ECLI:NL:RBROT:2023:7972

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 augustus 2023
Publicatiedatum
5 september 2023
Zaaknummer
10/711111-08
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar in strafzaak met psychische problematiek

Op 3 augustus 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de terbeschikkingstelling van een persoon, die sinds 2009 onder deze maatregel valt. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling verlengd met twee jaar, op basis van adviezen van deskundigen en het openbaar ministerie. De ter beschikking gestelde, geboren in 1967, verblijft in een instelling en heeft een voorgeschiedenis van ontuchtige handelingen en schennis van de eerbaarheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde, en dat de veiligheid van anderen eist dat de maatregel wordt voortgezet.

De rechtbank ontving op 27 juni 2023 een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van het openbaar ministerie. Tijdens de openbare zitting op 3 augustus 2023 zijn de ter beschikking gestelde, zijn raadsman mr. S.C. van Paridon, en deskundigen gehoord. De instelling en psychiater drs. [psychiater] adviseerden beide om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien de psychische problematiek van de ter beschikking gestelde, waaronder schizofrenie en een cannabisverslaving. De deskundigen wezen op het matige recidiverisico en de noodzaak voor verdere diagnostiek en resocialisatie.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de ter beschikking gestelde niet in staat is om zelfstandig te functioneren zonder toezicht en structuur, en dat de risico's zijn toegenomen. De beslissing om de terbeschikkingstelling te verlengen is genomen met het oog op de veiligheid van de samenleving en de noodzaak voor verdere behandeling. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er mogelijkheden moeten worden onderzocht voor terugkeer naar een FPA of overplaatsing naar een andere instelling, maar dat dit niet binnen een jaar te realiseren is. De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging overschrijdt vier jaar, maar is gerechtvaardigd gezien de aard van de misdrijven.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/711111-08
Datum uitspraak: 3 augustus 2023
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam persoon](de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967,
verblijvende in [naam instelling] te [plaats] (de instelling),
raadsman mr. S.C. van Paridon, advocaat te Rotterdam.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 23 juli 2009 is de terbeschikkingstelling van [naam persoon] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van het meermalen ontuchtige handelingen plegen en schennis van de eerbaarheid. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 7 augustus 2009.
Bij beslissing van deze rechtbank van 11 augustus 2021 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met twee jaar.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 27 juni 2023 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 3 augustus 2023 behandeld. De officier van justitie mr. B.J. Berton, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsman, en de deskundige drs. [hoofd behandeling] , als hoofd behandeling werkzaam bij de instelling, zijn gehoord.

