkeling van de slachtoffers. Uit de schriftelijke toelichting van de vordering van [slachtoffer03] is naar voren gekomen dat zij sindsdien bang is en moeite heeft met het stellen van vertrouwen in andere mensen. Uit de schriftelijke toelichting van de vordering van [slachtoffer02] blijkt dat hij door het incident ook het vertrouwen in anderen is kwijtgeraakt en dat hij het er moeilijk mee heeft.
Een eerder sepot ten aanzien van kinderpornografisch materiaal met een flinke waarschuwing – zoals de verdachte ook zelf op zitting heeft aangegeven – heeft de verdachte er kennelijk niet van weerhouden om opnieuw kinderpornografisch materiaal te verwerven en in bezit te hebben. Hij heeft derhalve opnieuw slechts oog gehad voor zijn eigen lustgevoelens en op geen enkele wijze rekening gehouden met de belangen van de minderjarige slachtoffers. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan. Daarentegen weegt de rechtbank ook mee dat de verdachte lijdt aan een autismespectrumstoornis (hierna: ASS en waarover meer hieronder) en ter zitting verantwoordelijkheid voor zijn daden heeft genomen.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 27 juni 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
De psycholoog [naam03] van het NIFP heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 25 oktober 2021. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Er is sprake van een ziekelijke stoornis in de vorm van een ASS en van een ‘Aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitstoornis’. Verder is er sprake van hyperseksualiteit en beschikt de verdachte over onvoldoende adequate
copingvaardigheden. Ten tijde van het ten laste gelegde was daar eveneens sprake van. De psychische stoornis beïnvloedde de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte ten tijde van het ten laste gelegde. De verdachte heeft moeite signalen van personen in zijn omgeving op te pikken en kan snel over grenzen van anderen gaan. Hij kan zich in beperkte mate in anderen inleven en heeft vooral een egocentrische kijk op de wereld, waarbij het volgen van zijn eigen (cerebrale) leefregels voorop staat. De verdachte handelt niet vanuit een antisociaal perspectief, omdat hij behoefte heeft aan sociaal contact en hunkert naar enige vorm van affectie. De verdachte geeft aan dat het (seksuele) fotomateriaal hem niet echt bevredigt, maar dat het verkrijgen van desbetreffend materiaal voor hem een “snelle” vorm van liefde en affectie is geweest, wat hij – mede vanwege zijn ASS – op manipulatieve/instrumentele wijze heeft getracht te krijgen c.q. af te dwingen. Daarnaast pasten de beelden binnen de reeks van beelden die hij eerder had “gespaard”, waarmee de verzamelfunctie wordt onderschreven. Gekeken naar de verschillende mogelijke functies van zijn kinderpornogedrag kan er worden gesteld dat er vroeger bij hem vooral sprake was van een
‘avoiding real life’functie, terwijl er in het huidige hem ten laste gelegde met name sprake is van de verzamel- en sociale functie. Met het aanwezig geachte verband tussen de beschreven problematiek van de verdachte en het hem ten laste gelegde, wordt geadviseerd om de verdachte de hem ten laste gelegde feiten – voor zover hij deze erkent en indien bewezen verklaard – in een verminderde mate toe te rekenen. Het risico op recidive wordt ingeschat als matig/laag. Behandeling wordt nadrukkelijk geïndiceerd geacht, omdat het van belang is dat hij algemene gedragsregels rondom seksualiteit en affectie beter leert begrijpen en hij via een psycho-educatie inzicht krijgt in zijn ASS. De verdachte is eerder in behandeling geweest bij De Waag en De Viersprong. Aan te raden valt om hem bij De Waag, of bij een vergelijkbare forensisch ambulante instelling (opnieuw) aan te melden, waar hij (indien mogelijk) een behandelaar die gespecialiseerd is in ASS-problematiek krijgt toegewezen. Daarnaast is het van belang om de mogelijkheid van medicamenteuze ondersteuning te onderzoeken, vanzelfsprekend met instemming van de verdachte zelf. Dit zou kunnen helpen om de hyperseksualiteit c.q. grote seksuele drang in een ten minste voldoende mate “met groot verlof” te sturen. Bij bewezen geachte feiten is behandeling van de verdachte in het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel geïndiceerd.
