Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
De feiten
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 augustus 2023 een beschikking gegeven over de vervolg spoeduithuisplaatsing van de minderjarige [voornaam minderjarige01], geboren in 2006 in Syrië. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, die betrokken is bij de zorg voor de minderjarige. De ouders van [voornaam minderjarige01] zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de situatie in de thuissituatie is problematisch. De vader verblijft in Dubai en de moeder in Syrië, wat leidt tot een gebrek aan stabiliteit voor de minderjarige.
De kinderrechter heeft eerder op 31 maart 2023 een ondertoezichtstelling uitgesproken en op 8 augustus 2023 een machtiging tot uithuisplaatsing verleend. De minderjarige verblijft momenteel bij [naam crisisopvang01]. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 augustus 2023 is de situatie van de minderjarige besproken, waarbij de vader en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige geen netwerk in Nederland heeft en dat de ouders onvoldoende verantwoordelijkheid nemen voor zijn verzorging.
De kinderrechter heeft besloten de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 31 maart 2024, in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep tegen worden ingesteld. De kinderrechter benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor de zorg voor de minderjarige in eerste instantie bij de ouders ligt, en dat zij moeten bijdragen aan een stabiele situatie voor [voornaam minderjarige01].