ECLI:NL:RBROT:2023:7978

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 mei 2023
Publicatiedatum
5 september 2023
Zaaknummer
10/740022-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren

Op 23 mei 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die eerder op 31 augustus 2018 was gelast. De rechtbank ontving op 24 maart 2023 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren. Tijdens de openbare terechtzitting op 23 mei 2023 zijn de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw gehoord. De deskundige van de instelling heeft een advies uitgebracht, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling te verlengen, omdat de terbeschikkinggestelde zich nog in de beginfase van de behandeling bevindt en er een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens is vastgesteld. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd. De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging overschrijdt door deze verlenging de vier jaar, maar is mogelijk omdat het gaat om een misdrijf dat gericht is tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van personen. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd, en deze beslissing is genomen door een meervoudige kamer.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummers: 10/740022-18
Datum uitspraak: 23 mei 2023
Beslissingvan de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[terbeschikkinggestelde01],
geboren te Curaçao op [geboortedatum01],
verblijvende in [instelling01],
raadsvrouw mr. [naam01], advocaat te ’s-Gravenhage.

1..Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank d.d. 31 augustus 2018 is de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde.
De termijn van de terbeschikkingstelling is begonnen op 12 mei 2021.

2..Procesverloop

De rechtbank heeft op 24 maart 2023 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling met 2 jaren.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 23 mei 2023 behandeld. De officier van justitie mr. A.H.A. de Bruijne, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door de raadsvrouw [naam01], en de deskundige [naam02], werkzaam bij de instelling, zijn gehoord.

3..Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 10 maart 2023, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. De deskundige heeft dit advies ter terechtzitting nader toegelicht. Omdat de terbeschikkingstelling eerder is begonnen dan de voorgeschreven termijn, komt de terbeschikkinggestelde (pas) in aanmerking voor verlof vanaf 13 september 2024. Tot die tijd adviseert de instelling de behandeling van de terbeschikkinggestelde – die zich tot dusver goed aan de behandeling en trainingen houdt - door te laten lopen om hem goed voor te kunnen bereiden op dat verlof en het recidiverisico verder te beperken. Daarvoor is een verlenging van 2 jaren vereist. Op dit moment bevindt de terbeschikkinggestelde zich nog in de beginfase van de behandeling.

4..Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De terbeschikkinggestelde en de raadsvrouw hebben zich niet verzet tegen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling en zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

5..Beoordeling

Op grond van het advies van de instelling en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

6..Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee)jaren.
Deze beslissing is genomen door mr. E.M. Havik voorzitter,
en mrs. J.L.M Boek en P.C. Tuinenburg, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. T. van Driel en S. Hoebe, griffiers, en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De oudste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.