Reclassering Nederland heeft op 4 november 2021 een rapport over de verdachte opgemaakt. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Volgens de verdachte zouden de behoefte aan aandacht en affectie aan de hem ten laste gelegde feiten ten grondslag hebben gelegen. Een behandeling gericht op de ASS-problematiek en seksualiteit wordt door de reclassering geadviseerd teneinde het risico op recidive te verlagen. Op sociaal-maatschappelijk gebied ziet de reclassering geen problemen. De verdachte functioneert goed en is volgens de reclassering zelfredzaam genoeg om problemen die zijn ontstaan door detentie weer op orde te krijgen. Het risico op recidive wordt ingeschat als laag tot matig.
Bij een veroordeling wordt door de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf met de volgende bijzondere voorwaarden geadviseerd: een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling, een contactverbod met de slachtoffers en het vermijden van kinderporno. De dadelijke uitvoerbaarheid van de voorwaarden en het reclasseringstoezicht wordt daarbij geadviseerd.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Nu de conclusies van de psycholoog gedragen worden door zijn bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die de hare. Bij de verdachte bestond tijdens het begaan van de feiten een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in verband waarmee de bewezen verklaarde feiten hem in verminderde mate kunnen worden toegerekend.
Gezien de aard en ernst van de feiten, kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur daarvan heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Dit maakt dat aan de verdachte een gevangenisstraf van na te noemen duur zal worden opgelegd.
Ter terechtzitting heeft de raadsman naar voren gebracht dat de verdachte door de verdenking negatieve media-aandacht heeft gekregen, als gevolg waarvan hij zijn baan als acteur is kwijtgeraakt. Ook heeft de verdediging verzocht rekening te houden met het tijdsverloop van deze zaak. De verdachte heeft op de zitting op meerdere momenten aangegeven veel spijt te hebben van wat hij heeft gedaan en dat hij graag een intensievere behandeling voor zijn problematiek zou willen.
De rechtbank is van oordeel dat een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest – zoals bepleit door de verdediging – geen recht doet aan de aard en de ernst van de feiten. De rechtbank ziet wel het belang van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf, met oplegging van de voorwaarden die hierna worden genoemd waaronder behandeling en controle op zijn
social mediagebruik. Dit voorwaardelijk strafdeel dient ertoe het recidivegevaar in te perken en de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
De rechtbank legt een lagere straf op dan door de officier van justitie is geëist omdat de rechtbank de verdachte vrijspreekt van het onder 2 ten laste gelegde feit; daarnaast weegt mee dat de bewezen feiten hem in verminderde mate kunnen worden toegerekend en het feit dat de verdachte zijn baan heeft verloren vanwege de negatieve publiciteit rondom zijn persoon. Ook het feit dat de verdachte gemotiveerd is aan zijn problematiek te werken weegt in gunstige zin mee.
Omdat, mede gelet op ernstige bezwaren die na de schorsing van de voorlopige hechtenis zijn gerezen dat de verdachte zich opnieuw aan een of meer vergelijkbare strafbare feiten heeft schuldig gemaakt, er ernstig rekening moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen, zullen de op te leggen bijzondere voorwaarden, inhoudende een meldplicht, een ambulante behandeling, het vermijden van kinderporno en het op te leggen reclasseringstoezicht, dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8..In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen Samsung telefoon (beslagcode BA110.03, goednummer: 682423) en de externe harde schijf SanDisk (beslagcode BA110.05, goednummer: 682428) te onttrekken aan het verkeer.
De verdediging heeft zich niet uitgelaten over het beslag.
8.2.
Beoordeling
De bewezen feiten zijn met behulp van voornoemde voorwerpen begaan en zullen worden onttrokken aan het verkeer.

9..Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen

Benadeelde partij [benadeelde partij01]
Ter zake van het onder 3 ten laste gelegde feit heeft [naam04] zich als wettelijk vertegenwoordiger van slachtoffer [slachtoffer02] als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.500,- aan immateriële schade.
9.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het toe te wijzen bedrag gematigd dient te worden tot € 750,-.
9.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 3 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. De rechtbank stelt de schade op dit moment op basis van de gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid vast op € 1.200,-, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen. De rechtbank heeft hiervoor aansluiting gezocht bij soortgelijke zaken. De rechtbank zal de vordering voor het overige gedeelte niet-ontvankelijk verklaren.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 28 september 2019, de datum waarop de schade is ontstaan.
9.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 1.200,-, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
Benadeelde partij [benadeelde partij02]
Ter zake van de onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten heeft mr. J.A. van der Lem zich als gemachtigde van het slachtoffer [slachtoffer03] als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.200,- aan immateriële schade.
9.5.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.6.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het toe te wijzen bedrag gematigd dient te worden tot € 750,-.
9.7.
