ECLI:NL:RBROT:2023:8232

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 september 2023
Publicatiedatum
8 september 2023
Zaaknummer
ROT 22/6142
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van de hoogte van de WGA-vervolguitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 september 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de beslissing van het UWV om haar arbeidsongeschiktheidspercentage te wijzigen. Eiseres, die voorheen als callcentermedewerker werkte, had zich op 9 januari 2018 ziekgemeld en ontving een loongerelateerde WGA-uitkering. Het UWV heeft haar arbeidsongeschiktheidspercentage herbeoordeeld en vastgesteld op 41,02%, wat leidde tot een wijziging van haar WGA-vervolguitkering per 1 mei 2022. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en voerde aan dat haar arbeidsongeschiktheidspercentage onterecht was vastgesteld en dat zij volledig arbeidsongeschikt was.

De rechtbank heeft de argumenten van eiseres beoordeeld en geconcludeerd dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat eiseres op 1 mei 2022 voor 41,02% arbeidsongeschikt was. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek door het UWV zorgvuldig was uitgevoerd en dat de verzekeringsarts B&B alle relevante klachten van eiseres had betrokken in zijn beoordeling. Eiseres had niet voldoende medische informatie overgelegd om haar standpunt te onderbouwen dat er meer beperkingen moesten worden aangenomen.

De rechtbank heeft ook de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit beoordeeld en vastgesteld dat de functies die het UWV had aangeduid, passend waren voor eiseres, ondanks haar klachten. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat de beslissing van het UWV om de WGA-vervolguitkering te verlagen, werd bevestigd. Eiseres kreeg geen gelijk en haar proceskosten werden niet vergoed.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: ROT 22/6142

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. S. Ben Ahmed),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(hierna: het UWV), verweerder.

Inleiding

Het UWV heeft het arbeidsongeschiktheidspercentage van eiseres gewijzigd. Haar arbeidsongeschiktheidspercentage is vastgesteld op 41,02%. Hierdoor wijzigt de hoogte van de WGA-vervolguitkering van eiseres vanaf 1 mei 2022.
In bezwaar is het UWV bij dit besluit gebleven.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de beslissing op bezwaar (het bestreden besluit) van 8 november 2022.
Met (stilzwijgende) toestemming van partijen is een zitting achterwege gebleven. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten op 27 juli 2023.

Wat ging aan deze procedure vooraf

1. Eiseres heeft voor het laatst gewerkt als callcentermedewerker voor gemiddeld 33,91 uur per week. Op 9 januari 2018 heeft zij zich ziekgemeld vanwege gezondheidsklachten. Na einde wachttijd is, na een bezwaarprocedure, aan eiseres een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend. Het arbeidsongeschiktheidspercentage van eiseres is hierbij vastgesteld op 55,76%. Vanaf 22 november 2020 is de loongerelateerde WGA-uitkering van eiseres omgezet naar een WGA-vervolguitkering, naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 55 tot 65%.
2. Op 16 september 2021 heeft de ex-werkgever het UWV verzocht om een herbeoordeling van de arbeidsongeschiktheid van eiseres. Na medisch en arbeidskundig onderzoek heeft het UWV de besluiten genomen die in de inleiding zijn genoemd.

Wat vindt het UWV

3. Het UWV vindt dat eiseres 41,02% arbeidsongeschikt is en heeft daarom besloten om de WGA-vervolguitkering met ingang van 1 mei 2022 te wijzigen.
4. Het UWV heeft de medische grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts B&B) van
23 oktober 2022. De medische belastbaarheid van eiseres is opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 18 januari 2022.
5. Het UWV heeft de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige B&B) van
27 oktober 2022
.

Wat vindt eiseres

6. Eiseres is het niet eens met het UWV. Zij verzoekt allereerst om dat wat in bezwaar is aangevoerd als herhaald en ingelast te beschouwen. Volgens eiseres is haar arbeidsongeschiktheidspercentage onterecht vastgesteld op 41,02% en moet dat vele malen hoger zijn. Eiseres stelt dat zij volledig arbeidsongeschikt is om medische redenen en niet geschikt kan worden geacht voor passende arbeid.
7. Volgens eiseres is het medisch oordeel onjuist en onvoldoende en is het onderzoek onzorgvuldig. Het UWV heeft ten onrechte geen informatie opgevraagd bij haar behandelaars. Eiseres heeft zelf voldoende medische informatie overgelegd waaruit volgt dat het oordeel van de verzekeringsartsen onjuist is. De verzekeringsartsen hebben wezenlijke aspecten van de gezondheidstoestand van eiseres gemist en onvoldoende rekening gehouden met haar (verergerde) klachten. De meervoudige klachten en diagnoses zijn bekend, maar zijn onvoldoende betrokken in de beoordeling door de verzekeringsartsen. Volgens eiseres is er onvoldoende rekening gehouden met haar verminderde energie en belastbaarheid en is er ten onrechte geen urenbeperking aangenomen.
8. De arbeidsdeskundige heeft volgens eiseres in de FML ook onvoldoende rekening gehouden met de klachten van eiseres. De geduide functies overschrijden de mogelijkheden van eiseres en deze zijn daarom niet passend.

