Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 augustus 2023 in de zaak tussen
[naam eiser] , uit [plaats] , en anderen, eisers
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam
[naam bedrijf]uit [vestigingsplaats]
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank ziet daarom in zoverre geen grond voor het oordeel dat het gebrek in bestreden besluit 1 niet voldoende is hersteld.
Eisers vinden dat het college niet zonder meer uit het Activiteitenbesluit kan afleiden dat piekniveaus van 20 dB boven het equivalente geluidniveau aanvaardbaar zijn. In het Activiteitenbesluit is de norm voor het maximale geluidniveau 70 dB(A). Het Activiteitenbesluit kent geen grenswaarden van 60 dB(A) voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en ook geen grenswaarden van 80 dB(A) voor het maximale geluidniveau. Volgens eisers kan daarom niet worden volstaan met het optellen van het verschil van 20 dB bij de hoge grenswaarde van 60 dB(A) die op grond van het Bouwbesluit 2012 aanvaardbaar wordt geacht. Volgens hen is daarmee niet afgewogen of onderbouwd dat hoge geluidpieken van 79 dB(A) aanvaardbaar zijn. Eisers wijzen ook op de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (de Handreiking), die in paragraaf 3.2 uitgaat van maximale geluidniveaus van 70 dB(A) in de dagperiode met een ontheffingsmogelijkheid tot 75 dB(A) in bepaalde gevallen.
De rechtbank stelt vast dat het vergunde maximale geluidniveau van 80 dB(A) aanzienlijk hoger is dan de waarden die in het Activiteitenbesluit en de Handreiking zijn opgenomen. Er moet van worden uitgegaan dat dit geluidhinder bij de woning van eisers veroorzaakt. De rechtbank is echter van oordeel dat het college deze hinder in redelijkheid aanvaardbaar heeft kunnen achten. Daarbij is van belang dat de piekgeluiden zich uitsluitend voordoen in de dagperiode. Verder is van belang dat het gaat om een tijdelijke situatie. De bouwplaats verschilt daarin van de permanente situaties binnen een inrichting waarop het Activiteitenbesluit en de Handreiking betrekking hebben. Het Activiteitenbesluit bevat bovendien een aantal uitzonderingen, waaronder de uitzondering dat de grenswaarden voor het maximale geluiniveau in artikel 2.17, eerste lid, op grond van het tweede lid niet gelden voor laad- en losactiviteiten in de dagperiode, zodat de piekgeluiden van deze activiteiten buiten beschouwing blijven. Uit het nadere geluidonderzoek van 17 april 2023 blijkt dat in dit geval de laad- en losactiviteiten op de bouwplaats wel zijn betrokken in de berekening van het maximale geluidniveau.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep tegen bestreden besluit 2 ongegrond;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 181,- aan eisers te vergoeden.