ECLI:NL:RBROT:2023:7817

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 augustus 2023
Publicatiedatum
1 september 2023
Zaaknummer
C/10/662263 / HA ZA 23-623
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Goederenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervroegde onteigening en schadeloosstelling in het kader van bestemmingsplan gemeente Barendrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 augustus 2023 een vonnis gewezen in het kader van een vervroegde onteigening door de gemeente Barendrecht. De gemeente heeft de onroerende zaak, gelegen in Barendrecht, aangewezen voor onteigening ten behoeve van de uitvoering van een bestemmingsplan dat op 27 juni 2017 door de gemeenteraad is vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de procedure correct is verlopen, waarbij de gemeente de nodige formaliteiten heeft nageleefd en de gedaagden niet zijn verschenen. De rechtbank heeft de vordering van de gemeente tot vervroegde onteigening toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond werd geacht.

De rechtbank heeft ook de hoogte van de schadeloosstelling voor de gedaagden vastgesteld. Aangezien gedaagde 2 niet in de procedure is verschenen, wordt zij geacht het aanbod tot schadeloosstelling te hebben verworpen. De rechtbank heeft besloten om een deskundige te benoemen om de hoogte van de schadeloosstelling te bepalen, en heeft het voorschot op de schadeloosstelling voor gedaagde 2 vastgesteld op € 2.600,-. Voor andere belanghebbenden is het voorschot op de schadeloosstelling vastgesteld op nihil. De rechtbank heeft verder een rechter-commissaris benoemd en de zaak verwezen naar de rol voor het opgeven van verhinderdata voor een plaatsopneming door de deskundige.

Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is een belangrijke uitspraak in het kader van onteigeningsprocedures, waarbij de rechten van de betrokken partijen zorgvuldig zijn afgewogen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/662263 / HA ZA 23-623
Vonnis van 30 augustus 2023
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE BARENDRECHT,
zetelend in Barendrecht,
eiseres,
advocaat mr. H.A. Bijkerk te Utrecht,
tegen

