ECLI:NL:RBROT:2023:7590

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 augustus 2023
Publicatiedatum
24 augustus 2023
Zaaknummer
C/10/659049 / HA RK 23-552
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing testamentair bewind na vijf jaar

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 15 augustus 2023, is het verzoek van [verzoekster] om het testamentair bewind op te heffen toegewezen. Het verzoek werd ingediend na een periode van vijf jaar, waarin [verzoekster] onder bewind stond over de goederen die zij uit de nalatenschap van haar overleden vader, [erflater], heeft verkregen. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoekster] inmiddels in staat is om de onder bewind staande goederen zelf op verantwoorde wijze te beheren. Dit oordeel is gebaseerd op de toelichting die [verzoekster], haar echtgenoot en [belanghebbende] tijdens de zitting hebben gegeven over de feitelijke situatie van de gezinsfinanciën.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het testamentair bewind oorspronkelijk was ingesteld omdat [verzoekster] ongeschikt werd geacht om zelf in het beheer van de goederen te voorzien, maar dat de omstandigheden inmiddels zijn veranderd. De echtgenoot van [verzoekster] had in het verleden financiële problemen, maar deze zijn inmiddels opgelost. [belanghebbende], die als bewindvoerder was aangesteld, heeft geen bezwaar gemaakt tegen de opheffing van het bewind en is van mening dat [verzoekster] nu in staat is om de goederen zelf te beheren.

Op basis van artikel 4:178 lid 2 BW heeft de rechtbank geoordeeld dat er voldoende grond is om het bewind op te heffen. De rechtbank heeft bepaald dat [belanghebbende] de onder bewind gestelde goederen aan [verzoekster] moet overdragen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat de beslissing onmiddellijk effect heeft, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/659049 / HA RK 23-552
Beschikking van 15 augustus 2023
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te Hellevoetsluis,
verzoekster,
advocaat mr. A.C. Hansen te Rotterdam.
Belanghebbende:
[belanghebbende],
wonende te Vlaardingen,
die zelf procedeert.
Verzoekster wordt hierna ‘[verzoekster]’ genoemd en de belanghebbende ‘[belanghebbende]’.

1..Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen op 11 mei 2023, met producties.
1.2.
Op 1 augustus 2023 is het verzoek tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig [verzoekster], bijgestaan door mr. A.C. Hansen, en [belanghebbende]. Tevens was [naam 1], de echtgenoot van [verzoekster], op de zitting aanwezig.

2..De beoordeling

2.1.
Op [datum] is [erflater] (hierna: erflater) overleden. Erflater heeft bij testament van 19 mei 2005 en bij aanvullend testament van 3 april 2015 over zijn nalatenschap beschikt. Erflater heeft in zijn testament zijn kinderen tot zijn erfgenamen benoemd: [verzoekster] (voor 1/6e deel), [belanghebbende] (voor 2/3 deel) en [naam 2] (voor 1/6e deel). Erflater heeft tevens, tot het overlijden van [verzoekster], een testamentair bewind ingesteld over alles wat [verzoekster] uit nalatenschap van erflater zal verkrijgen op de grond dat zij ongeschikt en/of onmachtig is zelf in het beheer te voorzien en voorts op de grond dat zonder bewind de goederen hoofdzakelijk aan haar (toekomstige) schuldeisers ten goede zouden kunnen komen. [belanghebbende] is door erflater tot bewindvoerder benoemd en heeft deze benoeming aanvaard.
2.2.
[verzoekster] verzoekt om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, het testamentair bewind op te heffen en te bepalen dat alle onder bewind gestelde goederen aan haar worden overgedragen althans in haar macht worden gebracht, een en ander door overdracht daarvan op de daartoe voorgeschreven wijze. Volgens [verzoekster] is het bewind door erflater ingesteld, omdat haar echtgenoot zakelijke en financiële problemen had met zijn onderneming. Deze problemen zijn inmiddels afgewikkeld, want de echtgenoot van [verzoekster] heeft zijn financiële verplichtingen in verband met het faillissement van zijn bedrijf jegens de curator afgewikkeld in 2020. De aanleiding voor het bewind is daarmee weggevallen. Nu het bewind inmiddels meer dan vijf jaar heeft geduurd en [verzoekster] zelf en op verantwoorde wijze de onder bewind gestelde goederen kan besturen, is er volgens [verzoekster] voldoende grond om het bewind op te heffen.
2.3.
[belanghebbende] heeft geen bezwaar tegen de opheffing van het bewind. Hij is van mening dat [verzoekster] de goederen die onder bewind staan zelf kan besturen.
2.4.
Op grond van artikel 4:178 lid 2 BW kan de rechtbank op verzoek van een rechthebbende na verloop van vijf jaren na het overlijden van de erflater en indien aannemelijk is dat de rechthebbende de onder bewind staande goederen zelf op verantwoorde wijze zal kunnen besturen, een testamentair bewind opheffen. Erflater is in 2015 overleden, zodat onderhavig verzoek na verloop van vijf jaren na het overlijden van erflater is ingediend. Op grond van de stukken en de ter zitting door [verzoekster], haar echtgenoot en [belanghebbende] gegeven toelichting, onder meer over de feitelijk door [verzoekster] beheerde gezinsfinanciën, is de rechtbank van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat [verzoekster] de onder bewind staande goederen zelf op verantwoorde wijze kan besturen. De rechtbank zal daarom het bewind opheffen met ingang van heden.
2.5.
Opheffing van het bewind zal ertoe leiden dat [verzoekster] over de goederen die nu onder bewind staat zelf kan beschikken. De rechtbank zal daarom, zoals verzocht, bepalen dat [belanghebbende] de goederen aan [verzoekster] moet overdragen.
2.6.
Gelet op de aard van de zaak is er geen reden om één van partijen in de proceskosten te veroordelen, zodat de proceskosten worden gecompenseerd. Dit betekent dat iedere partij de eigen kosten draagt.
2.7.
Deze uitspraak zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

3..De beslissing

De rechtbank
heft met ingang van heden het bewind op dat, in het belang van [verzoekster], door [erflater] (overleden op [datum]) bij testament van 19 mei 2005 en aanvullend testament van 3 april 2015 is gevestigd op het gedeelte van zijn nalatenschap dat aan [verzoekster] toekomt;
bepaalt dat [belanghebbende] alle onder bewind gestelde goederen aan [verzoekster] overdraagt althans in haar macht brengt, een en ander door overdracht daarvan op de daartoe voorgeschreven wijze;
compenseert de proceskosten, in die zin dat ieder de eigen kosten draagt;
verklaart deze uitspraak uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. dr. P.G.J. van den Berg en in het openbaar uitgesproken op 15 augustus 2023.
3120