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat aan de benadeelde partij door de onder 4 en 5 bewezen verklaarde feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht, bestaande uit een aantasting in de persoon. De benadeelde partij heeft voldoende gemotiveerd betoogd dat bij haar als gevolg van het strafbare feit psychisch leed is ontstaan. De gevorderde schadevergoeding komt de rechtbank billijk en overigens niet onrechtmatig of ongegrond voor. De rechtbank zal deze vordering toewijzen.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 1 februari 2020.
9.8.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 1.200,-, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

10.. Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14e, 36b, 36c, 36f, 57, 240b, 247 van het Wetboek van Strafrecht.

11..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden,
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
4 (vier) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 3 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich, gedurende de proeftijd, zodra hij hiervoor wordt uitgenodigd, melden bij Reclassering Nederland, op het adres Marconistraat 2 te Rotterdam, zo vaak en zolang als die reclasseringsinstelling dat noodzakelijk vindt;
2. de veroordeelde zal zich onder ambulante behandeling stellen van forensisch psychiatrische polikliniek De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk en duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
3. de veroordeelde zal zich op welke wijze dan ook onthouden van:
a) het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
b) gedragingen die zijn gericht op deelname aan digitale omgevingen, waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
c) gedragingen die zijn gericht op deelname aan digitale omgevingen, waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
de veroordeelde dient aan de controles hierop (zoals hieronder beschreven) mee te werken tijdens een huisbezoek;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
het toezicht op de onder 3 vermelde voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers in gebruik bij de veroordeelde. Deze controles vinden op de volgende wijze plaats:
de controle van de onder 3 b) en c) gestelde voorwaarden mag slechts op zodanige wijze worden uitgevoerd dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van digitale bestanden (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan);
een specialist (ook zijnde een opsporingsambtenaar, die deskundig is op digitaal gebied) mag de reclassering technische ondersteuning bieden ten behoeve van de controles;
de controles mogen gedurende de proeftijd van 3 jaren maximaal 3 keer per jaar worden uitgevoerd;
beveelt dat de onder nummers 1, 2, en 3 genoemde bijzondere voorwaarden en het aan genoemde reclasseringsinstelling opgedragen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
1. Samsung
(IBN-code/Voorwerpnummer: BA110.03 NHRBC20040_682423)
2. SanDisk
(IBN-code/Voorwerpnummer: BA110.05 NHRBC20040_682429)
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij01], te betalen een bedrag van
€ 1.200,- (zegge: twaalfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij01] te betalen
€ 1.200,-(hoofdsom,
zegge: twaalfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.200,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
22 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij02], te betalen een bedrag van
€ 1.200,- (zegge: twaalfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij02] te betalen
€ 1.200,-(hoofdsom,
zegge: twaalfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.200,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
22 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door
mr. L. Daum, voorzitter,
en mr. dr. J.L.M. Boek en mr. drs. F.J.E. van Rossum, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.A.M. van der Vleuten, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode van 14 mei 2019 tot en met 01 juli 2020 te Schiedam en/of Rozenburg, in ieder geval in Nederland, afbeeldingen - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer01], geboren op [geboortedatum02], is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
-het tonen van haar ontblote borsten en/of vagina en/of billen;
2
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019 te Schiedam en/of Vlaardingen, in ieder geval in Nederland, afbeeldingen - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer04], geboren op [geboortedatum05], is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
-het tonen van haar ontblote linker borst en/of
-het betasten met haar rechter hand van haar linker borst en/of
-het tonen, althans zichtbaar laten zijn van haar ontblote vagina en/of
-het (vervolgens) met haar linker wijsvinger en middelvinger spreiden van haar schaamlippen en/of
-het met haar linker hand betasten van haar vagina;
3
hij op of omstreeks 28 september 2019 te Schiedam en/of Zoetermeer, in ieder geval in Nederland, afbeeldingen - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer02], geboren op [geboortedatum03], is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
-het (geheel of gedeeltelijk naakt) met een stijve penis op zijn rug liggen, waarbij op de afbeelding ook zijn anus is te zien;
4
hij in of omstreeks de periode van 01 februari 2020 tot en met 14 februari 2020 te Schiedam en/of te Alkmaar, met [naam02], geboren op [geboortedatum04] 2007, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het met haar vingers spreiden van haar vagina;
5
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2020 tot en met 14 februari 2020 te Schiedam en/of te Alkmaar, in ieder geval in Nederland, afbeeldingen - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [naam02], geboren op [geboortedatum04] 2007, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
-het brengen van een vinger in haar vagina en/of
-het houden en/of bewegen van haar hand bij haar vagina en/of
-het spreiden van haar vagina met haar vingers.