ECLI:NL:RBROT:2023:7559
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. M. Berkel, en het UWV, vertegenwoordigd door mr. T. Rook. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het UWV dat zij vanaf 12 oktober 2020 minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de beëindiging van haar WIA-uitkering per 29 maart 2021. De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van 20 oktober 2021 beoordeeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV onvoldoende rekening heeft gehouden met de medische situatie van eiseres, die psychische en lichamelijke klachten ervaart. Eiseres heeft aanvullende medische informatie ingebracht, waaronder rapporten van haar behandelend klinisch psycholoog en andere specialisten. De rechtbank heeft een psychiater als deskundige benoemd om de situatie van eiseres te onderzoeken. Het deskundigenrapport, dat op 12 april 2023 is ingediend, bevestigde de zorgen van eiseres over haar arbeidsongeschiktheid.
De rechtbank concludeert dat het UWV ten onrechte heeft gesteld dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een situatie zoals bedoeld in artikel 2, onder b, in samenhang met artikel 5, onder d van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten. Het beroep van eiseres is gegrond verklaard, het bestreden besluit is vernietigd en het UWV is opgedragen om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. Eiseres heeft recht op vergoeding van haar proceskosten en het betaalde griffierecht.