ECLI:NL:RBROT:2023:7592

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 augustus 2023
Publicatiedatum
24 augustus 2023
Zaaknummer
C/10/662225 / HA RK 23-708
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar voor onbeheerde nalatenschappen van erflater en erflaatster

Op 10 augustus 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en het Rijksvastgoedbedrijf. De rechtbank ontving op 12 juli 2023 een verzoekschrift van de Staat om een vereffenaar te benoemen op basis van artikel 4:204 van het Burgerlijk Wetboek (BW) voor de onbeheerde nalatenschappen van erflater en erflaatster. De rechtbank besloot zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen, aangezien er geen belanghebbenden bekend waren en er geen vragen aan de verzoeker waren.

De zaak betreft de nalatenschap van erflater, die geen testament had en geen erfgenamen had die de nalatenschap wilden aanvaarden. De erflaatster, de moeder van erflater, had ook geen testament en haar erfgenamen waren onbekend. De rechtbank concludeerde dat de Staat als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat de vereffenaar de goederen aan de Staat moet afgeven indien er geen erfgenamen zijn of deze niet bereid zijn de goederen in ontvangst te nemen.

De rechtbank heeft het Rijksvastgoedbedrijf benoemd tot vereffenaar, omdat dit bedrijf ervaring heeft met het vereffenen van nalatenschappen en al betrokken was bij het erfgenamenonderzoek. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de griffier is opgedragen de benoemingen in te schrijven in het boedelregister. De beschikking is openbaar uitgesproken op 10 augustus 2023.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/662225 / HA RK 23-708
Beschikking van 10 augustus 2023
in de zaak van
DE STAAT DER NEDERLANDEN (ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Rijksvastgoedbedrijf),
zetelend te Den Haag,
verzoeker,
advocaat mr. S.J. van Baasbank te 's-Gravenhage.
Verzoeker wordt hierna ‘de Staat’ genoemd.

1..Het procesverloop

1.1.
Op 12 juli 2023 is bij de rechtbank ingekomen het verzoekschrift van de Staat om een vereffenaar te benoemen op grond van artikel 4:204 BW, met producties.
1.2.
De rechtbank heeft besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen, omdat er geen belanghebbenden bij dit verzoekschrift bekend zijn en de rechtbank aan verzoeker geen vragen heeft.

2..De beoordeling

2.1.
Op [datum 1] is te [plaats 1] overleden [erflater] (hierna: erflater), geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats 1] . De laatste woonplaats van erflater was [plaats 2] .
2.2.
Op [datum 2] is te [plaats 1] overleden [erflaatster] (hierna: erflaatster), geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] . De laatste woonplaats van erflaatster was [plaats 1] .
2.3.
Erflaatster is de moeder van erflater. Erflaatster is de enige erfgenaam van erflater, omdat erflater geen testament had opgemaakt, ten tijde van zijn overlijden niet was gehuwd of geregistreerd als partner, geen kinderen heeft achtergelaten en geen in leven zijnde vader en/of broers en zussen had. Door het overlijden van erflaatster valt de nalatenschap van erflater geheel in de nalatenschap van erflaatster. Wie de erfgenamen van erflaatster zijn, is op dit moment onbekend, omdat erflaatster geen testament heeft opgemaakt, ten tijde van haar overlijden niet was gehuwd of geregistreerd als partner en haar kinderen zijn vooroverleden. De ouders van erflaatster en haar twee broers zijn ook vooroverleden. De kinderen van de jongste broer van erflaatster hebben de nalatenschap van erflaatster (en ook van erflater) verworpen. Daarnaast hebben volgens het boedelregister de volgende personen ook de nalatenschap van erflaatster verworpen: [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 5] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 8] en [naam 9] .
2.4.
De stiefzonen van erflater hebben de nalatenschap van erflater en erflaatster aangemeld bij de Staat als vermoedelijk onbeheerde nalatenschap. De Staat heeft gelet hierop in het verzoekschrift aan de rechtbank verzocht om een vereffenaar te benoemen in de nalatenschap van erflater en erflaatster.
2.5.
Op grond van artikel 4:204 lid 1 onder a BW kan de rechtbank op verzoek van een belanghebbende een vereffenaar benoemen. Als de nalatenschap niet onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard, kan de rechtbank tot die benoeming besluiten wanneer er geen erfgenamen zijn, wanneer het niet bekend is of er erfgenamen zijn, of wanneer de nalatenschap niet door een executeur wordt beheerd en de erfgenamen die bekend zijn haar geheel of ten dele onbeheerd laten.
2.6.
De rechtbank is van oordeel dat De Staat belanghebbende is bij het verzoek. Artikel 4:226 lid 1 BW bepaalt namelijk dat wanneer de vereffening is voltooid en met een overschot is geëindigd, de vereffenaar de goederen aan de Staat dient af te geven indien er geen erfgenamen zijn, niet bekend is of er erfgenamen zijn of wanneer erfgenamen niet bereid zijn de goederen in ontvangst te nemen. In onderhavig geval is het niet bekend of er nog erfgenamen zijn, want de op dit moment gevonden erfgenamen hebben de nalatenschappen van erflater en erflaatster verworpen. De rechtbank is daarom van oordeel dat de Staat op als belanghebbende kan worden aangemerkt.
2.7.
Omdat de nalatenschappen van erflater en erflaatster onbeheerd zijn en er wel bekende schuldeisers zijn, is er voldoende grond om een vereffenaar te benoemen.
2.8.
De Staat heeft voorgesteld het Rijksvastgoedbedrijf tot vereffenaar te benoemen en die heeft zich bereid verklaard dat te doen. Omdat het Rijksvastgoedbedrijf bekend is met de nalatenschappen, zich al bezig heeft gehouden met het erfgenamenonderzoek en ervaring heeft met het vereffenen van nalatenschappen, ziet de rechtbank voldoende redenen om het Rijksvastgoedbedrijf tot vereffenaar te benoemen. Het Rijksvastgoedbedrijf zal deze benoeming bekend moeten maken in de digitale Staatscourant.

3..De beslissing

benoemt
het Rijksvastgoedbedrijf, kantoorhoudende aan [adres] (correspondentieadres: [postadres]), tot vereffenaar in de nalatenschappen van:
[erflater],
geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats 1]
laatstelijk wonende te [plaats 2] ),
overleden op [datum 1] te [plaats 1] ,
en
[erflaatster],
geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] ,
laatstelijk wonende te [plaats 1] ,
overleden op [datum 2] te [plaats 1] ,
draagt de vereffenaar op een (nader) erfgenamenonderzoek te doen naar de erfgenamen van [erflaatster] ;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
verzoekt de griffier de benoemingen onverwijld in te schrijven in het boedelregister van de rechtbank op voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 BW;
verzoekt de griffier de kantonrechter te Rotterdam, locatie Rotterdam, op de hoogte te stellen van deze benoemingen;
draagt de vereffenaar op de benoemingen bekend te maken in de digitale Staatscourant.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. van Steenderen-Koornneef en in het openbaar uitgesproken op 10 augustus 2023.
3120