ECLI:NL:RBROT:2023:7815

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 augustus 2023
Publicatiedatum
1 september 2023
Zaaknummer
C/10/662254 / HA ZA 23-621
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Goederenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervroegde onteigening door de gemeente Barendrecht met betrekking tot een perceelsgedeelte

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 augustus 2023 een verstekvonnis uitgesproken in de procedure tussen de gemeente Barendrecht en een gedaagde die niet is verschenen. De gemeente vorderde de vervroegde onteigening van een perceelsgedeelte van 7 m², dat onderdeel uitmaakt van een onroerende zaak, ten behoeve van de uitvoering van een bestemmingsplan dat op 27 juni 2017 door de gemeenteraad is vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bij wet voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen en dat de vordering tot vervroegde onteigening niet onrechtmatig of ongegrond is. Hierdoor is de vordering voor toewijzing vatbaar.

De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de gedaagde, door niet te verschijnen, het aanbod tot schadeloosstelling van € 400,- heeft verworpen. Dit betekent dat er een deskundige moet worden ingeschakeld om de hoogte van de schadeloosstelling te bepalen. De gemeente heeft voorgesteld dat het voorschot op de schadeloosstelling voor de gedaagde wordt vastgesteld op € 400,-, wat de rechtbank heeft goedgekeurd. Voor de andere belanghebbenden, die geen schade lijden door de onteigening, is het voorschot op de schadeloosstelling vastgesteld op nihil.

