ECLI:NL:RBROT:2023:7981
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag omgevingsvergunning voor aanbouw aan woning in Rotterdam
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen van een aanbouw aan zijn woning. De aanvraag werd op 10 mei 2021 door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam afgewezen, en het college bleef bij deze afwijzing na het bezwaar van eiser op 14 oktober 2021. De rechtbank heeft het beroep op 16 mei 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde, evenals de gemachtigde van het college, aanwezig waren.
Eiser had een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een aanbouw aan de zijgevel van zijn woning, gelegen aan [adres 1] in Rotterdam. De rechtbank oordeelt dat de aanvraag in strijd is met het bestemmingsplan "Het Lage Land-Oosterflank", omdat de aanbouw breder is dan de toegestane 3 meter en niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand. Eiser betoogde dat het college zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat het bouwplan in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat er sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel, omdat vergelijkbare aanbouwen in de omgeving zouden zijn vergund.
De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van gelijke gevallen, aangezien de bestemmingen van de woningen aan de door eiser genoemde adressen verschillen van die van zijn woning. Het college heeft voldoende gemotiveerd waarom de door eiser beoogde aanbouw niet past in het straatbeeld en de architectonische eenheid aantast. De rechtbank oordeelt dat het college in redelijkheid de vergunning heeft kunnen weigeren en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.