ECLI:NL:RBROT:2023:7590
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Opheffing testamentair bewind na vijf jaar
In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 15 augustus 2023, is het verzoek van [verzoekster] om het testamentair bewind op te heffen toegewezen. Het verzoek werd ingediend na een periode van vijf jaar, waarin [verzoekster] onder bewind stond over de goederen die zij uit de nalatenschap van haar overleden vader, [erflater], heeft verkregen. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoekster] inmiddels in staat is om de onder bewind staande goederen zelf op verantwoorde wijze te beheren. Dit oordeel is gebaseerd op de toelichting die [verzoekster], haar echtgenoot en [belanghebbende] tijdens de zitting hebben gegeven over de feitelijke situatie van de gezinsfinanciën.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het testamentair bewind oorspronkelijk was ingesteld omdat [verzoekster] ongeschikt werd geacht om zelf in het beheer van de goederen te voorzien, maar dat de omstandigheden inmiddels zijn veranderd. De echtgenoot van [verzoekster] had in het verleden financiële problemen, maar deze zijn inmiddels opgelost. [belanghebbende], die als bewindvoerder was aangesteld, heeft geen bezwaar gemaakt tegen de opheffing van het bewind en is van mening dat [verzoekster] nu in staat is om de goederen zelf te beheren.
Op basis van artikel 4:178 lid 2 BW heeft de rechtbank geoordeeld dat er voldoende grond is om het bewind op te heffen. De rechtbank heeft bepaald dat [belanghebbende] de onder bewind gestelde goederen aan [verzoekster] moet overdragen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat de beslissing onmiddellijk effect heeft, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.