De rechtbank heeft verder een deskundige benoemd om de schadeloosstelling voor de gedaagde te begroten en heeft mr. B. van Velzen aangewezen als rechter-commissaris. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor het opgeven van verhinderdata, waarna een datum voor een plaatsopneming door de deskundige zal worden bepaald. Het vonnis is openbaar uitgesproken en een uittreksel zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/662254 / HA ZA 23-621
Verstekvonnis van 30 augustus 2023
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE BARENDRECHT,
zetelend in Barendrecht,
eiseres,
advocaat mr. H.A. Bijkerk te Utrecht,
tegen
[gedaagde],
wonend in Barendrecht,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen worden hierna de gemeente en [gedaagde] genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 6 juli 2023, met 3 producties;
  • de stukken vermeld in artikel 23 Onteigeningswet (hierna: Ow), neergelegd ter griffie van deze rechtbank op 26 juni 2023 (akte van depot nr. 90.109/2023);
  • het tegen [gedaagde] verleende verstek.
1.2.
Verder heeft de rechtbank kennis genomen van de exploten van 11 en 12 juli 2023, waarbij ter voldoening aan artikel 18 Ow de dagvaarding is overbetekend aan:
1. a. [naam 1] (hierna: [naam 1] ) en [naam 2] , beiden wonend in [plaatsnaam 1] ; en
b. [naam restaurant] (hierna: [naam restaurant] ),
gevestigd in [plaatsnaam 1] , en haar vennoten (a) [naam 3] , wonend in
[plaatsnaam 2] en (b en c) de hiervoor genoemde [naam 1] en [naam 2] ;
als huurders;
2. a. [naam 4] en [naam 5] , beiden wonend in [plaatsnaam 1] ;
b. [naam 6] en [naam 7] (hierna: [naam 6] en [naam 7] ), beiden
wonend in [plaatsnaam 3];
c. [naam 8] (hierna: [naam 8] ), wonend in [plaatsnaam 1] ;
d. [naam bedrijf] (hierna: [naam bedrijf] ), gevestigd in [plaatsnaam 4];
e. [VvE 1] (hierna: [VvE 1] );
f. [VvE 2] (hierna: [VvE 2]
);
als rechthebbende op of belanghebbende bij een ten laste van het (gedeeltelijk) te onteigenen perceel gevestigde erfdienstbaarheid.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Bij Koninklijk Besluit van 15 december 2022, nr. 2022002771 (hierna: het KB), openbaar gemaakt in de Staatscourant van 19 januari 2023, nummer 1254, is ten behoeve van de realisatie van het op 27 juni 2017 door de raad van de gemeente vastgestelde bestemmingsplan “ [naam bestemmingsplan] ” (hierna: het bestemmingsplan) onder meer ter onteigening aangewezen de onroerende zaak met kadastrale aanduiding gemeente [plaatsnaam 1] :
grondplan-nummer
sectie en
nummer
totale
oppervlakte
te onteigenen oppervlakte
1
[sectie] [nummer 1]
215 m²
7 m²
Het totale kadastrale perceel wordt hierna het perceel genoemd en het te onteigenen gedeelte van het perceel wordt hierna het te onteigenen perceelsgedeelte genoemd. Op een door de gemeente overgelegde tekening zijn het perceel en het te onteigenen perceelsgedeelte (grondplannummer 1) als volgt weergegeven.
[afbeelding kadasterkaart]
2.2.
In het KB is [gedaagde] als eigenaar van het perceel aangewezen.
2.3.
Huurders van de opstal op het perceel, meer specifiek de woonruimte aan [adres 1] , zijn [naam 1] en [naam 2] .
2.4.
Huurders van de opstal op het perceel, meer specifiek de bedrijfsruimte aan [adres 2] , zijn [naam restaurant] en haar vennoten [naam 3] , [naam 1] en [naam 2] .
2.5.
De onder 2.3 en 2.4 genoemde opstallen bevinden zich, voor zover de gemeente bekend, niet op het te onteigenen perceelsgedeelte, dat onbebouwd is.
2.6.
Het perceel is belast met een recht van erfdienstbaarheid, inhoudende het recht van weg om te komen en te gaan over de expeditiestraat tussen Het Onderlangs en de Binnenlandsebaan. De bij deze erfdienstbaarheid betrokken erven en belanghebbenden zijn:
[naam 4] en [naam 5] , als eigenaren, ieder voor de onverdeelde helft, van het perceel kadastraal bekend gemeente Barendrecht, [sectie] , nummer [nummer 2] , plaatselijk bekend [adres 3] ;
a. [naam 6] en [naam 7] , als eigenaren, ieder voor de onverdeelde helft, van het
appartementsrecht kadastraal bekend gemeente Barendrecht, [sectie] ,
nummer [nummer 3] ;
b. [naam 8] , als eigenaar van het appartementsrecht kadastraal bekend gemeente Barendrecht, [sectie] , nummer [nummer 4] ;
beide appartementsrechten zijn ontstaan uit het perceel kadastraal bekend gemeente
Barendrecht, [sectie] , nummer [nummer 5] , plaatselijk bekend [adres 4]
, met als vereniging van eigenaren [VvE 1] ;
c. [naam bedrijf] , als eigenaar van de appartementsrechten kadastraal bekend gemeente
Barendrecht, [sectie] , nummer [nummer 6] en gemeente Barendrecht, [sectie] ,
nummer [nummer 7] , welke appartementsrechten zijn ontstaan uit het perceel
kadastraal bekend gemeente Barendrecht, [sectie] , nummer [nummer 8] , plaatselijk
bekend [adres 5] , met als vereniging van
eigenaren [VvE 2] .
2.7.
Het perceel was ten tijde van de dagvaarding blijkens de openbare registers van het Kadaster niet belast met hypothecaire inschrijvingen.
2.8.
De gemeente heeft aan [gedaagde] € 400,- als schadeloosstelling aangeboden.

3..De vordering en het verweer

3.1.
De gemeente vordert om bij vonnis ten name van haar de vervroegde onteigening uit te spreken van het te onteigenen perceelsgedeelte en om het bedrag van de schadeloosstelling van [gedaagde] en de (andere) belanghebbenden te bepalen.
3.2.
De gemeente heeft aan haar vordering tot vervroegde onteigening ten grondslag gelegd dat zij er ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan belang bij heeft dat het te onteigenen perceelsgedeelte zo spoedig mogelijk tot haar vrije beschikking komt.
3.3.
Van [gedaagde] en de onder 2.3, 2.4 en 2.6 genoemde belanghebbenden zijn geen verweren bekend.

