ECLI:NL:RBROT:2023:7973

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 augustus 2023
Publicatiedatum
5 september 2023
Zaaknummer
10/035244-93
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een persoon met ernstige psychische stoornissen

Op 3 augustus 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, geboren in 1958. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk gelast bij vonnis van 14 juli 1993, ter zake van ernstige misdrijven zoals verkrachting en poging tot moord. De rechtbank ontving op 26 juni 2023 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op de openbare zitting van 3 augustus 2023 werd behandeld. De ter beschikking gestelde was niet aanwezig en had via zijn raadsman laten weten niet gehoord te willen worden. De deskundige, werkzaam bij de instelling waar de ter beschikking gestelde verblijft, verklaarde dat het horen van de ter beschikking gestelde hem onnodig zou belasten, gezien zijn psychische toestand. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden het noodzakelijk maakten om artikel 6:6:13 van het Wetboek van Strafvordering buiten toepassing te laten. De deskundige adviseerde om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien de aanhoudende psychische problemen van de ter beschikking gestelde, waaronder schizofrenie en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank concludeerde dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De termijn van de terbeschikkingstelling werd met twee jaar verlengd, wat in verhouding staat tot de ernst van de stoornis en het risico op recidive. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/035244-93
Datum uitspraak: 3 augustus 2023
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam persoon](de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958,
verblijvende op de afdeling [naam afdeling] van de [naam instelling] te [plaats] (de instelling),
raadsman mr. L. Hennink, advocaat te Rotterdam.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 14 juli 1993 is de terbeschikkingstelling van [naam persoon] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van verkrachting, poging tot verkrachting en tweemaal poging tot moord. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 29 juli 1993.
Bij beslissing van deze rechtbank van 29 juli 2021 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met twee jaar.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 26 juni 2023 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling. Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 3 augustus 2023 behandeld. De officier van justitie mr. B.J. Berton, de raadsman en de deskundige [psycholoog] , als psycholoog werkzaam bij de instelling, zijn gehoord.
De ter beschikking gestelde is niet ter terechtzitting verschenen en heeft bij monde van zijn
raadsman (net als bij de vorige verlengingszitting) laten weten dat hij zeer nadrukkelijk niet
wenst te verschijnen en op geen enkele wijze gehoord wil worden. De deskundige heeft toegelicht dat het door de ter beschikking gestelde als zeer belastend wordt ervaren om de instelling te moeten verlaten voor een verlengingszitting en om steeds opnieuw te moeten uitleggen waarom hij in de instelling wil blijven. Een dergelijke belasting verergert volgens de deskundige de symptomen van zijn stoornis.
De rechtbank is van oordeel dat artikel 6:6:13, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), waarin is bepaald dat de ter beschikking gestelde ter zitting wordt gehoord alvorens de rechtbank beslist over verlenging van de maatregel, onder de geschetste omstandigheden buiten toepassing dient te blijven. Gelet op het ziektebeeld, de persoonlijke omstandigheden en de uitdrukkelijke wens van de ter beschikking gestelde om niet op de vordering te worden gehoord, en gegeven het standpunt daarover van de deskundige, de officier van justitie en de advocaat van de ter beschikking gestelde, is de rechtbank van oordeel dat het horen van de ter beschikking gestelde in dit specifieke geval, op welke wijze dan ook, hem onevenredig zwaar zou belasten. Het voorkomen van negatieve gevolgen voor hem en zijn behandeling moet in dit bijzondere geval zwaarder wegen dan het belang van strafvordering.
De rechtbank zal derhalve een beslissing nemen op de vordering van de officier van justitie
zonder de ter beschikking gestelde daarover te hebben gehoord.

3.Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 20 april 2023, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van schizofrenie en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Daarnaast is hij bekend met middelenmisbruik (onder andere cocaïne, cannabis en alcohol), echter is dit al langere tijd in remissie door de gedwongen setting. Verder zijn er aanwijzingen dat sprake is van seksuele perversie; deze diagnose is echter nooit formeel gesteld vanwege de complexiteit van de (overige) pathologie.
De ter beschikking gestelde ervaart onafgebroken hinder door chronisch psychotische belevingen, waarbij zowel hallucinaties (met name akoestisch en visueel) als wanen, een
sterk verhoogde associatiedwang en een verstoorde realiteitstoetsing op de voorgrond staan. Zijn dagelijks functioneren wordt hierdoor ernstig belemmerd. Hij is zeer prikkelgevoelig en impulsief, heeft een zeer beperkte draagkracht en is onvermogend om spanningen op een adequate wijze te laten afvloeien. Er is geen sprake van ziekte-inzicht. Hij heeft wel enig ziektebesef en begrijpt dat hij in een hoog beveiligde omgeving dient te verblijven om recidive te voorkomen. Er is nog steeds sprake van een hoog risico op recidive, voortkomend uit de psychopathologie. De ter beschikking gestelde verblijft sinds 2003 in de [naam instelling] , waarbij het behandelteam zich richt op stabilisatie en kwaliteit van leven. Er is op dit moment geen zicht op resocialisatie of uitstroom.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
De deskundige [psycholoog] heeft haar advies op de terechtzitting kort toegelicht en aangevuld. Zij heeft onder meer – zakelijk weergegeven – verklaard dat, gelet een aanvraag is ingediend voor elektroconvulsietherapie (ECT). De ter beschikking gestelde staat hiervoor op de wachtlijst. De verwachting is dat deze behandeling niet zozeer van invloed zal zijn op de ernst van de psychotische ontregeling, maar wel kan bijdragen aan een verlichting van de lijdenslast van de ter beschikking gestelde. Daarnaast was de afgelopen periode tot twee keer toe sprake van medische klachten, vermoedelijk een TIA, waardoor hij nog meer angsten ervaart en nog voorzichtiger is geworden. Hierdoor zijn enkele verloven, op initiatief van de ter beschikking gestelde, afgezegd.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De raadsman heeft zich namens de ter beschikking gestelde uitdrukkelijk niet verzet tegen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling.

5.Beoordeling

Op grond van de adviezen van de deskundige en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen .
De rechtbank is gebleken dat het gevaar dat door zijn stoornis wordt veroorzaakt
onverminderd groot is en niet door behandeling of een verblijf elders kan worden
teruggebracht. De verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar
staat in verhouding tot de aard en ernst van de stoornis en de kans op herhaling van strafbaar gedrag door de ter beschikking gestelde. De rechtbank zal daarom de vordering toewijzen.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee) jaren.
Deze beslissing is genomen door mr. C.G. van de Grampel, voorzitter,
en mrs. J.M.L. van Mulbregt en M.E. van der Zouw, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.E. Scholtens, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.