1..[gedaagde 1],

gevestigd in Barendrecht,
2.
[gedaagde 2],
gevestigd in Hillegom,
gedaagden,
niet verschenen.
Partijen worden hierna de gemeente, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 5 juli 2023, met 3 producties;
  • de stukken vermeld in artikel 23 Onteigeningswet (hierna: Ow), neergelegd ter griffie van deze rechtbank op 26 juni 2023 (akte van depot nr. 90.109/2023);
  • het tegen gedaagden verleende verstek.
1.2.
Verder heeft de rechtbank kennis genomen van de exploten van 11 en 12 juli 2023, waarbij ter voldoening aan artikel 18 Ow de dagvaarding is overbetekend aan:
1. a. [naam 1] en [naam 2] (hierna: [naam 1] en [naam 2]),
beiden wonend in [plaatsnaam 1]; en
b. [naam 3] h.o.d.n. [handelsnaam] (hierna: [naam 3]), wonend in
[plaatsnaam 2];
als huurders;
2. [naam 4] (hierna: [naam 4]), gevestigd in Utrecht, als hypotheekhoudster;
3. a. [naam 5] en [naam 6] (hierna: [naam 5] en [naam 6]), beiden wonend in
[plaatsnaam 3],
b. [naam 7] en [naam 8] (hierna: [naam 7] en [naam 8]), beiden wonend in [plaatsnaam 4];
c. [naam 9] (hierna: [naam 9]), wonend in [plaatsnaam 1];
d. [VvE] te [plaatsnaam 1] (hierna: [VvE]);
e. [naam 10] (hierna: [naam 10]), wonend in [plaatsnaam 1];
als rechthebbende op of belanghebbende bij een op het (gedeeltelijk) te onteigenen
perceel gevestigde erfdienstbaarheid.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Bij Koninklijk Besluit van 15 december 2022, nr. 2022002771 (hierna: het KB), openbaar gemaakt in de Staatscourant van 19 januari 2023, nummer 1254, is ten behoeve van de realisatie van het op 27 juni 2017 door de raad van de gemeente vastgestelde bestemmingsplan “[naam bestemmingsplan]” (hierna: het bestemmingsplan) onder meer ter onteigening aangewezen de onroerende zaak met kadastrale aanduiding gemeente Barendrecht:
grondplan-nummer
sectie
en nummer
totale
oppervlakte
te onteigenen oppervlakte
3
[sectie] [nummer 1]
259 m²
47 m²
De onroerende zaak is gesplitst en overgegaan in twee appartementsrechten, kadastraal bekend gemeente Barendrecht, [sectie], nummer [nummer 2] (hierna: appartementsrecht 1) en gemeente Barendrecht, [sectie], nummer [nummer 3] (hierna: appartementsrecht 2), met [gedaagde 1] als vereniging van eigenaren.
De gesplitste onroerende zaak wordt hierna het perceel genoemd en het te onteigenen gedeelte van het perceel wordt hierna het te onteigenen perceelsgedeelte genoemd. Op een door de gemeente overgelegde tekening zijn het perceel en het te onteigenen perceelsgedeelte (grondplannummer 3) als volgt weergegeven.
[afbeelding kadasterkaart]
2.2.
In het KB is als eigenaar van appartementsrecht 1 en appartementsrecht 2 aangewezen [gedaagde 2].
2.3.
Huurder van de opstal op het perceel, meer specifiek de bedrijfsruimte in appartementsrecht 1, op het adres [adres 1], is [naam 3].
2.4.
Huurders van de opstal op het perceel, meer specifiek de woonruimte in appartementsrecht 2 op het adres [adres 2], zijn [naam 1] en [naam 2].
2.5.
De onder 2.3 en 2.4 genoemde opstallen bevinden zich, voor zover de gemeente bekend, niet op het te onteigenen perceelsgedeelte, dat onbebouwd is.
2.6.
Appartementsrecht 1 en appartementsrecht 2 waren ten tijde van de dagvaarding bezwaard met een recht van hypotheek ten gunste van [naam 4].
2.7.
Het perceel is belast met een recht van erfdienstbaarheid, inhoudende het recht van weg om te komen en te gaan over de expeditiestraat tussen Het Onderlangs en de Binnenlandsebaan. De bij deze erfdienstbaarheid betrokken erven en belanghebbenden zijn:
Hu en Hu, als eigenaren, ieder voor de onverdeelde helft, van het perceel kadastraal bekend gemeente Barendrecht, [sectie], nummer [nummer 4], plaatselijk bekend [adres 3];
[naam 9], als eigenaar van het perceel kadastraal bekend gemeente Barendrecht, [sectie], nummer [nummer 5], plaatselijk bekend [adres 4];
a. [naam 5] en [naam 6], als eigenaren, ieder voor de onverdeelde helft, van het
appartementsrecht kadastraal bekend gemeente Barendrecht, [sectie],
nummer [nummer 6];
b. [naam 10], als eigenaar van het appartementsrecht kadastraal bekend gemeente
Barendrecht, [sectie], nummer [nummer 7];
beide appartementsrechten zijn ontstaan uit het perceel kadastraal bekend gemeente Barendrecht, [sectie], nummer [nummer 8], plaatselijk bekend [adres 5], met als vereniging van eigenaren [VvE].
2.8.
De gemeente heeft aan [gedaagde 2] € 2.600,- als schadeloosstelling aangeboden.
2.9.
Aan [gedaagde 2] is verder aangeboden om het overblijvende deel van het perceel opnieuw in te richten, waarbij 9 parkeerplaatsen worden gerealiseerd.

3..De vordering en het verweer

3.1.
De gemeente vordert om bij vonnis ten name van haar de vervroegde onteigening uit te spreken van het te onteigenen perceelsgedeelte en om het bedrag van de schadeloosstelling van [gedaagde 2] en de (andere) belanghebbenden te bepalen.
3.2.
De gemeente heeft aan haar vordering tot vervroegde onteigening ten grondslag gelegd dat zij er ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan belang bij heeft dat het te onteigenen perceelsgedeelte zo spoedig mogelijk tot haar vrije beschikking komt.
3.3.
Van [gedaagde 2], [gedaagde 1] en de onder 2.3, 2.4, 2.6 en 2.7 genoemde belanghebbenden zijn geen verweren bekend.