4..De beoordeling

4.1.
Nu de bij wet voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen en de rechtbank de vordering tot vervroegde onteigening niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, is deze vordering voor toewijzing vatbaar.
4.2.
Omdat [gedaagde] niet in de procedure is verschenen, wordt hij geacht het aanbod tot schadeloosstelling te hebben verworpen. Dit betekent dat over de hoogte van het aan [gedaagde] toe te kennen bedrag aan schadeloosstelling op de voet van artikel 54j lid 1 Ow een bericht van (een) deskundige(n) moet worden ingewonnen.
4.3.
Gelet op de betrekkelijk geringe omvang van het te onteigenen perceelsgedeelte en het daarmee naar verwachting betrekkelijk geringe financiële belang, zal de rechtbank één deskundige benoemen, die al kenbaar heeft gemaakt een benoeming te zullen aanvaarden. De gemeente is in de gelegenheid gesteld om te reageren op de voorgestelde deskundige en heeft geen bezwaar gemaakt.
4.4.
De gemeente heeft voorgesteld dat de rechtbank het voorschot op de schadeloosstelling voor [gedaagde] bepaalt op 100% van het aangeboden bedrag, zodat het stellen van zekerheid achterwege kan blijven. Nu [gedaagde] het bedrag van de aangeboden schadeloosstelling niet heeft aanvaard, zal de rechtbank overeenkomstig artikel 54i lid 2 Ow het voorschot voor [gedaagde] bepalen op € 400,- en hoeft de gemeente geen zekerheid te stellen.
4.5.
De gemeente heeft voorgesteld het voorschot op de schadeloosstelling voor de onder 2.3, 2.4 en 2.6 genoemde belanghebbenden op nihil te begroten. Aan dat voorstel legt zij ten grondslag dat deze belanghebbenden geen schade lijden door de onteigening, omdat de mogelijkheid tot het gebruik van de erfdienstbaarheid niet wijzigt.
4.6.
De rechtbank acht het standpunt van de gemeente dat de genoemde belanghebbenden als gevolg van de onteigening geen schade lijden niet op voorhand onjuist. De rechtbank zal het voorschot op de schadeloosstelling voor deze belanghebbenden dan ook bepalen op nihil.

5..De beslissing

De rechtbank:
5.1.
spreekt uit ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan “ [naam bestemmingsplan] ” en ten name van de gemeente, de vervroegde onteigening, vrij van alle met betrekking tot het perceel bestaande lasten en rechten, van het onder 2.1 bedoelde perceelsgedeelte ter grootte van 7 m², dat onderdeel uitmaakt van de onroerende zaak met de kadastrale aanduiding gemeente Barendrecht, [sectie] , nummer [nummer 1] ;
5.2.
stelt het voorschot op de schadeloosstelling vast op nihil voor:
- [naam 1] en [naam 2] ;
- [naam restaurant] en haar vennoten [naam 1] en [naam 2] ;
- [naam 4] en [naam 5] ;
- [naam 6] en [naam 7] ;
- [naam 8] ;
- [naam bedrijf] ;
- [VvE 1] ; en
- [VvE 2] .
5.3.
stelt het voorschot op de schadeloosstelling voor [gedaagde] vast op € 400,-;
5.4.
bepaalt dat voor de voldoening van de schadeloosstelling geen zekerheid gesteld hoeft te worden;
5.5.
benoemt [naam 9] als deskundige ter begroting van de aan [gedaagde] toekomende schadeloosstelling;
5.6.
benoemt tot rechter-commissaris het lid van de rechtbank mr. B. van Velzen, bij afwezigheid te vervangen door een andere door de rechtbank te benoemen rechter-commissaris, om met de griffier aanwezig te zijn bij de opneming van het te onteigenen perceelsgedeelte door de deskundige;
5.7.
verwijst de zaak naar de rol van
20 september 2023voor het opgeven van verhinderdata in de maanden oktober 2023 tot en met februari 2024, waarna een datum voor een plaatsopneming door de deskundige zal worden bepaald;
5.8.
wijst de Staatscourant aan als het nieuwsblad waarin de griffier van deze rechtbank een uittreksel van dit vonnis zal plaatsen;
5.9.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. van Velzen, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Welter-Dekkers, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 augustus 2023.
3268/3194