ECLI:NL:RBROT:2023:7971

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 augustus 2023
Publicatiedatum
5 september 2023
Zaaknummer
10/051298-99
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde met ernstige persoonlijkheidsstoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 augustus 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, geboren in 1969 op de Nederlandse Antillen. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk gelast in 2001 na veroordelingen voor verkrachting, wederrechtelijke vrijheidsberoving en bedreiging met zware mishandeling. De rechtbank heeft op 26 juni 2023 een vordering ontvangen van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die op 3 augustus 2023 is behandeld. De ter beschikking gestelde heeft een ernstige persoonlijkheidsstoornis met antisociale, narcistische, paranoïde, borderline en histrionische kenmerken, wat zijn resocialisatie bemoeilijkt. Zowel de instelling als de reclassering hebben geadviseerd de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, maar de rechtbank heeft besloten de termijn met één jaar te verlengen. Dit besluit is genomen omdat de ter beschikking gestelde zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden en er een ernstig incident heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft ook gewezen op de noodzaak van een zorgconferentie om de behandelimpasse te bespreken en de mogelijkheden voor resocialisatie te verkennen. De rechtbank heeft de beslissing genomen met inachtneming van de veiligheid van anderen en de gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10/051298-99
Datum uitspraak: 17 augustus 2023
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam persoon] ,
geboren op [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen) op [geboortedatum] 1969,
formeel verblijvende in [naam instelling] te [plaats] (de instelling),
raadsvrouw mr. L.M. Oldenburg, advocaat te Westzaan.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 22 maart 2001 is de terbeschikkingstelling van [naam persoon] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van verkrachting, meermalen gepleegd, wederrechtelijke vrijheidsberoving en bedreiging met zware mishandeling. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 31 juli 2001.
Bij beslissing van deze rechtbank van 4 augustus 2022 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met één jaar.
Bij beslissing van deze rechtbank van 20 december 2022 is het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging afgewezen.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 26 juni 2023 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling. Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 3 augustus 2023 behandeld. De officier van justitie mr. B.J. Berton, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en de deskundigen drs. [psycholoog 1] , werkzaam bij de inrichting als GZ-psycholoog en hoofd behandeling, en [reclasseringswerker] , werkzaam als reclasseringswerker bij Reclassering Nederland.

3.Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 6 juni 2023, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake van een ernstige persoonlijkheidsstoornis met antisociale, narcistische, paranoïde, borderline en histrionische kenmerken. Ondanks langdurige behandeling in diverse klinieken is de problematiek nauwelijks bewerkbaar gebleken en de verwachting is dat de ter beschikking gestelde weinig veranderbaar blijft.
Er blijft sprake van een hoog-risicoprofiel. Het lukt de ter beschikking gestelde niet om vooruitgang te boeken binnen zijn resocialisatietraject; dit stagneert meermaals vanwege zijn gebrekkige probleeminzicht en onbetrouwbaar gedrag. Vooral wanneer de vrijheden worden uitgebreid, zijn deze gebreken duidelijk aanwezig. In augustus 2022 is de ter beschikking gestelde aangemeld voor een portiekflat, maar in de loop van het jaar ontstonden er steeds meer problemen in de samenwerking met het behandelteam. Gestelde voorwaarden werden door hem bij herhaling overtreden en hij weigerde ook mee te werken aan afspraken rondom relatiebehandeling. Er is een ernstig incident geweest op 22 december 2022 tussen de ter beschikking gestelde en zijn partner, wat aansluitend binnen de kliniek verder escaleerde. De ter beschikking gestelde werd naar aanleiding hiervan gesepareerd. Ten gevolge van alle incidenten werden de verloven stilgelegd. Gelet op de huidige situatie verwacht de kliniek niet dat binnen een jaar kan worden toegewerkt naar een voorwaardelijke beëindiging.
Advies reclassering
De reclassering adviseert in het rapport, gedateerd 17 juli 2023, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. Dit rapport houdt voorts onder meer het volgende in.
De reclassering is van mening dat het op dit moment te vroeg is om de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen. De afgelopen maanden hebben zich veelvuldig regieovertredingen voorgedaan, waaruit geconcludeerd kan worden dat de ter beschikking gestelde moeite heeft om zich aan afspraken te houden. Het voornaamste recidiverisico ligt binnen de relationele sfeer en is nog steeds aanwezig. De ter beschikking gestelde erkent de veiligheidsrisico’s onvoldoende; hij wil zelf de regie houden en staat niet open voor verandering. Een verlenging van de maatregel is aangewezen en de reclassering adviseert om eerst nog een gefaseerd traject binnen het Forensisch Psychiatrisch Toezicht alvorens te kunnen overgaan tot een voorwaardelijke beëindiging.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
De deskundige [psycholoog 1] heeft het advies van de instelling op de terechtzitting nader toegelicht en aangevuld. Zij heeft onder meer – zakelijk weergegeven – verklaard dat op dit moment de situatie ongewijzigd is ten opzichte van de weergave in het rapport en dat het traject van de ter beschikking gestelde tot stilstand is gekomen, omdat hij zich niet wil conformeren aan de door de kliniek gestelde voorwaarden. Bij meer vrijheden horen meer verantwoordelijkheden en dat levert in de praktijk problemen op, aangezien het niet lukt om tot overeenstemming te komen en afspraken te maken. Om te bespreken hoe deze impasse kan worden doorbroken zal binnenkort een zorgconferentie plaatsvinden, met de betrokken behandelaars en onafhankelijke deskundigen. De inzet is om te voorkomen dat de situatie over een jaar nog altijd onveranderd is en op termijn mogelijk zelfs gesproken moet worden over een longcare- of longstay-traject.
De deskundige [reclasseringswerker] , heeft het verlengingsadvies van de reclassering op de zitting toegelicht. Zij heeft onder meer verklaard – zakelijk weergegeven – dat op de vorige zitting duidelijke afspraken zijn gemaakt, waaraan de ter beschikking gestelde niet heeft voldaan. Gelet op die situatie acht de reclassering een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel op dit moment niet aan de orde.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsvrouw hebben verzocht de behandeling van de zaak aan te houden, teneinde nader onderzoek te doen naar de ontstane behandelimpasse. Deze impasse lijkt mede te zijn ontstaan door een verschil van inzicht tussen de betrokken deskundigen over de beoordeling van het recidiverisico. Gedacht wordt aan een aanvullend onderzoek door de deskundigen die vorig jaar een pro justitia-rapport hebben opgesteld, dan wel aan observatie van de ter beschikking gestelde in het Pieter Baan Centrum. Met dit aanvullende onderzoek kan de rechtbank opnieuw beoordelen of een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel wellicht aan de orde is.
Mocht dit niet gevolgd worden dan dient de verlenging beperkt te worden tot een jaar, zodat de resultaten van de geplande zorgconferentie en het verdere verloop van de behandeling dan meegenomen en opnieuw beoordeeld kunnen worden.

