ECLI:NL:RBROT:2023:7470

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 augustus 2023
Publicatiedatum
23 augustus 2023
Zaaknummer
10/041079-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van mensensmokkel in vereniging van acht vreemdelingen met partiële vrijspraak van behulpzaam zijn bij verblijf en toegang tot het Verenigd Koninkrijk

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 augustus 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De verdachte, een vrachtwagenchauffeur, werd ervan beschuldigd acht vreemdelingen te hebben geholpen bij hun illegale doorreis naar het Verenigd Koninkrijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat op 16 februari 2022 de verdachte op de Shannonweg in Rotterdam werd aangetroffen met een vrachtwagen waarin acht vreemdelingen verborgen zaten. De politie werd ingeschakeld na een melding en trof de verdachte aan terwijl hij bezig was met het bevestigen van een TIR-lijn aan de oplegger van zijn vrachtwagen. De rechtbank heeft op basis van getuigenverklaringen en bewijsmateriaal vastgesteld dat de verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van de vreemdelingen en dat hij hen hielp bij hun poging om naar Engeland te reizen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 24 maanden geëist, maar de rechtbank oordeelde dat de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan, een zwaardere straf rechtvaardigden. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 32 maanden, waarbij rekening werd gehouden met het feit dat hij het delict in de uitoefening van zijn beroep had gepleegd. De rechtbank sprak de verdachte echter vrij van het deel van de aanklacht dat betrekking had op het helpen bij het verkrijgen van verblijf in Nederland en het helpen bij toegang tot het Verenigd Koninkrijk, omdat dit niet bewezen kon worden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/041079-22
Datum uitspraak: 10 augustus 2023
Verstek
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboortedatum01] op [geboorteplaats01],
niet ingeschreven in de basisregistratie personen,
verblijvende op het adres:
[adres01].

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 26 juli en 10 augustus 2023.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. T.J. Lindhout heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde (samengevat) medeplegen van mensensmokkel van acht vreemdelingen;
  • partiële vrijspraak van het behulpzaam zijn bij het verschaffen van toegang tot het Verenigd Koninkrijk;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft betoogd dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om tot een veroordeling te komen voor het primair ten laste gelegde medeplegen van mensensmokkel en het behulpzaam zijn bij het verschaffen van verblijf uit winstbejag, een en ander begaan in de uitoefening van zijn beroep als vrachtwagenchauffeur. De officier van justitie heeft verzocht om de verdachte partieel vrij te spreken van het ten laste gelegde ‘behulpzaam zijn bij het verschaffen van toegang tot het Verenigd Koninkrijk’.
4.1.2.
Beoordeling
De feiten
Uit de bewijsmiddelen die opgenomen zijn in bijlage II bij dit vonnis kan de volgende gang van zaken worden afgeleid: Op 16 februari 2022 werd om 17:57 uur aan de politie gemeld dat op de Shannonweg in Rotterdam was gezien dat er acht personen in een trailer werden geholpen. Het betrof een zilveren vrachtwagen met zwarte doeken op de trailers. De politie kwam ter plaatse en zag een vrachtwagencombinatie staan, die voldeed aan de door de melder gegeven omschrijving. De politie zag beweging tussen de eerste en tweede oplegger en zag dat er een man – de verdachte – tussen beide opleggers stond. De politie zag dat de deur van de eerste oplegger dicht was en dat de verdachte bezig was om een TIR-lijn te bevestigen door het handvat van de oplegger. De oplegger was voorzien van een Pools kenteken [kenteken01] en de gekoppelde vrachtwagen van een Pools kenteken [kenteken02]. De verdachte bleek de bestuurder te zijn van de combinatie. Een verbalisant heeft hem gevraagd de deur van de eerste oplegger te openen, waarop de verdachte reageerde met “sorry, sorry, sorry”. De verdachte heeft vervolgens de deur geopend en de verbalisanten hoorden geluiden uit de oplegger komen. Desgevraagd deelde de verdachte mee dat er twee personen in de oplegger zaten, die naar Engeland wilden gaan. Een verbalisant trof meerdere personen in de oplegger aan. In totaal werden er acht personen aangetroffen met verschillende nationaliteiten, te weten de Vietnamese, Syrische, Iraanse, Irakese en Marokkaanse nationaliteit.
De melder, [naam01], is als getuige gehoord en heeft verklaard dat hij op 16 februari 2022, omstreeks 17:45 uur, de vrachtwagencombinatie stil zag staan. Hij zag dat er zes tot acht personen kwamen aanrennen vanaf de waterkant, richting die vrachtwagen. Hij zag voorts dat een forse man, met uiterlijke kenmerken van iemand uit het Oostblok, tussen de trekker en aanhanger stond en dat de trekker aan de achterzijde geopend was. De personen klommen één voor één in de trekker en de vrouwelijke personen werden door de zojuist genoemde man geholpen om in de trekker te klimmen. Vervolgens sloot de man de trekker af met de hendels en is hij de cabine van de vrachtwagen ingegaan en er weer uit gegaan. Toen de politie ter plaatse kwam, heeft de getuige gezien dat de politie de genoemde man aansprak.
