ECLI:NL:RBROT:2023:7557

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 mei 2023
Publicatiedatum
24 augustus 2023
Zaaknummer
C/10/656823 / JE RK 23-969
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van kinderen in het kader van ouderschapsproblematiek en jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 mei 2023 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling van twee kinderen, [kind01] en [kind02]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar, omdat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van de kinderen. De ouders zijn niet in staat om op een constructieve wijze met elkaar te communiceren, wat leidt tot onrust en onduidelijkheid bij de kinderen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders onvoldoende in staat zijn om samen te werken in het belang van de kinderen, en dat de ingezette hulpverlening tot nu toe niet heeft geleid tot verbetering van de situatie.

Tijdens de zitting zijn zowel de ouders als de kinderen gehoord. De moeder en de vader zijn het eens met het verzoek van de Raad, maar geven aan dat de situatie moeilijk is. De vader heeft opgemerkt dat de communicatie met de moeder moeizaam verloopt en dat er behoefte is aan duidelijke afspraken. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ouders niet in staat zijn om de nodige stabiliteit en ondersteuning te bieden aan de kinderen, en dat specialistische hulpverlening noodzakelijk is.

De kinderrechter heeft op basis van artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek geoordeeld dat de ondertoezichtstelling van [kind01] en [kind02] gerechtvaardigd is. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens : C/10/656823 / JE RK 23-969
datum uitspraak: 26 mei 2023

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[kind01],

geboren op [geboortedatum01] 2009 te [geboorteplaats01], hierna te noemen [kind01],
[kind02],
geboren op [geboortedatum02] 2011 te [geboorteplaats02], hierna te noemen [kind02].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats01],

[naam02],

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats02].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 26 april 2023, ingekomen bij de griffie op 26 april 2023.
Op 26 mei 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [kind01] en [kind02], die apart door de kinderrechter zijn gesproken,
- de moeder,
- de vader,
- [naam03], namens de Raad,
- [naam04], namens de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, hierna te noemen de GI.

De feitenHet ouderlijk gezag over [kind01] en [kind02] wordt uitgeoefend door de ouders.

[kind01] en [kind02] wonen bij de moeder, maar [kind02] verblijft op dit moment bij de vader.

Het verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [kind01] en [kind02] verzocht voor de duur van een jaar.

De standpunten

De Raad handhaaft ter zitting het verzoek en licht het als volgt toe. Bij zowel [kind01] als [kind02] is sprake van forse kind-eigen problematiek. De zorg voor de kinderen vraagt veel van de ouders. Daarbij komt dat de ouders onvoldoende in staat zijn om met elkaar te communiceren en samen te werken in het belang van de kinderen. Het gebrek aan adequate samenwerking en communicatie zorgt voor onrust en onduidelijkheid bij de kinderen. De tot nu toe ingezette hulpverlening heeft er niet toe geleid dat de situatie is verbeterd. Het is belangrijk dat er een jeugdbeschermer komt die de regie gaat voeren. [kind02] volgt op dit moment geen onderwijs. Het is belangrijk dat de jeugdbeschermer daar direct mee aan de slag gaat. Hij gaat nu drie dagen per week naar de naschoolse dagbehandeling van Auriga. [kind02] staat op dit moment op de wachtlijst voor een plaatsing bij Auriga.
De GI sluit zich aan bij het standpunt van de Raad. De GI heeft het rapport van de Raad gelezen en concludeert dat het de ouders samen niet lukt om de situatie met de tot nu toe ingezette hulpverlening te verbeteren. Het is noodzakelijk dat er een jeugdbeschermer komt die de regie gaat voeren.
De moeder is het eens met het verzoek. Zij vindt het een moeilijke situatie waarin zij zitten. Zij hoopt dat met de komst van een jeugdbeschermer de kinderen sneller de hulp kunnen krijgen die zij nodig hebben. Er is sprake geweest van een ingewikkelde omgangsregeling, waarbij de kinderen veel wisselingen hebben gehad. Dit heeft ook voor onrust gezorgd. Daarnaast heeft de vader de kinderen tot nu toe ook geen stabiele woonsituatie kunnen bieden.
De vader denkt ook dat een ondertoezichtstelling hen kan helpen. Volgens de vader verloopt de communicatie met moeder heel moeizaam. Hij vindt het belangrijk dat er duidelijke afspraken worden gemaakt over hun onderlinge communicatie, zodat er meer rust kan komen. De vader merkt op dat [kind02] op dit moment volledig bij hem verblijft en [kind01] (vanwege een knieblessure) bij de moeder. De vader heeft op zondag een omgangsregeling met [kind01]. De vader heeft er voor gezorgd dat de moeder en de kinderen na de scheiding in de woning konden blijven wonen. Hij vindt het niet terecht dat de moeder hem dan nu verwijt dat hij de kinderen tot nu toe geen stabiele woonsituatie heeft kunnen bieden. De vader verhuist volgende week naar een nieuwe woning.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van [kind01] en [kind02]. Zij worden belast met de scheidingsproblematiek tussen de ouders. De ouders zijn niet in staat om op een constructieve wijze met elkaar te communiceren en dit zorgt voor onrust en onduidelijkheid bij de kinderen. Daarnaast is zowel bij [kind01] als bij [kind02] sprake van kind-eigen problematiek. Door de onrust en de strijd verergert het problematiek gerelateerd gedrag van de kinderen en laten zij nog meer ‘acting out’ gedrag zien. De draagkracht en draaglast van de ouders is uit balans. De ouders zijn het niet eens over eerder gemaakte veiligheidsafspraken en elkaars manier van opvoeden. Hierdoor dragen de ouders er onbewust en onbedoeld aan bij dat [kind01] en [kind02] constante onrust ervaren. Ondanks de tot nu toe ingezette hulpverlening in het vrijwillige kader lukt het de ouders niet om zichzelf daarin te herpakken. Er is meer specialistische hulpverlening nodig voor het hele gezin. De kinderrechter is daarom van oordeel dat de inzet van een jeugdbeschermer noodzakelijk is om de ontwikkeling van [kind01] en [kind02] te volgen en de nodige hulpverlening in te zetten, ook om de onderlinge communicatie tussen de ouders te verbeteren.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom [kind01] en [kind02] onder toezicht stellen voor de duur van een jaar.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [kind01] en [kind02] onder toezicht van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, gevestigd te Amsterdam, met ingang van 26 mei 2023 tot 26 mei 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 26 mei 2023 door mr. M.P. van der Stroom, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Borges Dias als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 juni 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.