3.Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 12 juni 2023, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van schizofrenie, een cannabisverslaving (in remissie), een exhibitionismestoornis (in remissie) en een voyeurismestoornis (in remissie). In de voorgeschiedenis is sprake van hyperseksualiteit. Na overplaatsing naar een FPA is in de afgelopen periode een toename te zien van seksuele preoccupatie, zonder dat de ter beschikking gestelde zich de risico’s daarvan lijkt te realiseren. Er zijn geen aanwijzingen voor een pedofiele voorkeur, maar de instelling vindt dat onvoldoende zicht bestaat op betrokkenes leefwereld. Het recidiverisico wordt matig geschat, waarbij sociaal isolement als een belangrijke risicofactor wordt gezien. In de afgelopen periode zijn de risico’s toegenomen in een minder beveiligde setting, uitmondend in een terugplaatsing naar de kliniek. De komende periode is van belang om in de kliniek te onderzoeken of en op welke wijze kan worden ingezet op resocialisatie. Naar aanleiding van de ontwikkelingen in de FPA is de instelling van mening dat daarbij ook verdere diagnostiek nodig is met betrekking tot de seksuele problematiek. Er zal nog geruime tijd nodig zijn om duidelijk te krijgen of er nog een koers mogelijk is waarin het beveiligingsniveau kan worden afgeschaald.
Advies psychiater
Psychiater drs. [psychiater] adviseert in zijn rapport, gedateerd 27 mei 2023, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
De deskundige herkent bij de ter beschikking gestelde dezelfde probleemgebieden als de kliniek. Zolang sprake is van een gecontroleerde situatie wordt het recidiverisico laag geschat, oplopend tot matig als het behandelkader wegvalt. Het advies met betrekking tot het risicomanagement is in overstemming met het standpunt van de kliniek. Gelet op de huidige impasse in de behandeling is het niet de verwachting dat binnen een jaar sprake is van een situatie waarbij een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel aan de orde kan zijn.
Advies psycholoog
Psycholoog drs. [psycholoog] adviseert in zijn rapport, gedateerd 2 juni 2023, de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
De psycholoog komt tot dezelfde diagnostische conclusies als de psychiater en de kliniek. Het recidiverisico in een situatie uit zorg, zonder steun, toezicht en structuur wordt matig-hoog geschat. De ter beschikking gestelde zal zich zelfstandig naar verwachting niet lang kunnen handhaven, wat gepaard zal gaan met sociale isolatie, oplopende spanningen en geseksualiseerde coping. Niet verwacht kan worden dat over een jaar de behandeling in die mate gevorderd is dat voorwaardelijke beëindiging van de maatregel aan de orde kan zijn. Geadviseerd wordt om opnieuw toe te werken naar resocialisatie, waarbij de FPA Den Haag wederom in beeld zou kunnen komen. Indien gehoor wordt gegeven aan de wens van de ter beschikking gestelde om de antipsychotische medicatie te verlagen, kan daarnaast het gebruik van libidoremmende medicatie worden overwogen.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
De deskundige [hoofd behandeling] heeft het advies van de instelling op de terechtzitting toegelicht. Zij heeft onder meer – zakelijk weergegeven – verklaard dat het traject bij de FPA moeizaam is gelopen en dat de komende periode gekeken moet worden waar de toegenomen seksuele preoccupatie vandaan komt. Van daaruit kan worden gekeken of libidoremmende medicatie eventueel noodzakelijk is. De deskundige heeft niet de indruk dat de ter beschikking gestelde acuut gevaarlijk is, maar hij heeft zich niet aan de afspraken gehouden en heeft zijn handelen op internet onvoldoende besproken met de begeleiding. Dit zorgt voor een verhoogd recidiverisico. Een terugkeer naar de FPA Den Haag is niet uitgesloten, maar eerst moet na aanvullende diagnostiek het risicomanagement opnieuw worden beoordeeld en moet worden besproken of dit voor de FPA uitvoerbaar is. Indien de ter beschikking gestelde onvoldoende responsief blijkt voor een dergelijk traject en sprake blijft van seksuele preoccupatie, kan dit aanleiding zijn om op termijn de mogelijkheid van een longcare-route te onderzoeken.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsman hebben verlenging van de terbeschikkingstelling bepleit met één jaar.

5.Beoordeling

Op grond van de adviezen van en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van en/of ziekelijke stoornis in de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
De rechtbank stelt, anders dan door de verdediging is verzocht, de duur van de verlenging op twee jaar. Uit het verhandelde ter zitting is naar voren gekomen dat de komende periode aanvullende diagnostiek zal worden verricht en het risicomanagement opnieuw zal worden beoordeeld. Aan de hand daarvan zal een nieuw plan met duidelijke, geleidelijke stappen voor het verdere behandelverloop worden opgesteld. Daarbij zal ook worden gekeken of er mogelijkheden bestaan voor de ter beschikking gestelde om terug te keren naar de FPA Den Haag, of om te worden overgeplaatst naar een andere FPA. De rechtbank ziet, met de deskundigen, onvoldoende mogelijkheden om dat binnen een jaar te realiseren en verwacht daarom niet dat binnen een jaar een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel aan de orde kan zijn.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee) jaren.
Deze beslissing is genomen door mr. C.G. van de Grampel, voorzitter,
en mrs. J.M.L. van Mulbregt en M.E. van der Zouw, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.E. Scholtens, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.