Camerabeelden van de directe omgeving van de Shannonweg te Botlek Rotterdam zijn bekeken en daarop is volgens de politie onder andere te zien dat op 16 februari 2022 om 16:50 uur een grijze Mercedes met onbekend gebleven kenteken in de buurt van de Shannonweg was en dat deze rond 17:55 uur is weggereden. Om 17:06 uur was een grijze Volkswagen Golf met kenteken [kenteken03] zichtbaar in de buurt van de Shannonweg en deze reed daar rond 17:51 uur weer weg. Uit ANPR-gegevens (Automatic Number Plate Recognition) is gebleken dat een donkergrijze Mercedes, voorzien van het Belgisch kenteken [kenteken04], op 16 februari 2022 om 15:25 uur via de grensovergang bij Hazeldonk Nederland was binnengekomen en de Volkswagen Golf met Frans kenteken [kenteken03] diezelfde grensovergang passeerde om 15:27 uur.
Uit onderzoek van de Samsung Galaxy S.21 telefoon die onder de verdachte in beslag is genomen, bleek dat er ruim tweehonderd telefoongesprekken gevoerd zijn tussen de verdachte en een Engels telefoonnummer [telefoonnummer01] in de periode van 1 januari 2022 tot en met 16 februari 2022. Daarnaast zijn er chatgesprekken aangetroffen tussen de verdachte en ‘[naam02]’ in de periode van 6 februari 202 tot en met 15 februari 2022. Uit die gesprekken blijkt dat [naam02] wilde weten wanneer de verdachte naar Engeland zou gaan, en op 14 februari 2022 schreef [naam02] aan de verdachte ‘
the sooner I know the better so I can organise u no’.
De meeste vreemdelingen hebben (onder andere) verklaard dat ze vanuit Frankrijk in personenauto’s zijn vertrokken met behulp van smokkelaars en dat de smokkelaars hen naar de vrachtwagen hebben gebracht. Het was hun bedoeling om naar het Verenigd Koninkrijk te gaan en sommigen hebben verklaard forse bedragen te hebben betaald voor de totale reis naar Engeland. Uit de telefoongegevens (SMS-berichten en GPS-gegevens) van een aantal vreemdelingen blijkt ook dat zij op 14 en 15 februari 2022 in Frankrijk waren en op 16 februari 2022 vanuit België Nederland zijn binnengekomen.
Uit de gegevens van het navigatiesysteem van de vrachtwagen is gebleken dat de laatst opgegeven bestemming Europoort was.
De verklaring van de verdachte
Tijdens zijn verhoren bij de politie heeft de verdachte verklaard vrachtwagenchauffeur te zijn en te rijden voor het bedrijf [bedrijf01]. Verder heeft hij zich voornamelijk op zijn zwijgrecht beroepen.
Beoordeling door de rechtbank
Wetenschap aanwezigheid vreemdelingen
Als uitgangspunt voor de beoordeling geldt dat de aanwezigheid van vreemdelingen in een vrachtwagen, in combinatie met andere verdachte omstandigheden, wijst op betrokkenheid en wetenschap van de chauffeur bij het vervoer van deze vreemdelingen. Dat kan anders zijn als de chauffeur daarvoor een andersluidende plausibele en verifieerbare verklaring geeft. In dat verband mag van de chauffeur worden verwacht dat hij inzicht geeft in zijn reisbewegingen, handelingen en gang van zaken rond het transport.
Vast staat dat er vreemdelingen zijn aangetroffen in de oplegger van de verdachte. Gelet op de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, is ook sprake van verdachte omstandigheden. Getuige [naam01] heeft immers verklaard dat hij zes tot acht personen aan zag komen rennen in de richting van de vrachtwagen en dat zij daar in klommen, waarbij een aantal van hen werd geholpen door een man, die later – zo zag hij – werd aangesproken door de politie. Die man bleek de vrachtwagenchauffeur en dus de verdachte te zijn. Toen de verbalisanten ter plaatse kwamen zagen zij dat de verdachte bezig was met het afsluiten van de oplegger – waar achteraf gebleken de vreemdelingen in zaten – door middel van het bevestigen van een TIR-kabel. Buiten de verdachte en de ingeklommen vreemdelingen heeft de politie niemand anders ter plaatse aangetroffen. De verdachte heeft ter plekke tegen de verbalisanten gezegd dat er mensen in de vrachtwagen zaten die naar Engeland wilden gaan. Op basis van het vorenstaande neemt de rechtbank als vaststaand aan dat de verdachte degene is geweest die de vreemdelingen heeft geholpen met het klimmen in de oplegger en daarna de deur heeft gesloten en daarmee dat de verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid en de bestemming van de vreemdelingen in de oplegger van zijn vrachtwagen.
