Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 10 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 9 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 17 maanden;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/259293-22.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
gedeeltelijkten uitvoer te leggen. Dit betekent dat de proeftijd in die zaak met het resterend voorwaardelijk strafdeel zal doorlopen, waarbij de bijzondere voorwaarden zullen worden aangepast conform het hiervoor besproken advies van de reclassering. In de huidige strafzaak acht de rechtbank de oplegging van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van hierna te melden duur passend en geboden, en wordt geen aanleiding gezien voor een nieuw voorwaardelijk strafdeel met bijzondere voorwaarden.
8..Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen
[benadeelde partij01]ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 308,50 aan materiële schade.
[benadeelde partij02]ter zake van het onder 3 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 429,99 aan materiële schade en een vergoeding van € 250,00 aan immateriële schade.
[benadeelde partij03]ter zake van het onder 4 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 4.944,30 aan materiële schade.
[benadeelde partij04]ter zake van het onder 5 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 900,00 aan materiële schade.
[benadeelde partij05]ter zake van het onder 8 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 141,38 aan materiële schade.
[benadeelde partij06]ter zake van het 9 onder ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2.500,00 aan materiële schade.
[benadeelde partij01]door het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Aangezien de vordering genoegzaam is onderbouwd, zal deze, ondanks de betwisting namens de verdachte, volledig worden toegewezen.
[benadeelde partij02]door het onder 3 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Aangezien de vordering op dit punt genoegzaam is onderbouwd, zal deze, ondanks de betwisting namens de verdachte, worden toegewezen. Wat betreft de gevorderde immateriële schade zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat de rechtbank van oordeel is dat dit onvoldoende is onderbouwd en dat de aard van het feit niet zonder meer met zich brengt dat de benadeelde hierdoor geestelijk letsel heeft opgelopen.
[benadeelde partij03]door het onder 4 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Die schade zal op dit moment op basis van de thans gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 775,00 (bestaande uit € 75,00 voor de schade aan de auto, € 500,00 voor een navigatiesysteem en € 200,00 voor de overige goederen). De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard, aangezien de bewijsstukken ter onderbouwing van de vordering thans ontoereikend zijn. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
[benadeelde partij04]door het onder 5 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Die schade zal op dit moment op basis van de thans gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 450,00. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard, aangezien de bewijsstukken ter onderbouwing van de vordering thans ontbreken. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
[aangever01]door het onder 6 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Weliswaar heeft hij geen formele vordering ingediend, maar hij heeft bij zijn aangifte wel een factuur van Carglass B.V. van € 75,00 overgelegd. Aangezien dit bedrag de rechtbank redelijk voorkomt, zal de
schadevergoedingsmaatregelvoor dit bedrag worden opgelegd.
[benadeelde partij05]door het onder 8 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Het door hem gevorderde bedrag van € 141,38 is niet met een factuur onderbouwd, zodat de vordering in beginsel niet voor toewijzing in aanmerking komt. Echter, omdat het gevorderde bedrag de rechtbank wel redelijk voorkomt, zal de
schadevergoedingsmaatregelvoor dit bedrag worden opgelegd.
[benadeelde partij06]door het onder 9 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Die schade zal op dit moment op basis van de thans gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 450,00. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard, aangezien de bewijsstukken ter onderbouwing van de vordering thans ontbreken. Dit deel van de vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
9..Vordering tenuitvoerlegging
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
[benadeelde partij01], te betalen een bedrag van
€ 308,50 (zegge: driehonderdacht euro en vijftig eurocent), aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 maart 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
[benadeelde partij02], te betalen een bedrag van
€ 429,99 (zegge: vierhonderdnegenentwintig euro en negenennegentig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 maart 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
[benadeelde partij03], te betalen een bedrag van
€ 775,00 (zegge: zevenhonderdvijfenzeventig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 maart 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
[benadeelde partij04], te betalen een bedrag van
€ 450,00 (zegge: vierhonderdvijftig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 maart 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
[benadeelde partij06], te betalen een bedrag van
€ 450,00 (zegge: vierhonderdvijftig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 maart 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde partij01]te betalen
€ 308,50(hoofdsom
zegge: driehonderdacht euro en vijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
6 (zes) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde partij02]te betalen
€ 429,99(hoofdsom
zegge: vierhonderdnegenentwintig euro en negenennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
8 (acht) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde partij03]te betalen
€ 775,00(hoofdsom
zegge: zevenhonderdvijfenzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
15 (vijftien) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde partij04]te betalen
€ 450,00(hoofdsom
zegge: vierhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
9 (negen) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[aangever01]te betalen
€ 75,00(hoofdsom
zegge: vijfenzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
1 (één) dag; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde partij05]te betalen
€ 141,38(hoofdsom
zegge: honderdeenenveertig euro en achtendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
2 (twee) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[benadeelde partij06]te betalen
€ 450,00(hoofdsom
zegge: vierhonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
9 (negen) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
tenuitvoerleggingvan een deel van de bij vonnis van de meervoudige kamer van deze rechtbank van 17 januari 2023 (parketnummer 10/259293-22) aan de veroordeelde opgelegde deels voorwaardelijke gevangenisstraf, groot
8 (acht) weken;
16 (zestien) weken, van de bij vonnis van de meervoudige kamer van deze rechtbank van 17 januari 2023 (parketnummer 10/259293-22) aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf, zodat zij komen te luiden als volgt: