ECLI:NL:RBROT:2023:8351

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 augustus 2023
Publicatiedatum
12 september 2023
Zaaknummer
660712
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van kinderen in een echtscheidingssituatie met zorgen over de thuissituatie

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 21 augustus 2023, wordt een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van twee kinderen, [kind01] en [kind02], behandeld. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft het verzoek ingediend, omdat er zorgen zijn over de thuissituatie van de kinderen, die voortkomen uit de echtscheidingsproblematiek van de ouders. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar er zijn signalen van ouderverstoting en een loyaliteitsconflict bij [kind01]. De kinderrechter heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de kinderen, de ouders en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ontwikkelingsbedreiging voor de kinderen. Ondanks de inzet van hulpverlening is er nog onvoldoende zicht op de thuissituaties en de ouders zijn niet in staat om op een constructieve manier met elkaar te communiceren. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen, maar voor een kortere periode van zes maanden, tot 26 februari 2024. Dit wordt als voldoende tijd gezien om de ingezette hulpverlening voort te zetten en een stabiele opvoedsituatie te creëren voor de kinderen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hoger beroep kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/660712 / JE RK 23-1441
Datum zitting: 21 augustus 2023
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
over
[kind01],
geboren op [geboortedatum01 ] 2010 in [geboorteplaats01], hierna te noemen: [kind01],
[kind02],
geboren op [geboortedatum02] 2015 in [geboorteplaats02], hierna te noemen: [kind02].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam01],
hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats01],
advocaat mr. Verschoor, kantoorhoudende te Rotterdam,
[naam02],
hierna te noemen: de vader, wonende in [woonplaats02],
advocaat mr. Biesbroek, kantoorhoudende te Rotterdam.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 20 juni 2023, binnengekomen bij de rechtbank op dezelfde datum.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 21 augustus 2023. Daarbij waren aanwezig:
- [kind01], die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord;
- de vader bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder bijgestaan door haar advocaat;
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam03].

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [kind01] en [kind02].
2.2.
[kind01] woont bij de vader.
2.3.
[kind02] woont bij de moeder.
2.4.
Bij beschikking van 11 oktober 2022 is de ondertoezichtstelling van [kind01] en [kind02] verlengd tot 26 augustus 2023.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt een verlenging van de ondertoezichtstelling van [kind01] en [kind02] voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

4.Het standpunt van de GI

4.1.
De GI handhaaft het verzoek ter zitting en licht het volgende toe. Het is belangrijk dat de komende tijd een jeugdbeschermer betrokken blijft bij het gezin. Dit komt enerzijds doordat het contact tussen de moeder en [kind01] nog niet hersteld is. In dit kader is al veel geprobeerd, maar [kind01] blijft weerstand tonen. [kind01] krijgt momenteel ondersteuning van MentaalBeter, zodat zij leert om te gaan met haar gevoel over de moeder waardoor het contact hopelijk in de toekomst beter kan verlopen. Anderzijds is een verlenging noodzakelijk doordat de ouders nog niet voldoende in staat zijn om op een goede manier contact te hebben over de kinderen. Er zijn al wel stappen gemaakt, maar de eerder ingezette hulpverlening moet nog geëvalueerd worden. Daarnaast start er binnenkort hulpverlening voor de ouders vanwege de zorgen die zij beide hebben geuit over de opvoedsituatie bij de ander. Een verlenging is nodig om het ouderschap en de ingezette hulpverlening te kunnen blijven volgen.

5.Het standpunt van de moeder

5.1.
Door en namens de moeder wordt ter zitting ingestemd met het verzoek en zij geeft aan dat er de afgelopen periode weinig progressie is geboekt. Doordat er nog veel stappen gemaakt moeten worden is de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk.

6.Het standpunt van de vader

6.1.
Door en namens de vader wordt ter zitting verweer gevoerd tegen het verzoek en hij licht het volgende toe. De GI heeft het afgelopen jaar al veel geprobeerd in het kader van het contactherstel tussen de moeder en [kind01], maar dit verloopt nog altijd moeizaam door met name de moeder. Desondanks staat de vader achter een contactherstel en hij zal dit blijven stimuleren. Daarnaast wil hij het telefonisch contact tussen de moeder en [kind01] zoals het nu gaat vasthouden. Een ondertoezichtstelling heeft geen meerwaarde.

7.De beoordeling

7.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter overweegt daartoe het volgende. Er is sprake van een ontwikkelingsbedreiging van de kinderen, omdat er nog altijd zorgen bestaan over de thuissituatie. Vanwege echtscheidingsproblematiek zijn de ouders niet in staat om op een constructieve wijze contact te hebben met elkaar, waardoor de kinderen klem zitten. Mede als gevolg hiervan zijn er signalen bij de kinderen van ouderverstoting en is er bij met name [kind01] sprake van een loyaliteitsconflict. Als gevolg hiervan ervaart [kind01] negatieve gevoelens en weerstand richting de moeder, waardoor er nog altijd geen goed contact tussen hen is.
7.2.
Er is al verschillende hulpverlening ingezet voor zowel de ouders als de kinderen. Dit heeft er echter niet toe geleid dat alle bovengenoemde zorgen zijn weggenomen. De ouders worden momenteel ondersteund door Enver en dit lijkt goed te verlopen. Doordat de ouders echter beide aangeven zorgen te hebben over de thuissituatie bij de ander zal binnenkort SPAN starten. Het is noodzakelijk dat dit van de grond komt, nu er op dit moment onvoldoende zicht is op de thuissituaties van de kinderen. Verder ontvangt [kind01] op dit moment hulpverlening van MentaalBeter. Zij wordt hier ondersteund bij het leren om te gaan met emoties en maakt hierin kleine stappen, waardoor een eventueel contactherstel met de moeder in de toekomst mogelijk wordt. Het is belangrijk dat hier dit doorgezet wordt.
7.3.
De kinderrechter zal gelet op voornoemde de ondertoezichtstelling van [kind01] en [kind02] verlengen (artikel 1:260, eerste lid, BW). De kinderrechter ziet wel aanleiding om de ondertoezichtstelling voor een kortere periode te verlengen, namelijk zes maanden. Deze periode wordt toereikend geacht om de ingezette hulpverlening voort te zetten en een stabiele opvoedsituatie te creëren voor de kinderen.

8.De beslissing

De kinderrechter:
8.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [kind01] en [kind02] tot 26 februari 2024;
8.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
8.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.N. Melkert, kinderrechter en op schrift gesteld op 28 augustus 2023, in aanwezigheid van V. Lankhaar als griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.