4..De beoordeling

4.1.
Nu de bij wet voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen en de rechtbank de vordering tot vervroegde onteigening niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, is deze voor toewijzing vatbaar.
4.2.
Omdat [gedaagde 2] niet in de procedure is verschenen, wordt zij geacht het aanbod tot schadeloosstelling te hebben verworpen. Dit betekent dat over de hoogte van het aan haar toe te kennen bedrag aan schadeloosstelling op de voet van artikel 54j lid 1 Ow een bericht van (een) deskundige(n) moet worden ingewonnen.
4.3.
Gelet op de betrekkelijk geringe omvang van het te onteigenen perceelsgedeelte en het daarmee naar verwachting betrekkelijk geringe financiële belang, zal de rechtbank één deskundige benoemen, die al kenbaar heeft gemaakt een benoeming te zullen aanvaarden. De gemeente is in de gelegenheid gesteld om te reageren op de voorgestelde deskundige en heeft geen bezwaar gemaakt.
4.4.
De gemeente heeft voorgesteld dat de rechtbank het voorschot op de schadeloosstelling bepaalt op 100% van het aangeboden bedrag, zodat het stellen van zekerheid achterwege kan blijven. Nu [gedaagde 2] het bedrag van de aangeboden schadeloosstelling niet heeft aanvaard, zal de rechtbank overeenkomstig artikel 54i lid 2 Ow het voorschot voor haar vaststellen op € 2.600,- en hoeft de gemeente geen zekerheid te stellen.

5..De beslissing

De rechtbank:
5.1.
spreekt uit ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan “[naam bestemmingsplan]” en ten name van de gemeente, de vervroegde onteigening, vrij van alle met betrekking tot het perceel bestaande lasten en rechten, van het onder 2.1 bedoelde perceelsgedeelte ter grootte van 47 m², dat onderdeel uitmaakt van de onroerende zaak met de kadastrale aanduiding gemeente Barendrecht, [sectie], nummer [nummer 1], overgegaan en gesplitst in twee appartementsrechten, kadastraal bekend gemeente Barendrecht, [sectie], nummer [nummer 2] en gemeente Barendrecht, [sectie], nummer [nummer 3];
5.2.
stelt het voorschot op de schadeloosstelling vast op nihil voor:
  • [naam 1] en [naam 2];
  • [naam 3];
  • [naam 5] en [naam 6];
  • [naam 7] en [naam 8];
  • [naam 9];
  • [VvE]; en
  • [naam 10];
5.3.
stelt het voorschot op de schadeloosstelling voor [gedaagde 2] vast op € 2.600,-;
5.4.
bepaalt dat voor de voldoening van de schadeloosstelling geen zekerheid gesteld hoeft te worden;
5.5.
benoemt [naam 11] als deskundige ter begroting van de aan [gedaagde 2] toekomende schadeloosstelling;
5.6.
benoemt tot rechter-commissaris het lid van de rechtbank mr. B. van Velzen, bij afwezigheid te vervangen door een andere door de rechtbank te benoemen rechter-commissaris, om met de griffier aanwezig te zijn bij de opneming van het te onteigenen perceelsgedeelte door de deskundige;
5.7.
verwijst de zaak naar de rol van
20 september 2023voor het opgeven van verhinderdata in de maanden oktober 2023 tot en met februari 2024, waarna een datum voor een plaatsopneming door de deskundige zal worden bepaald;
5.8.
wijst de Staatscourant aan als het nieuwsblad waarin de griffier van deze rechtbank een uittreksel van dit vonnis zal plaatsen;
5.9.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. van Velzen, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Welter-Dekkers, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 augustus 2023.
3268/3194