In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 juli 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1996, die opzettelijk brand heeft gesticht. De verdachte was ten tijde van het feit opgenomen op de psychiatrische afdeling van het Erasmus MC te Rotterdam op basis van een zorgmachtiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 26 februari 2023 in Rotterdam brand heeft gesticht door een stuk stof in brand te steken, wat leidde tot gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor anderen. De verdachte heeft het feit bekend, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat hij ten tijde van het plegen van het feit volledig ontoerekeningsvatbaar was. Dit is bevestigd door een Pro Justitia-rapport van een psychiater, waarin werd geconcludeerd dat de verdachte lijdt aan een psychische stoornis die zijn gedragingen beïnvloedde. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging en verklaarde hem niet strafbaar. De benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat de schade niet rechtstreeks voortvloeide uit het bewezen verklaarde feit. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen afgewezen, met de conclusie dat deze alleen bij de burgerlijke rechter kunnen worden ingediend.