ECLI:NL:RBROT:2023:8153
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag urgentieverklaring wegens eerdere intrekking en gebrek aan gewijzigde omstandigheden
In deze zaak heeft eiseres op 24 februari 2021 een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring vanwege geweld en/of bedreiging. Aanvankelijk werd haar op 3 mei 2021 een urgentieverklaring toegekend, maar deze werd op 5 augustus 2021 ingetrokken omdat eiseres niet voldoende had gereageerd op woningen die bij haar zoekprofiel pasten. Eiseres maakte bezwaar tegen deze intrekking, maar haar beroep werd op 1 september 2022 door de rechtbank kennelijk ongegrond verklaard. Op 12 april 2022 diende eiseres opnieuw een aanvraag in voor een urgentieverklaring, maar deze werd afgewezen omdat er geen nieuwe of gewijzigde omstandigheden waren die een nieuwe urgentieverklaring rechtvaardigden. De rechtbank oordeelde dat verweerder in redelijkheid gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om de aanvraag af te wijzen, gezien de eerdere intrekking van de urgentieverklaring en het feit dat eiseres niet voldoende had gereageerd op beschikbare woningen. De rechtbank concludeerde dat er geen schrijnende situatie was die toepassing van de hardheidsclausule rechtvaardigde. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en de rechtbank bevestigde het bestreden besluit van verweerder. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.