In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek van de moeder om de schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) van 13 juli 2023 vervallen te verklaren. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.E. Nauta-Rijsdijk, verzocht om deze aanwijzing te laten vervallen, omdat zij van mening was dat de tijdelijke zorgregeling niet in het belang van de kinderen was. De vader, vertegenwoordigd door mr. B.S. van der Klauw, verzocht om het verzoek van de moeder af te wijzen en stelde dat de tijdelijke regeling juist in het belang van de kinderen was. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 augustus 2023 zijn de ouders en vertegenwoordigers van de GI gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk belast zijn met het ouderlijk gezag over de drie minderjarigen en dat er een ondertoezichtstelling loopt tot 2 december 2023. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat het e-mailbericht van de GI van 13 juli 2023, hoewel niet bedoeld als schriftelijke aanwijzing, wel als zodanig moet worden aangemerkt. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de schriftelijke aanwijzing aan verschillende gebreken lijdt en heeft deze daarom vervallen verklaard. De kinderrechter heeft de ouders aangespoord om samen tot een oplossing te komen die in het belang van de kinderen is.