Medeplegen
Uit het dossier blijkt dat in ieder geval een aantal van de vreemdelingen door één of meerdere personen vanuit Frankrijk naar de vrachtwagen van de verdachte is gebracht. Deze personen moeten hebben geweten dat de verdachte op weg was naar het Verenigd Koninkrijk en dat er op de Shannonweg zou worden gestopt. Gelet op voorgaande overwegingen, kan het niet anders zijn dan dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en één of meer anderen, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het ten laste gelegde medeplegen wettig en overtuigend bewezen.
Voltooid delict
Artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht is een voortdurend delict, waarvan de uitvoering al is voltooid op het moment dat de illegale doorreis een aanvang heeft genomen. Daarvan is – gelet op de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden – in het onderhavige geval sprake. Dat de vrachtwagen niet is vertrokken, doordat de verbalisanten ter plaatse zijn gekomen voordat de verdachte met de vreemdelingen kon vertrekken, doet niet af aan het feit dat de verdachte door te handelen zoals hij heeft gedaan, behulpzaam was bij de illegale doorreis. Overigens is het in dat verband volgens vaste rechtspraak niet noodzakelijk dat de landsgrens daadwerkelijk is gepasseerd.
Uit winstbejag behulpzaam zijn bij verblijf
In mensensmokkelzaken waarbij het gaat om het vervoeren van personen, wordt doorgaans zowel het behulpzaam zijn bij doorreis (artikel 197a, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr)) als het (uit winstbejag) behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf (artikel 197a, tweede lid, Sr) ten laste gelegd. Zo ook in deze zaak.
Tot 2005 was in artikel 197a Sr enkel strafbaar gesteld het behulpzaam zijn (uit winstbejag) bij toegang tot, of verblijf in (…). Doel en strekking van deze bepaling was het tegengaan van mensensmokkel. Dit doel en deze strekking waren voor de Hoge Raad mede (naast normaal spraakgebruik) reden om onder “verblijf” in Nederland te verstaan: “elk zich ophouden” in Nederland, waaronder volgens de Hoge Raad ook viel het louter vervoeren van personen door Nederland (zie Hoge Raad 21 oktober 2003, ECLI:NL:HR:2003:AL3537).
Bij de wetswijziging in 2005 is “winstbejag” uit lid 1 geschrapt en is in lid 1 “doorreis” toegevoegd. Behulpzaam zijn bij verblijf – uit winstbejag – is opgenomen in een afzonderlijk lid van artikel 197a Sr, (thans) het tweede lid. In de Memorie van Toelichting bij de genoemde wetswijziging wordt over het begrip “doorreis” onder meer vermeld: “Het huidige eerste lid kent het begrip doorreis niet. Doorreis is synoniem voor transit of doortocht (…). Transit zit tussen binnenkomst en verblijf in. Personen die in transit of op doorreis zijn, reizen in de regel door naar een andere bestemming.” Het louter vervoeren van personen moet naar het oordeel van de rechtbank in dat verband derhalve worden gezien als het behulpzaam zijn bij doorreis.
Nu behulpzaam zijn bij doorreis als aparte handeling strafbaar is gesteld, is er aanleiding om het begrip “verblijf” minder ruim uit te leggen dan de Hoge Raad in 2003 deed en het begrip “doorreis” niet (meer) te laten samenvallen met het begrip “verblijf”. Doel en strekking van artikel 197a Sr – het tegengaan van mensensmokkel – verlangen immers, door de aparte strafbaarstelling van het behulpzaam zijn bij doorreis, niet meer dat het enkele vervoeren moet worden aangemerkt als behulpzaam zijn bij verblijf.
Daaruit volgt dat de rechtbank in zaken waarbij het alleen gaat om het vervoeren van personen en waarin zowel het behulpzaam zijn bij doorreis (artikel 197a, eerste lid, Sr) als het – uit winstbejag – behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf (artikel 197a, tweede lid, Sr) ten laste zijn gelegd, alleen nog het behulpzaam zijn bij doorreis bewezen zal verklaren.
De rechtbank zal de verdachte om die reden (partieel) vrijspreken van het uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde ‘behulpzaam zijn bij het verschaffen van toegang tot het Verenigd Koninkrijk’ niet is bewezen, zodat de verdachte ook daarvan partieel zal worden vrijgesproken.
4.1.3.