5.Beoordeling

Ten aanzien van het aanhoudingsverzoek
De rechtbank zal dit verzoek tot aanhouding afwijzen. Uit het verhandelde ter zitting is naar voren gekomen dat op korte termijn een zorgconferentie zal worden belegd, waarbij de ontstane behandelimpasse zal worden besproken en mogelijke verschillen van inzicht met betrekking tot (de ernst van) het recidiverisico naar voren kunnen komen. De rechtbank signaleert dat actuele problemen die door de instelling worden gerapporteerd voor een belangrijk deel juist zien op (relationele) risicofactoren die ook door psychiater [psychiater] en psycholoog [psycholoog 2] bij hun onderzoeken in 2022 werden gesignaleerd. Om die reden ziet de rechtbank op dit moment geen meerwaarde in een aanvullend onderzoek door deze rapporteurs, dan wel een nieuw onafhankelijk onderzoek, al dan niet in het Pieter Baan Centrum.
Ten aanzien van de vordering tot verlenging van de maatregel
Op grond van de adviezen van de deskundigen en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van en/of ziekelijke stoornis in de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
Hoewel de problematiek van de ter beschikking gestelde onveranderd is en op dit moment geen concreet plan bestaat voor het vervolg van de behandeling, stelt de rechtbank de duur van de verlenging op één jaar. Daartoe overweegt zij het volgende. De rechtbank stelt vast dat het voornemen tijdens de vorige verlengingszitting om via plaatsing in een transmurale woonvoorziening toe te werken naar een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel het afgelopen jaar niet van de grond is gekomen. De ter beschikking gestelde heeft zich bij herhaling niet aan de gestelde voorwaarden heeft gehouden en ook was sprake van een ernstig (gewelds-)incident met zijn partner. De behandeling is hierdoor in een impasse geraakt.
Tijdens de vorige zitting is onder meer het belang besproken van het langdurig volgen van het (relationele) functioneren van de ter beschikking gestelde. Ook het risico van stagnatie van de behandeling bij het door de instelling voorgenomen traject is in dat verband aan de orde geweest. Tijdens de komende zorgconferentie zal met de betrokken deskundigen de omvang van het recidiverisico opnieuw worden besproken en zal worden gekeken op welke wijze de verdere resocialisatie van de ter beschikking gestelde vorm kan krijgen. De ter beschikking gestelde heeft ter zitting enige bereidheid getoond om alsnog zijn medewerking te verlenen aan relatietherapie. De rechtbank acht het van belang dat de instelling daarover verder met de ter beschikking gestelde in gesprek gaat en tot afspraken probeert te komen over mogelijke voorwaarden daarbij.
Gelet op deze ontwikkelingen acht de rechtbank een verlenging van de maatregel voor de duur van één jaar in het bijzonder aangewezen om vinger aan de pols te kunnen houden. De rechtbank zal op dit moment niet vragen om ten behoeve van de volgende zitting een maatregelrapport op te stellen, maar gaat er vanuit dat de reclassering, mocht dit relevant worden, tijdig in het traject zal worden betrokken. De rechtbank spreekt hierbij de verwachting uit dat de mogelijkheid aanwezig is dat in samenspraak met de ter beschikking gestelde het resocialisatietraject weer in gang kan worden gezet en de huidige behandelimpasse kan worden doorbroken.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
1 (één) jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. C.G. van de Grampel, voorzitter,
en mrs. J.M.L. van Mulbregt en M.E. van der Zouw, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.E. Scholtens, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.