Wat vindt de rechtbank

9. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres 41,02% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 1 mei 2022 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
10. Voor zover eiseres in haar beroepschrift verwijst naar dat wat zij in bezwaar heeft aangevoerd, overweegt de rechtbank dat het aan eiseres is om in beroep gemotiveerd en specifiek aan te voeren waarom zij het niet eens is met het bestreden besluit. De enkele verwijzing naar het bezwaarschrift wordt niet als zo’n gemotiveerde en specifieke betwisting opgevat. Daarop is immers gereageerd in het bestreden besluit. Eiseres zal dus moeten aanvoeren waarom zij het met die reactie niet eens is. Gelet hierop zal de rechtbank de beoordeling van het beroep plaatsen in het licht van de in beroep nader uitgewerkte gronden en niet in het licht van wat in bezwaar is aangevoerd.
11. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 1 mei 2022 voor 41,02% arbeidsongeschikt is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Medische grondslag van het bestreden besluit
Het onderzoek
12. De rechtbank is van oordeel dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht. De verzekeringsarts B&B heeft kennis genomen van het dossier en het bezwaar van eiseres. Hij heeft eiseres gesproken tijdens de hoorzitting en aanvullend onderzocht. De rechtbank vindt ook dat de verzekeringsarts B&B op een zorgvuldige en duidelijke manier alle naar voren gebrachte klachten heeft betrokken bij de medische beoordeling. Het is aan de verzekeringsartsen om te bepalen of informatie van behandelaars moet worden opgevraagd of dat al voldoende informatie aanwezig is om de beperkingen te kunnen vaststellen. De rechtbank ziet geen reden om aan te nemen dat de verzekeringsarts B&B aspecten van de medische situatie van eiseres heeft gemist. Eiseres heeft dit ook niet nader onderbouwd.
De beoordeling van de belastbaarheid
13. De rechtbank is verder van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres op 1 mei 2022 in het rapport op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd. Hoewel eiseres stelt dat de verzekeringsarts B&B te weinig beperkingen heeft aangenomen, heeft zij haar standpunt niet met medische informatie onderbouwd. Het standpunt van eiseres dat er een urenbeperking moet worden aangenomen heeft zij ook niet (met medische informatie) onderbouwd. De rechtbank ziet hierom geen aanleiding te twijfelen aan de belastbaarheid van eiseres zoals de verzekeringsarts B&B die heeft vastgesteld.
14. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres op 1 mei 2022 in staat moet worden geacht arbeid te verrichten als daarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen die de verzekeringsarts B&B heeft vastgesteld.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
15. De arbeidsdeskundige en de arbeidsdeskundige B&B hebben op grond van de FML van 18 januari 2022 vastgesteld dat eiseres niet geschikt is voor haar eigen werk als callcentermedewerker, omdat deze functie haar belastbaarheid overschrijdt. De arbeidsdeskundige heeft functies gezocht die eiseres in theorie nog wel kan uitvoeren. Dat heeft drie functies (en twee reservefuncties) opgeleverd.
Het gaat om:
- ( sbc-code 516080) Schadecorrespondent;
- ( sbc-code 553020) Archiefmedewerker;
- ( sbc-code 111112) Medewerker Beddenreiniging.
16. De arbeidsdeskundige en de arbeidsdeskundige B&B hebben in hun rapporten voldoende uitgelegd waarom deze functies geschikt zijn voor eiseres. De knelpunten zijn beoordeeld en er is toegelicht waarom de functies geschikt zijn. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de functies te vervullen.
17. De stelling van eiseres dat zij de functies gezien haar klachten en beperkingen niet kan verrichten is in feite gericht tegen de vastgestelde FML. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat er geen reden is om aan die vaststelling te twijfelen.
18. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres op 1 mei 2022 met de middelste van de drie geduide functies 58,98% kan verdienen van het loon dat zij verdiende met haar eigen werk, zodat zij voor de overige 41,02% arbeidsongeschikt is.

Conclusie en gevolgen

19. Het UWV heeft terecht besloten om de WGA-vervolguitkering per 1 mei 2022 te verlagen, omdat zij per die datum voor 41,02% arbeidsongeschikt is.
20. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, worden de door haar gemaakte proceskosten of het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 7 september 2023 door mr. M. de Vries, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Hoeijmans, griffier.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.