Conclusie
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte zich op 16 februari 2022 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van mensensmokkel, zoals primair ten laste is gelegd.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het
primairten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij, op 16 februari 2022 te Botlek Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, acht personen, met de Irakese en Iraanse en Vietnamese en Syrische en Marokkaanse nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en genoemde personen daartoe gelegenheid heeft verschaft door bovengenoemde personen in de oplegger van een vrachtwagen(combinatie) (met Pools kenteken [kenteken02]) te laten stappen met als doel naar het Verenigd Koninkrijk uit te reizen,
en (aldus) de doorreis en/of het transport en/of toegang door/naar
/totNederland en
hetVerenigd Koninkrijk
heeftgefaciliteerd terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s), wist(en) dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was, en dit feit werd begaan in de uitoefening van zijn beroep als internationaal vrachtwagenchauffeur.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd.
De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
primair:
mensensmokkel, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen en het feit wordt begaan in de uitoefening van enig ambt of beroep, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich, in zijn hoedanigheid van vrachtwagenchauffeur, samen met anderen schuldig gemaakt aan de smokkel van acht vreemdelingen, door hen in de oplegger van een vrachtwagen te laten klimmen, met de bedoeling om hen te vervoeren naar het Verenigd Koninkrijk.
Door mensensmokkel wordt niet alleen het overheidsbeleid inzake bestrijding van illegaal verblijf in en illegale toegang tot Nederland en andere landen van de Europese Unie doorkruist, maar wordt ook bijgedragen aan de instandhouding van een illegaal circuit. De handelwijze van de verdachte ondermijnt dit beleid en veroorzaakt onrust en gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Ook leiden dit soort feiten gemakkelijk tot vormen van uitbuiting en misbruik van kwetsbare personen.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 4 juli 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de aard en ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van langere duur. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op het aantal vreemdelingen dat is gesmokkeld, de landelijke oriëntatiepunten en straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
De rechtbank komt hierbij uit op een hogere straf dan door de officier van justitie is geëist, omdat de rechtbank – anders dan de officier van justitie – in strafverzwarende zin rekening houdt met het feit dat de verdachte dit feit zowel in vereniging als gedurende de uitoefening van zijn beroep als vrachtwagenchauffeur heeft begaan.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 47 en 197a van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 32 (tweeëndertig) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Brand, voorzitter,
en mrs. A.M.H. Geerars en W.J.M. Diekman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.A.M. van der Vleuten, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
primair
hij, op of omstreeks 16 februari 2022 te Botlek Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ander of anderen, te weten acht, althans één of meer personen, met de Irakese en/of Iraanse en/of Vietnamese en/of Syrische en/of Marokkaanse en/of Turkse nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, en/of het Verenigd Koninkrijk, zijnde een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, en/of genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, en/of het Verenigd Koninkrijk, zijnde een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, en/of genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft
door bovengenoemde personen in de oplegger(s) van een vrachtwagen(combinatie) (met Pools kenteken [kenteken02]) te laten stappen met als doel naar het Verenigd Koninkrijk uit te reizen,
en (aldus) de doorreis en/of het transport en/of toegang door/naar en/of het verblijf in Nederland en/of Verenigd Koninkrijk georganiseerd en/of gefaciliteerd en/of gecoördineerd,
terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s), wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis of dat verblijf wederrechtelijk was, en dit feit werd begaan in de uitoefening van zijn ambt of beroep als internationaal vrachtwagenchauffeur;
subsidiair
hij, op of omstreeks 16 februari 2022 te Botlek Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een ander of anderen, te weten acht, althans één of meer personen, met de Irakese en/of Iraanse en/of Vietnamese en/of Syrische en/of Marokkaanse en/of Turkse nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst,
- behulpzaam te zijn bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, en/of het Verenigd Koninkrijk, zijnde een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, en/of genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen en/of
- uit winstbejag behulpzaam te zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, en/of het Verenigd Koninkrijk, zijnde een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, en/of genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen
en (aldus) de doorreis en/of het transport en/of toegang door/naar en/of het verblijf in Nederland en/of Verenigd Koninkrijk te organiseren en/of faciliteren en/of coördineren,
terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s), wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis of dat verblijf wederrechtelijk is,
immers heeft hij, verdachte, de deur(en) van de oplegger(s) van een vrachtwagen(combinatie) (met Pools kenteken [kenteken02]) geopend en/of (vervolgens) voornoemde personen geholpen bij het instappen in de oplegger(s), althans voornoemde personen in de oplegger(s) laten instappen en/of (vervolgens) de deur(en) van de oplegger(s) gesloten (terwijl voornoemde personen in de oplegger(s) zaten) en/of (vervolgens) de TIR-lijn aan het handvat van de oplegger bevestigd,
en dit feit is begaan in de uitoefening van zijn ambt of beroep als internationaal vrachtwagenchauffeur,
terwijl de verdere uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.