In deze civiele procedure, die zich afspeelt voor de Rechtbank Rotterdam, zijn incidenten tot vrijwaring en voeging aan de orde. De zaak betreft een geschil tussen [persoon A], de eigenaar van een woning, en de besloten vennootschap Tendens Services B.V., de aannemer van de woning. [persoon A] heeft Tendens aangeklaagd wegens constructieve gebreken aan de woning, die hij sinds augustus 2020 bezit. De gebreken, waaronder scheuren in het interieur en exterieur, zijn ontstaan door een ondeugdelijke fundering, waarvoor Tendens IBT Alblasserdam heeft ingeschakeld voor advies. [persoon A] vordert onder andere herstel van de woning, schadevergoeding en vergoeding van deskundigenkosten.
Tendens heeft in haar verweer gesteld dat zij volgens de eisen van goed en deugdelijk werk heeft gebouwd en dat de gebreken niet aan haar zijn toe te rekenen. In het vrijwaringsincident heeft Tendens IBT opgeroepen, stellende dat IBT een onjuiste constructie heeft voorgesteld, wat heeft geleid tot de schade. De rechtbank heeft geoordeeld dat Tendens voldoende heeft aangetoond dat er een rechtsverhouding bestaat die tot vrijwaring verplicht, en heeft de incidentele vordering toegewezen. Tevens is de rechtbank van oordeel dat de zaken die door Tendens zijn genoemd, verknocht zijn aan de hoofdzaak, en heeft zij de voeging van deze zaken toegestaan.
De rechtbank heeft de proceskosten in de incidenten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De zaak zal opnieuw op de rol komen voor beraad over een mondelinge behandeling.