ECLI:NL:RBROT:2023:8255

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 september 2023
Publicatiedatum
8 september 2023
Zaaknummer
C/10/662873 / KG ZA 23-689
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning in kort geding

In deze zaak, die op 8 september 2023 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de vrouw, eiseres, een kort geding aangespannen tegen de man, gedaagde, die niet is verschenen. De vrouw vordert het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning en de daarbij behorende inboedel voor de duur van een jaar, of eerder indien zij vervangende woonruimte verkrijgt. Daarnaast vordert zij dat de man binnen zeven dagen na betekening van het vonnis de woning verlaat en ontruimt.

De procedure is gestart met een dagvaarding op 5 augustus 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 1 september 2023. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldoet en heeft verstek verleend tegen de niet verschenen man. Tijdens de zitting heeft de vrouw, bijgestaan door haar advocaat, de vorderingen en de problematische thuissituatie toegelicht. De voorzieningenrechter heeft geconstateerd dat beide partijen zich in een moeilijke situatie bevinden en dat er gesprekken gaande zijn met de verhuurder over vervangende woonruimte.

De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de vrouw, in aangepaste vorm, toegewezen. Het is vastgesteld dat de gevraagde voorzieningen gerechtvaardigd zijn gezien de urgentie van de situatie. De man is veroordeeld om de woning te verlaten en de kosten van de procedure zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.F. Koekebakker en openbaar gemaakt door mr. Th. Veling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/662873 / KG ZA 23-689
Vonnis in kort geding van 8 september 2023
in de zaak van
[eiseres01],
wonende te Den Bommel,
eiseres,
advocaat mr. T. Abbo te Middelharnis,
tegen
[gedaagde01],
wonende te Den Bommel,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen worden hierna de vrouw en de man genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 5 augustus 2023, met 2 producties;
  • de mondelinge behandeling op 1 september 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De vordering

2.1.
De vrouw vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen:
  • dat zij bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning en de daarbij behorende inboedel aan de [adres01] te [plaats01] voor de duur van een jaar of zoveel eerder wanneer zij vervangende woonruimte heeft verkregen;
  • dat de man veroordeeld wordt om binnen zeven dagen na betekening van het te wijzen vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter te bepalen termijn, de echtelijke woning te verlaten en te ontruimen met het zijne en de sleutels ter vrije beschikking van de vrouw te stellen en de woning verder niet meer te betreden.

3..De beoordeling

3.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat tegen de niet verschenen man verstek zal worden verleend.
3.2.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor. De vrouw, althans haar advocaat, heeft ter zitting de vorderingen en de tussen partijen bestaande onhoudbare situatie nader toegelicht. De voorzieningenrechter begrijpt dat beide partijen zich thans in een zeer moeilijke thuissituatie bevinden. In dat kader krijgen beide partijen begeleiding van Vluchtelingenwerk en zijn er gesprekken gaande met de verhuurder over vervangende woonruimte voor één van beiden. Voldoende gebleken is dat de thuissituatie dusdanig prangend is dat toewijzing van de gevraagde voorzieningen is gerechtvaardigd.
3.3.
De vorderingen worden, in aangepaste vorm, toegewezen. Daarbij wordt overwogen dat een vordering om “te bepalen dat…” een verklaring voor recht impliceert, wat in kort geding niet kan worden toegewezen.
3.4.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4..De beslissing

De voorzieningenrechter:
4.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen man;
4.2.
kent aan de vrouw het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning aan de [adres01] te [plaats01] toe en van de daarbij behorende inboedel voor de duur van een jaar of zoveel eerder wanneer zij vervangende woonruimte heeft verkregen;
4.3.
veroordeelt de man om binnen zeven dagen na betekening van het te wijzen vonnis, de echtelijke woning te verlaten en te ontruimen met het zijne en de sleutels ter vrije beschikking van de vrouw te stellen en de woning verder niet meer te betreden;
4.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Koekebakker en in het openbaar uitgesproken door
mr. Th. Veling op 8 september 2023.
2091 / 1582